Satanisch ritueel doorgaand misbruik – en een weg eruit

De behandeling van Esther: over snoeihard verwerken in oorlogstijd

Mw. drs. A. Terpstra-van Hijum, GZ-psycholoog, 16 februari 2021

Samenvatting

In dit artikel neem ik je mee in het behandelproces van Esther; Esther bestaat uit vele persoonlijkheidsdelen met ieder een eigen levensgeschiedenis, eigen vaardigheden en een eigen ik-besef. Gaandeweg de behandeling blijkt dat delen van Esther nog cultbijeenkomsten bezoeken, gemarteld worden en gedwongen prostitutiewerk doen. Als zij daarmee probeert te stoppen, blijkt een persoonlijksdeel van haar verslaafd te zijn aan drugs die zij van één van haar ooms maandelijks krijgt. Een zwaar gevecht met de verslaving volgt en met het verdragen van bedreigingen van allerlei aard. Door persoonlijkheidsdelen van Esther middels onder meer teksten, voorwerpen, personen en foto’s te herinneren aan onverwerkte extreme trauma’s, wordt Esther keer op keer naar hen terug gelokt. Het blijkt dat gemanipuleerde hechtingsrelaties met daders hierin een grote rol spelen evenals door extreme marteling geconditioneerde automatische reacties. Onder grote veiligheidsdruk is traumaverwerking in rap tempo nodig. Daarnaast blijkt ‘verdeel en heers’ niet alleen een methode waarmee zij Esther in hun greep houden, maar ook een manier om haar netwerk, inclusief mij als behandelaar, van haar te vervreemden. Dreigmails met foto’s van seksuele martelingen naar mij en  om naasten om haar heen vertragen het uitstapproces. Daarnaast chanteert de cult haar met foto’s die zij hebben van misdaden die Esther onder dwang heeft moeten plegen en met foto’s van martelingen van familieleden. Als door intensieve traumaverwerking al hun trucs om Esther zelf te laten terugkeren naar haar daders falen, doen zij een poging tot moord op klaarlichte dag. Het artikel sluit af met een aantal principes die uit de behandeling naar voren komen en met wat er aan maatschappelijke veranderingen minstens nodig is om mensen als Esther te kunnen helpen.

Inleiding

Psychologische behandeling van cliënten die komen uit de wereld van satanisch ritueel misbruik, is complex. Veel overlevers van dit misbruik hebben een geprogrammeerde dissociatieve identiteitsstoornis (DIS, vroeger meervoudige persoonlijkheidsstoornis genoemd) ontwikkeld. Dit betekent dat, door langdurig en ernstig misbruik en doelgerichte marteling op zeer jonge leeftijd, de persoonlijkheid is gesplitst in meer identiteiten met ieder een eigen ‘ikbesef’, die geheel of ten dele geheugenverlies hebben ten opzichte van elkaar.

In de jaren ’90 zijn er zowel in Nederland als ook in andere landen, waaronder Amerika, veel aangiften geweest van ritueel misbruik. Om allerlei redenen (die duidelijker zullen worden na lezing van de artikelen op deze website), bleek keihard forensisch bewijs moeilijk te leveren. Naar aanleiding hiervan werd in Nederland een onderzoek ingesteld[1] waarvan de conclusie was: overlevers die spreken over satanisch ritueel misbruik is iets vreselijks overkomen, maar of dat gaat om satanisch ritueel misbruik is niet vast te stellen. Een tweede conclusie was dat er vervolgonderzoek moest komen. Dit is echter nooit gebeurd, maar naar aanleiding van radioprogramma’s van Argos rond ritueel misbruik[2] is najaar 2020 in de Tweede Kamer een motie aangenomen dat dit onderzoek er alsnog moet komen. In dezelfde jaren ’90 ontstond in Amerika de ‘False Memory Syndrome Foundation’[3], die de media veroverde en ook voet aan de grond kreeg in West-Europa. In een recent artikel in de New York (magazine)[4] worden de zeer dubieuze wortels en al even dubieuze wetenschappelijke claims van deze – inmiddels opgeheven – beweging haarscherp blootgelegd. Echter, het lijdt geen twijfel dat het werk van deze beweging  veel daders heeft beschermd tegen rechtsvervolging. Kort gezegd en meestal in mooiere bewoordingen,  beweert deze psychologische stroming dat herinneringen aan ritueel misbruik door cliënten worden verzonnen of door therapeuten worden aangepraat. In de jaren ’90 – ten tijde van de golf van aangiftes van ritueel misbruik – was het onder invloed van deze beweging dat vele pionierende therapeuten monddood werden geprocedeerd. Dit maakt tot op de dag van vandaag dat veel behandelaars hun handen niet aan deze cliënten durven branden. Minstens zo erg is dat deze opvatting onder justitie en politie breed terrein heeft veroverd. In Nederland is het Landelijk Expertisebureau Bijzondere Zedenzaken (LEBZ), waar alle aangiftes met rituele kenmerken voor advies worden voorgelegd, aantoonbaar vooringenomen[5] en volgt het denken van de False Memory Syndrome Foundation. Leden en ex-leden gaan ervan uit dat ritueel misbruik of zelfs DIS niet bestaat en publiceren hierover. Het behoeft geen betoog dat dergelijke vooringenomenheid de gang naar justitie voor overlevers nog onbegaanbaarder maakt dan die toch al was.

In onderstaande tekst wil ik professionals en niet-professionals in grote lijnen meenemen in het verloop van de behandeling van Esther, vanuit mijn perspectief als behandelaar.

Start van therapie

Nadat ik ervaring had opgebouwd met een eerdere cliënte die ritueel bleek te zijn misbruikt, meldde zich 3 jaar geleden telefonisch een nieuwe cliënte bij mij aan (ik noem haar Esther), die bij telefonische intake vertelde dat zij zowel binnen haar familie als in rituele context, ernstig misbruikt was en vertelde daarbij diverse voorbeelden. Zij wist dat er meerdere persoonlijkheidsdelen in haar leefden en vertelde dat zij veel tijd ‘miste’. Daarbij bedoelde zij dat zij zich soms plotseling in een situatie bevond waarbij zij geen flauw idee had hoe zij daar terecht was gekomen en dan ontdekte dat er uren of zelfs dagen voorbij waren waaraan zij geen enkele herinnering had. Ze had eerder een paar jaar hulp gehad van een hulpverlener, maar die hulp was gestopt. Ik aarzelde om haar in therapie te nemen omdat dit zeker een langdurige, controversiële en complexe behandeling zou worden en ging op literatuuronderzoek uit. Er bleek inmiddels een baanbrekend boek op de markt ‘healing the unimaginable’ van Allison Miller[6]. Miller legt mij duidelijk uit waarom ik niet krampachtig moest proberen switchen van persoonlijkheidsdelen te vermijden, zoals ik bij mijn eerdere cliënte vaak wel had gedaan uit angst dat switchen in therapie de innerlijke verdeeldheid zou versterken. Ik leerde van Miller dat de kern van behandeling juist bestaat uit het opbouwen van een vertrouwensrelatie met zoveel mogelijk persoonlijkheidsdelen, zodat zij hun deel van het traumatische levensverhaal zouden kunnen vertellen. Dit sloot aan, ontdekte ik later, bij het advies van Janine Fisscher[7]: eerst ontmengen van de delen, dan traumaverwerking, dan pas werken aan synthese. Mijn pogingen Esther door te verwijzen naar de weinige instanties die meer gericht zijn op deze problematiek en gefinancierd worden voor langdurige psychologische hulp, leverden niets op. Gewapend met nieuwe kennis en met 10 jaar meer ervaring in traumaverwerking met EMDR en schematherapie, besloot ik daarom zelf het avontuur met Esther aan te gaan.

Intake

Bij intake ontmoet ik Esther, een vriendelijke, intelligente, goed verzorgde vrouw. Ze heeft een prima baan en zij en haar partner voeden samen een aantal kinderen op. Een groot contrast met wat ze me verder tijdens intake vertelt. Esther is opgegroeid bij ouders die het druk hadden met hun bedrijf en nauwelijks aandacht voor haar hadden.  Zij heeft herinneringen aan misbruik in het bedrijf van haar ouders, misbruik door meerdere ooms en aan een bevalling in een rituele context, met mensen in zwarte gewaden en vreemd gezang. Ze mist veel tijd en weet dat er de afgelopen jaren een ander deel ‘afspraakjes in hotels’ had.

Ze blijkt gedwongen prostitutie te bedoelen. Haar partner, met wie zij dan al jaren samen is, geeft aan dat hij regelmatig ‘s ochtends verwondingen bij Esther heeft geconstateerd die er de avond ervoor nog niet waren: symbolen op haar billen, voetzolen, rug en buik.  Ook vertelt hij dat Esther regelmatig ‘wegvalt’, waarbij haar lichaam helemaal slap wordt en zij een tijdje totaal niet meer reageert. Dit is vaak ’s nachts, m.n. op speciale ‘feestdagen’ van de cult. De drang om de deur uit te gaan is rond deze dagen heel groot bij Esther en de angst neemt toe bij het naderen van de nacht. Haar man blijft op zulke nachten regelmatig op om te voorkomen dat Esther alsnog de deur uit gaat. Eerder is het ook gebeurd dat de partner op cultnachten onnatuurlijk diep sliep. Later zal blijken dat op die nachten een persoonlijkheidsdeel van Esther een slaapmiddel in de thee van haar man had gedaan. Esther vertelt dat ze vaak ’s ochtends sperma vond bij het douchen, soms een halve dag zich niet kon bewegen na zo’n nacht en regelmatig achtervolgd werd door auto’s. Op dit moment lijkt het rustig en zij denkt dat het gelukt is om te stoppen met deelname aan cultbijeenkomsten.  We starten met een wekelijks contact van 2 uur. Maar gedurende de therapie wordt gezamenlijk besloten extra afspraken te maken om het voor de veiligheid noodzakelijk hoge verwerkingstempo haalbaar te houden.

Start behandeling

Na een uitgebreide intake starten we de behandeling met een tweewekelijks gesprek.  Al snel blijkt dat het persoonlijkheidsdeel van Esther (elders in de literatuur wordt vaak de term alter gebruikt, ik gebruik de term ‘(persoonlijkheids)deel’) dat het initiatief tot deze therapie heeft genomen, zichzelf niet Esther noemt, maar Ynsa. Ze weet van het bestaan van een heel aantal delen, maar vindt het moeilijk van binnen contact te krijgen. Na een aantal gesprekken krijg ik een mailtje van een kinddeel, Emie. Ze schrijft: ‘Ik mag jouw niet sgrijven maar ik weet niet wat ik moet doen en jei ging ons hellepe dus wil ik jouw tog sgrijve maar Esther weet niks.’ Ze schrijf ook dat ‘ze wille dat wij koome en wij wille niet maar ze trekke heul errug’. Ik schrijf terug. Als ik in het volgende gesprek Ynsa vertel over het mailtje, schrikt ze. Ik stel haar gerust en geef toestemming dat delen die dat willen mij mogen mailen.

In de maanden daarna krijg ik mailcontact met veel delen. Elk deel mailt vanaf een ander mailadres, en we besluiten tussen de gesprekken door via beveiligde app contact te hebben. Elk deel een eigen account. Dit maakt de drempel voor delen die te angstig zijn om zich in face-to-face contact te laten zien, veel lager. Ynsa geeft aan dat het heel belangrijk is dat delen elkaars mail niet lezen, want dan durven zij mij niet eerlijk dingen te vertellen uit angst voor elkaar.

Vertrouwensrelatie opbouwen met delen

Ik houd per deel een dossier bij, om overzicht te houden over wat ik met de verschillende delen bespreek. Ilze, een tienerdeel, is zeer voorzichtig en op haar hoede in het contact en neemt de tijd om af te tasten wie ik ben en of ik te vertrouwen ben. Stukje bij beetje vertelt ze dat ze elke maand een bepaalde hoeveelheid geld moet verdienen door nachtelijke seksafspraken in hotels te maken via een beveiligde website. Dat is niet zo erg, vertelt ze erbij, vroeger moest ze veel ergere dingen doen. Alleen soms is het erg als er ineens meerdere mannen zijn en zij tegelijk haar verkrachten. Ze is bezig te stoppen, maar is bang dat andere delen dan weer naar ‘de groep’ moeten, zoals ze de bijeenkomsten noemt.  Het geld van het sekswerk brengt ze elke maand naar oom Pieter, om de pillen te betalen die ze dan krijgt.

Ik kom in contact met deel Sasha, die na een opname in een ziekenhuis, waar het metalen bed een grote trigger is, vastloopt in een herinnering. De angst en het schuldgevoel rond deze herinnering zijn extreem hoog. Het herinneren kost dan ook veel inspanning: er moet hard gewerkt worden om weerstand te overwinnen en de veelheid aan heftige emoties toe te laten en te verdragen, maar uiteindelijk lukt het om de herinnering te verwoorden. Eerst door een kinddeel, Lisa, die ik nog niet kende, in kindertaal, geholpen door het centrale kinddeel Emie. Het gaat om een bevalling in een rituele setting waarbij Sasha, het lijf was 15, haar eigen ter plekke geboren baby moest doden. Het is het geluid van haar eigen lach daarbij dat haar het meest achtervolgt. Ze vertelt over moeten kijken naar het kind, laten zien dat je je hecht.  Want als het je lukt om te hechten en dan te doden terwijl je lacht, ben je het meest krachtig. Dat kijken en hechten kon ze echt niet, en daarom splitste Lisa zich af: een kinddeel dat de baby vasthield en naar het kindje keek. Daarna moest Sasha de baby doden. Na bewustwording van deze herinnering neemt Sasha een diepe beslissing dat ze nooit meer naar een cultmeeting wil, ongeacht de dreigementen die zeker zullen volgen.  Ze maakt een lijstje met ‘mijn daden’, dingen waar ze zich extreem schuldig over voelt. ‘Als ik het nu niet schrijf, durf ik het misschien nooit meer’, schrijft ze. Wat me direct opvalt is dat op het lijstje het woord ‘anderen’ evengoed een ander mens als een ander deel van de persoon Esther kan  betekenen. Het schuldgevoel dat een ander deel ‘de marteling van de put en de kist heeft gedragen’, omdat zij het niet kon en ‘wegging’, lijkt even zwaar te wegen als de schuld dat ze jongens heeft moeten leren hoe ze moesten verkrachten. Wat ‘de marteling van de put en de kist’ inhouden, hoor ik pas veel later.  

Door gesprekken met Sasha wordt duidelijk dat de van kinds af aan gedwongen bezoeken van de (vaak) nachtelijke cultmeetings nog nooit eerder zijn gestopt. Er is volledige amnesie tussen Ilze en Sasha en zij weten van elkaar niet wat ze doen. Ik fungeer als ‘externe frontaalcortex’ (noot) en geef informatie van Sasha door aan Ilze. Ilze voelt zich bedrogen door oom Pieter en anderen, als ze via mij hoort dat Sasha nog steeds naar cultmeetings gaat en is extra gemotiveerd te stoppen met het gedwongen prostitutiewerk. Ik moedig Ilze en Sasha aan elkaar van binnen op te zoeken en te leren kennen, dit blijkt een moeizaam proces dat met vallen en opstaan verloopt.  

Veiligheidsbrieven en camera’s

Nu helder is geworden dat Esther nog lang niet los is van de cult, besluiten we een veiligheidsmaatregel te nemen. De delen van Esther die veel weten van hun heden en verleden in de cult, wordt gevraagd zoveel mogelijk namen, plaatsen, data en andere details op te schrijven van misdrijven waar zij bij waren als slachtoffer, ‘dader’ of getuige. Ook digitaal materiaal wordt opgeslagen. Dit is een enorme interne worsteling voor Esther, omdat sommige delen dit heel graag willen en andere delen absoluut niet.  Maar ook de delen die dit opschrijven levensgevaarlijk vinden, zien ergens wel in dat het hun enige levensverzekering zou kunnen zijn. De brieven komen er, in vele duplicaten, en worden via een slim systeem op vele plaatsen neergelegd die niemand allemaal kent.

Als blijkt dat er delen zijn die zelf nog daders in huis binnenlaten, waarna camerabeelden gewist zijn,  laten we ook nieuwe camera’s installeren bij de woning. De beelden gaan rechtstreeks naar iemand toe, zodat wissen van de beelden niet meer mogelijk is. Dit blijkt de veiligheid in huis enorm ten goede te komen.

Verslaving

Er ontstaat een prangend probleem: Ilze blijkt dagelijks een handvol van de pillen te slikken die ze maandelijks van oom Pieter krijgt. De maand vordert, Ilze heeft geen idee wat voor pillen het zijn en durft ook voor geen prijs een pil aan mij af te geven om die te laten testen. Zij is ervan overtuigd dat de cult dit dan direct te weten zal komen, ‘ze zijn overal en weten alles’. De angst is extreem hoog. Na maanden praten en onderhandelen krijg ik 1 pil met de afspraak dat ik die door een vriendin van mij in een ander deel van het land zal laten testen. Het blijkt harddrugs, een tripmiddel dat lust tot seks stimuleert. Een moeizame en dappere weg van afbouw volgt in samenwerking met een psychiater. De pillen blijken angst, stress en zeer traumatische herinneringen te onderdrukken, het helderder kunnen denken met minder en later zonder pillen maakt dat de voortdurende herbeleving van vreselijke herinneringen veel sterker gevoeld wordt.

Bedreigingen

Bij een face-to-face afspraak laat Sasha me rare SMS’jes zien die ze krijgt. Ze wordt er zichtbaar angstig van. Het zijn codes in 4 of 5 cijfers. Het laatste getal geeft de dag aan. Het gaat om het moeten geven van informatie, ik begrijp dat een bepaald deel op de bewuste dag moet bellen. Maar er komt ook een dreigmail in woorden: ‘je bent vervloekt tot de 2e zwarte roos’. Dat is kerst, vertelt Sasha me. En er komt een code die zelfmoord betekent. Deze komt de jaren erna regelmatig terug, samen met wisselende nummers die naar ik begrijp het deel aanduiden dat dit moet doen. Elk deel heeft eigen instructies op wat voor wijze de zelfmoord moet worden gepleegd. Eén keer staat die code met bloed aan de buitenkant van haar badkamerraam geschreven. De dominee van haar kerk, die inmiddels betrokken is bij een netwerkmeeting die we af en toe beleggen, is erbij als dat wordt geconstateerd. Een andere keer stuurt haar partner mij een foto van een auto, die hen volgt en een dergelijke code op zijn zijraam heeft geschreven. Maar naar later blijkt hebben zij nog veel meer pijlen op hun boog.

Backup delen en andere delen

Het stoppen van Ilza en Sasha met hun ‘taken’ zoals zij het noemen, maakt een storm los in de hele persoon. Twee ‘backup-delen’ van Ilze laten van zich horen, die haar moeten dwingen haar taak als sekswerker weer op te pakken. Ze blijken verslaafd aan wit poeder, dat soms ineens op de mat ligt, en zij soms op straat van iemand krijgen. Die iemand blijkt André te zijn, die een pooiersrol naar Ilze vervult. Deze kinderlijke en weinig ontwikkelde persoonlijkheidsdelen kennen hem als een aardige man die hun wit poeder geeft waardoor ze zich beter voelen. Zij hebben wel zeer traumatische herinneringen, maar geen nare ervaringen met André. Als zij hem ‘per ongeluk’ tegenkomen vlakbij hun huis op straat, nemen zij het witte poeder aan en gebruiken het. Daar stopt hun herinnering en neemt, blijkt later, Ilze het over. Die bevind zich ineens in een busje en wordt vreselijk misbruikt. Steeds opnieuw wordt mij duidelijk dat de geheugenmuren tussen de verschillende delen veelal hermetisch dicht zitten. Als ik een nieuw deel ontmoet, blijkt die meestal nog helemaal in zijn of haar eigen kleine wereldje te leven en geen flauw idee te hebben wat er het afgelopen half jaar in Esthers leven veranderd is.

Ik maak kennis met allerlei soorten delen. Sommige, zoals de backups van Ilze, kennen alleen hun eigen stukje ‘leven’ en hebben geen idee van het effect van hun handelen op andere delen of de hele persoon. Sommigen hebben als taak iemand van de cult  op vaste tijdstippen minutieus te informeren over wat zij deze week gaan doen.  Erachter liggen martelingen als jong kind waarin zij exact alle details van haar dag moest onthouden en rapporteren. Een gemist detail betekende waterboarden, een geslaagde rapportage leverde een snoepje op. Er zijn engelstalige delen en een duits deel, die herinneringen dragen van misbruik in het buitenland.

Andere delen weten veel van de binnenwereld, maar zitten helemaal vast in het denken van de cult. Ze hebben een ‘taak’ om van binnen een ander deel, dat de cult ongehoorzaam is,  pijn te doen. Dit doen zij door herinneringen van marteling van dit specifieke deel naar het dagelijks bewustzijn te brengen. Deze delen zijn woedend op mij omdat ik chaos van binnen veroorzaak. Sommigen zijn er diep van overtuigd dat satan de almachtige is en de illuminatie de wereld gaan overnemen. Je bent krachtig als je macht hebt over anderen en het hart van iemand eten maakt je sterk. Hoe kom ik erbij te denken dat dat niet waar is? Ik gebruik cognitieve technieken die soms een beetje helpen en gaten schieten in vaste overtuigingen. Maar meestal komt de doorbraak pas als het lukt in gesprek te komen over het moment dat dat deel afgesplitst of ‘geprogrammeerd’ is, door middel van extreme conditionering. Altijd een herinnering met extreme marteling op zeer jonge leeftijd: de eerste keer anale verkrachting, na verkrachting door meerdere mannen opgesloten in een doodskist voor uren onder de grond, opgesloten in een kooi met lichaamsdelen van een kind, 2 nachten in een bos aan een ketting waarbij elke paar uren mannen komen om te verkrachten, bevallen op een altaar en je baby daarna verkracht zien worden, terwijl je verkracht wordt een belofte moeten doen dat je altijd van opa zult zijn, voor het eerst een ander kind moeten verkrachten. 

Het woedende deel dat zich zo sterk identificeert met de waarden van de cult heeft dan maar een klein stukje van de herinnering: de ergste pijn, het moment dat het voelde of het lijf uit elkaar scheurde, het moment van het nazeggen van de belofte aan opa en satan.

Als het lukt om samen met andere delen, die al willen meewerken aan vrijheid, de hele herinnering te vertellen, blijkt het deel bereid te stoppen met zijn of haar zelfdestructieve taak. Voor de andere delen is dit een heel zware taak omdat ook zij maar een stuk van de herinnering hebben en nu zich de hele vreselijke gebeurtenis moeten realiseren, inclusief de afgesplitste ergste fysieke gevoelens en emoties. Het is echter de enige weg naar vrijheid voor het saboterende deel en dus ook de hele persoon.

Verdeel en heers

Verdeel en heers lijkt het leidende principe van de satanscult. Een eerste manier waardoor zij dit bewerkstelligen is, doordat de herinneringen aan gruwelijke gebeurtenissen in stukjes bij verschillende delen zijn opgeslagen. Er is sprake van horizontale dissociatie (delen dragen in de tijd na elkaar een verschillend deel van de marteling) en verticale dissociatie (delen dragen van hetzelfde moment verschillende zintuigelijke aspecten: het geluid van de zaag, het gelach van de mannen, de pijn in het lijf). Zoals we weten uit allerlei theorieën rond traumaverwerking, kunnen herinneringen niet worden verwerkt als de meest moeilijke, pijnlijke, schaamtevolle of weerzinwekkende onderdelen ervan worden vermeden. Zonder externe hulp is dat bij deze extreme trauma’s niet mogelijk. 

Een andere manier waarop zij de delen tegen elkaar opzetten, is door verschillende persoonlijkheidsdelen heel verschillende ervaringen met dezelfde persoon te laten opdoen. We zagen dit al met pooier André. Maar dezelfde truc is ook toegepast bij meerdere ooms en andere daders in de cult. Bijvoorbeeld, Esther wordt door oom 1,  naakt, langdurig opgesloten in een doodskist die ook daadwerkelijk begraven wordt, samen met een ander meisje. Elke beweging doet aarde door de spleten vallen en maakt het voor de ander moeilijker om te ademen. Op het moment dat het aanwezige persoonlijkheidsdeel alleen nog wenst dood te gaan en splitsing in de persoon optreedt, worden de meisjes ‘bevrijd’ door oom 2. Die troost het nieuw gekomen deel, slaat een deken om haar naakte lijfje, geeft haar drinken en een warme douche en zegt verontwaardigd dat hij zal zorgen dat de dader gestraft wordt. De extreme opluchting en veiligheid die door het nieuwe deel wordt ervaren bij oom 2, zorgt voor een sterke hechtingsband. Dat diezelfde oom 2 op andere momenten verkracht en anderszins martelt, blijft voor dit deel verborgen.

Een derde manier waarop persoonlijkheidsdelen tegen elkaar worden uitgespeeld, is door onderling schuldgevoel, schaamte en boosheid. We zagen dit bij Sasha, die zich schuldig voelt naar een ander deel, omdat zij ‘wegging’ en ‘een ander deel de marteling in de put liet dragen’, in haar woorden gezegd. Dit betreft een marteling waarbij Esther in een put moest afdalen waarin precies zoveel water stond dat zij, als zij zich inspande en op haar tenen ging staan, zij net niet verdronk. Toen het lichaam het niet meer trok door de kou, de angst en de inspanning en zij het opgaf en bijna verdronk, splitste een nieuw deel zich af. Sasha voelt zich achteraf heel schuldig naar het nieuwe deel dat ze die voor ‘haar’ ellende heeft laten opdraaien, zij had dit zelf moeten kunnen volhouden. Dit schuldgevoel wordt verzwaard

doordat dit nieuwe deel na de put extra marteling krijgt omdat zij eerder getraind gedrag niet weet (vanwege het geheugenverlies tussen haar en Sasha), wat cultdaders (die  ongetwijfeld geweten hebben dat er geheugenverlies was) haar aanrekenen als ‘je expres van de domme houden’.

Maar ook is er woede onderling, bv. bij een deel dat een mes in haar hand kreeg (zij is dan een jonge tiener) en weigerde haar baby te doden. In de cult bestaat geen ‘nee’ en uiteindelijk nam een ander deel het over en doodde de baby wel. Met als gevolg woede van het eerste deel naar het nieuw gekomen deel. Als ‘assistent-cortex’[8] heb ik een brugfunctie tussen de verschillende delen. Ik licht toe, leg uit, moedig hen aan elkaar te ‘ontmoeten’ en te zien hoe dat andere deel op haar of zijn manier de hele persoon op dat moment hielp te overleven. Er was toen en daar echt geen uitweg. Ouders, opa en oma en veel ooms zaten erin. Juffen reageerden niet op de veelvuldige tandartsbezoeken waarvoor oom haar van school haalde. Zelfs zelfmoordpogingen werden niet toegestaan en echt dood gaan ook niet. Vaak was er een medicus – huisarts in het dagelijks leven – die net op tijd hechtte of het bloeden stelpte of een passende injectie gaf.

Als ik het centrale kinddeel vraag om de binnenwereld te tekenen, komt er een strak georganiseerd piramidevormig figuur op papier. Alle delen hebben afzonderlijke plekken met ruimtes ertussen. Een bepaalde tekening die zij als kind met oma moest maken, is ook van belang: het is de tekening van een ladekastje, een plek om herinneringen veilig op te bergen.

Doelgericht afsplitsen van persoonlijkheidsdelen

Gaandeweg de behandeling blijkt mij steeds meer dat deze satanische cult zeer doordacht te werk gaat, gewapend met hoogontwikkelde psychologische kennis. Er zijn delen ‘spontaan’ afgesplitst omdat de grens van wat een mens aan marteling kan dragen, tijdens een marteling werd bereikt waardoor het aanwezige persoonlijkheidsdeel zich (opnieuw) splitste. Maar de meeste delen die ik spreek en waarmee ik een band opbouw, heeft de cult expres laten afsplitsen en daarna middels nieuwe marteling getraind voor een specifieke taak.  Dit wordt mij nog veel duidelijker als naast herinneringen over misbruik en martelingen thuis, in schuren van familieleden en in rituele settings (kerk, bos), ook herinneringen verteld worden over martelingen op een plek die door sommige delen de ‘school’ wordt genoemd: een ziekenhuisachtige plek waar professionele martelapparatuur aanwezig is. De meeste of wellicht alle herinneringen waar sprake is van electroshock, hebben betrekking op deze locatie, maar naast electroshock is er een keur aan martelmogelijkheden aanwezig. Esther geeft aan dat dit ook de plek was waar zij werd heengebracht, als geheimhouding van gebeurtenissen extra belangrijk was. Dit was altijd het geval na misbruik door hooggeplaatsten. Als dit misbruik door hooggeplaatsten in het buitenland plaatsvond vond marteling met als doel geheimhouding, plaats op een dergelijke locatie in het betreffende land.

Behandelrelatie: tussen wantrouwen en broos vertrouwen

Als je opgroeit in een sadistische omgeving zoals dat geldt, uitgezonderd het naamdragersdeel (zie verderop), voor alle persoonlijkheidsdelen van Esther, is het leren vertrouwen van mensen een enorme en welhaast onmogelijke opgave. Hoe moet je ooit je partner vertrouwen, als je eigen vader, moeder, opa en oma, ooms en tantes, het ene moment gezellig met je aan tafel zaten en in een andere context je beulen waren? Hoe moet je ooit nog een mens vertrouwen als andere daders op sommige momenten doelbewust je vertrouwen probeerden te winnen door liefdevolle aandacht te geven en korte tijd daarna je broze hoop weer verwoestten door verkrachting en marteling? Wie zegt dat je partner op een kwade dag toch niet iets soortgelijks zal doen? Wie garandeert dat ik, als behandelaar, niet plotseling er de brui aan zal geven of mijn betrokkenheid aan de wilgen hang?

Het onderscheid tussen iemand die met een goed hart soms fouten maakt en iemand met kwade intenties, is bij de start van de behandeling voor veel delen nauwelijks te maken. Als ik beloof om 11 uur online te zijn voor een afspraak, roept het bij de meest beschadigde delen direct wantrouwen op als ik er 3 over 11 ben. Betrouwbaarheid moet keer op keer weer ervaren worden. Fouten die ik maak  moet ik helder en expliciet benoemen en als dat terecht is een oprecht sorry zeggen. Daarbij durven de meeste persoonlijkheidsdelen mij niet rechtstreeks aan te spreken als het broze vertrouwen gevoelsmatig is beschadigd; ik merk het in de terugtrekkende beweging in het contact, er wordt minder of niet meer gedeeld. Dit opmerken, boven water krijgen wat er fout liep in het contact en dat herstellen,  is essentieel. Afstand in ons contact en niet kunnen delen van wat er binnenin gaande is, maakt Esther per direct kwetsbaarder voor de pogingen van de cult haar terug in hun klauwen te krijgen.

Dat weet de cult natuurlijk ook. ‘Verdeel en heers’ is een principe dat zij toepassen zowel op de persoonlijkheidsdelen van hun prooi, maar ook op steunende relaties van hun prooi.  Pas in de loop van de jaren krijg ik er bij stukjes en beetjes meer zicht op, op welke ingenieus kwaadaardige wijze zij proberen de behandelrelatie kapot te maken. Ilze, wellicht het meest beschadigde en daardoor meest wantrouwende persoonlijkheidsdeel, vertelt dat ze  ‘kopieën’ van mails ontvangt die van mijn mailadres afkomstig lijken. Daarin communiceer ik met de cult over haar, waardoor de suggestie wordt gewekt dat ik eigenlijk door de cult wordt ingezet. Ze vertelt dat ze wordt uitgenodigd in te bellen in een telefoongesprek dat iemand van de cult zogenaamd met mij voert, waarbij ‘mijn’ stem voor haar zeer overtuigend klinkt. Inclusief een merkwaardig snuifje dat ik schijn te hebben, waarvan ik mijzelf niet bewust ben. Ze geeft aan dat ze foto’s van mij ontvangt waarop ik met mensen in gesprek ben die bij de cult horen. Deep fake methoden staan hen kennelijk rijkelijk ter beschikking. Voor Ilze blijft het lang een gevecht: wat als ze toch gelijk hebben? Ze liegen vaak, maar niet altijd. Zoveel mensen zijn nep gebleken. Waarom zou dat niet ook voor mij gelden?

Naarmate de behandelrelatie met vallen en weer opstaan groeit, durft zij stap voor stap meer hierover te delen, soms met andere delen, soms met mij. Het ‘gif’ dat dit soort cultboodschappen in de persoon verspreidt, komt sneller aan het licht en doet daardoor minder schade. Uiteindelijk zal wat echt en waar is, het winnen van leugen, misleiding en bedrog.

Dreigmails, politie en volgauto’s

Intussen blijven de dreigmails binnenkomen bij Esther, nu op de codes niet meer wordt gereageerd, in de vorm van gedichtjes met zinnen of woorden die specifieke trauma’s triggeren. Om de automatische responsen die dit uitlokt te stoppen, werken we samen heel hard om de getriggerde herinneringen in z’n geheel boven water te krijgen. Ilza, die intussen is afgekickt, worstelt regelmatig met haar verlangen naar drugs en extreme pijn, de enige manieren die zij heeft geleerd om met emotionele pijn om te gaan. Met alle herinneringen die achter elkaar boven komen,  is dat een heel zwaar gevecht. 

Ik krijg een paar dreigmails die speciaal aan mij gericht zijn. ‘Laat je uitverkorene gaan anders ben je dood’, is onder andere de boodschap. Ik licht de wijkagent in en geef haar een kopie mee. Het mailadres knip ik eruit, ik heb niet illusie dat het volgen van dat adres ons bij de daders gaat brengen. Bovendien weet ik intussen dat het woord politie voor enorme stress zorgt bij mijn cliënte. Een aantal kinddelen hebben mij verteld van martelingen op 5 jarige leeftijd, waarbij mannen in politieuniform haar eerst uitlokten om te vertellen wat opa deed en vervolgens haar gewelddadig sexueel misbruikten. De kinddelen die ik spreek zijn er stellig van overtuigd dat een gummistok er is om in je vagina te doen.

Mijn cliënt wordt zeer regelmatig op de weg naar huis op de bumper gevolgd door auto’s of busjes met geblindeerde ramen, met knipperende lichten. Met het netwerk zetten we een systeem op dat er contact met haar is onderweg, om de dagelijks leven delen te helpen de touwtjes in handen te houden. Dit lukt vaak wel, maar soms niet. Dan volgt een deel automatische de seinende auto naar een parkeerplaats, waar verkrachting en bedreiging plaatsvindt. Steeds is het doel van de cult om een deel zover terug te krijgen in haar automatische reactie, dat zij ‘uit eigen beweging’ in de nacht naar een cultplek komt, waar zij alle tijd en middelen hebben om met uitgebreide martelingen delen te herprogrammeren.

Poging relatie met hulpverlener te breken?

Onze tweewekelijks afspraken zijn altijd op dezelfde tijd en dag. Als onverwachts een afspraak niet doorgaat, gaan mijn man en ik die ochtend in onze tuin werken, die nog in de aanlegfase is. Mijn man vindt, netjes onder de poot van een hek langs het aangrenzende pad, een knalrode portemonnee die vol blijkt te zitten met allerlei soorten drugs. Wij zijn hoogst verbaasd: wie laat er nu zo opzichtig een voorraad drugs achter voor een ander? Het pad ligt ingeklemd tussen onze tuin en een politiebureau, dat aan de achterkant is uitgerust met camera’s. Het valt me op dat de portemonnee precies op de plek ligt waar beide politiecamera’s erop gericht staan. Ik begrijp er niets van, totdat mijn oog valt op de initialen op de portemonnee. Ik stuur een foto van de portemonnee naar mijn cliënte. Een kinddeel laat me weten dat de portemonnee van hen is van vroeger, maar dat zij die al heel lang kwijt zijn. Ilza is boos op me, zij kan wel wat drugs gebruiken want de strijd is zo zwaar. Ik puzzel en puzzel: Was het de bedoeling haar een sms te sturen, dat zij zelf die portemonnee ging ophalen, nadat ze bij mij was geweest? En zou de cult haar gedreigd hebben dat zij het op film hebben staan en die filmpjes aan mij zullen sturen als zij niet zelf bij mij stopt? Ilza kennende zou dat zoveel schaamte hebben opgeleverd dat zij inderdaad nooit had willen terugkomen. Verderop in de therapie wordt mij steeds duidelijker dat dit inderdaad de intentie moet zijn geweest. Ik maak wat foto’s, bel de politie en laat de portemonnee door hen ophalen.

Naamdragersdeel

Te midden van alle delen die ik ontmoet en met wie ik contact opbouw, valt mij op dat er één deel ontbreekt. In de literatuur wordt gesproken van een ‘buitenkantdeel’, de naamdrager die niets zou weten van het misbruik en de cultwereld waarin zij verstrikt is. Na anderhalf jaar intensief samenwerken heb ik zo’n deel nog niet ontmoet. Elk deel dat ik ontmoet weet wel fragmenten van misbruik en cultwereld. Ik bespreek dit niet met mijn cliënte of haar partner, maar houd het als vraagteken in mijn achterhoofd.

Dan, een paar weken voordat ik met vakantie ga, ontmoet ik haar via de app. Ze kent mij niet. Wie ben ik, en waarom moet zij met mij appen? Zij heeft een heel gewoon leven en helemaal geen problemen. Haar enige probleem is dat zij vergeetachtig is. Soms mist ze dagen, weken of maanden. Maar dat heeft toch iedereen? Of misschien is ze psychotisch? Hoewel ik haar verwachtte, is de ontmoeting met haar toch een bizarre gewaarwording na 1,5 jaar intensief werken aan de meest gruwelijke herinneringen. Stap voor stap moet ik haar vertrouwen winnen. Af en toe krijg ik een mailtje van een ander deel, maar heel veel minder dan eerst. Ik geef haar psychoeducatie over DIS. Vertel haar over het proces van de afgelopen anderhalf jaar;  wat andere delen mij verteld hebben, stukje bij beetje. Ze lacht me uit. Welnee, oom Pieter is altijd heel aardig. Wel heeft ze hele nare dromen over mensen in zwarte gewaden, iets bloederigs dat ze moet eten. Het worden flitsen terwijl ze wakker is. Wat ze vertelt, herken ik allemaal uit wat andere delen mij eerder en veel gedetailleerder vertelden. Uiteindelijk neemt ze zonder overleg met mij de proef op de som en gaat naar de vriendelijke oom Pieter om te vragen of het misbruik waar is. Ze vertelt dat hij woedend werd toen ze aankwam en zei ‘dat werd wel tijd he Ilze?’. Daarna weet ze niks meer. Wel dat ze enorme hoofdpijn heeft als ze uren later weer terugkomt in haar lijf. Van een ander deel hoor ik dat zij de klappen heeft opgevangen, het misbruik erna, en de pijn van het kerven van cultsymbolen in haar lijf. Deze ontmoeting met oom Pieter is een omkeerpunt voor het naamdragersdeel. Ze krijgt steeds meer dromen en flashbacks, die voor mij meestal niet nieuw zijn.

Verwerken in oorlogstijd

Inmiddels blijft de stroom aan mails, foto’s van martelingen en anonieme telefoontjes die het deel Ilze van de cult krijgt doorgaan. Steeds is het doel haar zoveel angst aan te jagen dat zij het contact met andere binnendelen en mij verbreekt, en naar cultdaders terugkeert. Daarnaast triggeren de foto’s van eerdere martelingen allerlei onverwerkte vreselijke herinneringen, wat de broze communicatie tussen de delen steeds opnieuw verstoort. Er wordt keihard gewerkt om herinneringen die hierdoor teveel opengelegd zijn, te verwerken.  Eén deel gaat schrijven wat zij erover weet en laat het document open op de computer. Andere delen die weten hoe het verder ging, nemen het over. Er ontstaat een herinnering in stukjes en brokjes, sommige stukjes in goed Nederlands, andere in de taal van een 4 jarige of een woedende tiener. Het gaat over misbruik thuis, door ouders, ooms, opa. Misbruik in het bedrijf van ouders, via 2 tussenstations afgeleverd worden bij mannen in een huis of in een bos. Over bevallingen in cultische setting, seks met honden, verkrachting en moord op een baby en meer.

EMDR[9] met persoonlijkheidsdelen en de hele persoon

Als het verwerkingsproces vastloopt, gebruik ik soms EMDR via de chat. Bijvoorbeeld als Ilze vastloopt in een herbeleving waarbij een hond met zijn penis klem blijft zitten in haar vagina. Ze loopt vast met het opschrijven. In plaats van klikjes of oogbewegingen geef ik sommen op, die ze moet uitrekenen terwijl ze focust op de lichamelijke sensaties. Dit blijkt goed te werken.

Het opschrijven van al die herinneringen is een zeer intensieve opgave voor Esther. Daarom probeer ik in een later stadium een paar keer face-to-face EMDR met een aantal delen rond een bepaald trauma, in de hoop de verwerking te versnellen. Dit werkt al na een paar sets overspoelend. We keren terug naar de schrijftherapie. Verderop in het proces loopt het naamdragerdeel vast in de verwerking van een groepsverkrachting tijdens een bevalling. De gevoelens van paniek en heftige lichamelijke pijnen en klem zitten aan alle kanten, zijn overweldigend. Een ander deel geeft me de namen van de daders, die het naamdragersdeel nog niet weet. Ze geeft me de tip de foto’s die bij de namen horen uit te printen en daarmee EMDR te doen. Als Esther komt, blijken inderdaad de foto’s een heftig verwerkingsproces op gang te brengen. Ik zie allerlei emoties voorbijkomen, inclusief paniek, hyperventilatie en overgeefreflex, maar gaandeweg vallen alle stukjes van de herinnering op hun plek. Enorm opgelucht verlaat Esther 2 uur later mijn werkruimte.

Gedwongen daderschap onderdeel van de programmeerstrategie

Zoals ook in de documentaire van Argos over ritueel misbruik naar voren komt, is het dwingen van slachtoffers tot het plegen van misdaden, een essentieel onderdeel van de werkwijze van deze cult. Als foto’s van martelingen Ilze niet meer voldoende triggeren om haar in paniek naar hen toe te halen, sturen zij foto’s van deze soort naar Ilze. Het gaat b.v. om foto’s waar zij als kind een ander kind moet verkrachten, maar ook om foto’s waar zij als volwassene dergelijke dingen moet doen.  Wat natuurlijk niet op de foto staat is de context van extreme dwang, waarbij de enige keuze is die tussen kwaad en erger. Zij vertelt mij bijvoorbeeld over een moment waar zij met een groepje van 4 kinderen tussen de 6 en 8 jaar een ander groepje iets jongere kinderen moest verkrachten. Als zij weigert of aarzelt bij haar ‘taak’, neemt één van de mannen die toezicht houden het over en verkracht het kind vele malen erger en daarna ook haar. De opdracht gehoorzamen maakt je schuldig, de opdracht weigeren ook: dan is het door jouw ongehoorzaamheid dat een ander kind nog meer lijdt. Dit voorbeeld is exemplarisch voor de morele klemsituatie waar zij keer op keer in wordt vastgezet. Zoals iedere traumatherapeut weet, zijn schaamte en vooral schuld de moeilijkste emoties om te verwerken. Zo is het ook voor Ilze. Ik krijg geen van deze foto’s te zien maar ben heel frequent getuige van de extreme zelfhaat die zij oproepen. Praten hierover is met heel veel schaamte, schuld en angst omgeven. Vaak weigert ze te praten of ‘loopt weg’ uit een appgesprek waarna een ander deel het overneemt, die hierover niets weet. Ik voel me net een beul als ik volhoud en keer op keer de zinnen uit haar trek. Inmiddels weet ik dat zulke heftige emoties bij Ilze, als zij die op geen enkele manier kan delen, altijd leiden tot groeiende behoefte aan extreme pijn en pillen. Dat zijn immers de enige manieren die cult haar heeft geleerd om met heftige emotionele pijn om te gaan Beide zijn verkrijgbaar bij de cult en doen haar soms  op die manier ‘zelf’ teruggaan naar mensen van de cult.

Dreigmails aan mij en betrokkenheid van politie?

Zoals gezegd, geen van de ‘daderfoto’s’ krijg ik te zien. De schaamte en zelfhaat en de angst dat ik dan afhaak, is veel te groot. Wat ik wel te zien krijg, is een offensief van dreigmails inclusief foto’s aan mijn werkmailadres. Er zit een opbouw in. Eerst alleen dreigende teksten, dan een foto van het gezicht van een dode jonge vrouw met zichtbare tekenen van marteling. Daarna foto’s van vrouwen of meisjes die seks hebben met dieren, naakt vastgebonden vrouwen op een metalen bed, hangend aan bomen, een naakte vrouw volledig ingepakt in plastic, een uitgehongerd, bebloed en wanhopig tienermeisje in een betonnen cel. De meeste foto’s kan ik hier niet tonen, omdat ze pornografisch van aard zijn en/of om de privacy van de slachtoffers die erop afgebeeld staan, te beschermen. Ter illustratie twee voorbeelden van deze cultmails.

De  meeste foto’s gaan ook naar mensen uit het netwerk dat inmiddels om Esther heen is ontstaan.  Vooral rond cultfeestdagen zijn er perioden dat er dagelijks een dergelijke mail binnenkomt. Soms is het een herkenbare reeks, zoals rond halloween 2020, steeds met de titel ‘door jou nr1, nr 2 etc.’ met daarbij een foto van een kind of volwassene die gemarteld wordt.

De paniek bij Ilze neemt altijd erg toe als ik vertel dat ik een dergelijke mail heb ontvangen, en gaandeweg wordt me duidelijk waarom. Zij krijgt mails met dezelfde titels als wij, maar bij haar zijn haar ‘daderfoto’s’ toegevoegd. De suggestie die de cult wekt is dat wij die ook krijgen en nog later suggereren ze expliciet dat het hen wel lukt te zorgen dat we naar de politie zullen gaan ermee. Zij zal veroordeeld worden terwijl zij de dans zullen ontspringen, is de boodschap. Terwijl ik haar een keer aan de telefoon heb als zij met de auto onderweg is van werk naar huis, vertelt zij met angst in haar stem dat er achter haar een politieauto rijdt en voor haar een politiemotor. De volgende dag stuurt ze me een mail door, verzonden vanaf het mij inmiddels bekende adres, met een foto van een vrouw die geëlectrocuteerd wordt. Links en rechts van haar staat een geüniformeerde agent, met daarbij de tekst: ‘durfde je niet te stoppen? Was je bang?’

Dergelijke intimidatie met inzet van politie-auto’/motor, versterkt haar angst dat inderdaad zij op een kwade dag door de politie zal worden ingerekend op grond van haar daderfoto’s.

De weg omhoog

De daders trekken steeds nieuwe triggers uit de kast om persoonlijkheidsdelen automatisch te laten reageren. Als foto’s en triggers van bepaalde martelherinneringen voldoende verwerkt zijn, wordt er niet meer automatisch gereageerd op de triggers die met die herinneringen samenhangen. De daders merken dit ook en komen met nieuwe foto’s, andere daders die langslopen of langsrijden, triggerwoorden, of bepaalde gebaren die voor een deel een dreigende betekenis heeft. Soms neem ik dit zelf waar bijvoorbeeld als ik met haar mee naar de auto loop.

De balans tussen delen is daarmee voortdurend in beweging. Verwerken van herinneringen maakt persoonlijkheidsdelen die al jaren geen cultwerk meer doen, sterker.  Het brengt kleine, afgesplitste persoonlijkheidsdelen tot rust, die niet meer in ultieme paniek naar buiten rennen als zij bijvoorbeeld een bepaald geluidssignaal horen. Het verstevigt bovendien de relaties onderling. Veel herinneringen komen meerdere keren voorbij, worden eerst door een aantal persoonlijkheidsdelen verwerkt die niet vaak in het dagelijks leven acteren. In een volgend stadium, als er enigszins een nieuwe balans is gevonden, kunnen ook de delen die in het dagelijks leven actief zijn, meedoen. 

Daarbij is voortdurende alertheid op wat er in de buitenwereld gebeurt en wat dit in de binnenwereld doet, noodzakelijk. Verstoring van het kwetsbare innerlijke evenwicht moeten gelijk worden opgemerkt en ‘onschadelijk’ gemaakt. Naast alle mails en foto’s die binnenkomen, gaat dat om auto’s met knipperende lichten op de parkeerplek voor het werkraam; auto’s met knipperende lichten die volgen onderweg; mannen die voor huis of werkraam langslopen en subtiele vingergebaren maken; bepaalde boerderijen waar mensen standaard voor de deur staan als zij naar huis rijdt, met een kooi in handen of een bepaalde hoed op, attributen die gebruikt zijn in bepaalde martelingen en daarom bepaalde delen triggeren. Daders die opbellen en triggerwoorden of teksten zeggen, al of niet op de werktelefoon die zij wel moet opnemen. Met twee tegelijk komen ze aan de deur met een laptop in hun handen, waarop zij daderfoto’s tonen en op die manier een schokeffect willen veroorzaken. Maar ook dringt een aantal malen iemand binnen op het werk, zich voordoende als klusjesman. Meerdere keren wordt Esther ook gedurende mijn behandeling in de val gelokt, verkracht, gedwongen een pil te slikken, een belofte om s nachts te komen afgedwongen.

Maar door alle strijd en terugval heen, twee stappen vooruit en één achteruit, neemt de innerlijke samenwerking stukje bij beetje toe. Een heel duidelijk signaal van vooruitgang is dat het ‘wegvallen’, waar zij en haar partner over spraken bij intake en wat ook ikzelf een aantal keren via de telefoon meemaak als haar partner in zo’n situatie belt om hulp, na ongeveer een jaar niet meer optreedt.

Chantage met marteling van familieleden

Na ongeveer twee behandeljaren komt er een voor mij nieuw chantagemiddel boven, dat door de daders wordt ingezet om mijn cliënte naar hen terug te lokken. Er wordt gedreigd moeder of anderen met wie mijn cliënte een relatie heeft, te martelen, als zij niet op een afgesproken moment komt. De wens om hen te ‘redden’ blijkt sterk en de drang die dit geeft om toch toe te geven aan hun eis om te komen, is groot. Er komen foto’s van haar volwassen zoon, terwijl hij wordt gemarteld. Opgehangen aan kettingen, verkracht. Keer terug en dit stopt, is de boodschap. Sommige delen weten wel dat hij ook in de cult zat, maar de delen die het dagelijks leven doen weten dat niet. Eerst komen de foto’s in de ‘eigen’ mailbox van deel Ilze, waar andere delen het wachtwoord niet van weten. Als zij niet reageert, gaan de foto’s naar de algemene mailbox van Esther. Ilze wil de foto’s kostte wat kost verbergen voor de andere delen, die kunnen niet meer werken en opvoeden als ze dit weten, is haar angst. Ze gaat onderhandelen met de cult, wat gevaarlijke situaties oplevert.

Met horten en stoten komt het herinneren rond deze zoon op gang in het persoonlijkheidssysteem van Esther, wat veel angst, schuldgevoel en verdriet oplevert. De illusie dat het haar gelukt zou zijn deze zoon veilig te houden, moet worden doorgeprikt. Het is de enige weg om de kracht van dit chantagemiddel van de cult te doorbreken. Ilze hoeft daarna deze foto’s niet meer koste wat kost te verbergen voor de andere delen in hun persoon. Ze hoeft niet meer voortdurend alert te zijn en de mails met deze foto’s tijdig uit de mailbox te halen. En, nu zij hierover kan uitwisselen met andere persoonlijkheidsdelen, kan zij beter begrijpen dat helemaal niet reageren op deze foto’s en video’s de beste manier is om deze extra martelingen van hem te  doen stoppen. Dit is een proces dat verloopt met vallen en opstaan

Poging tot moord

Zoals in dit artikel is betoogd, is één van de belangrijkste redenen waarom dit cult- en pedosexueelnetwerk zo moeilijk te ‘vangen’ is, gelegen in het feit dat veel van hun slachtoffers ingenieus via marteling ‘geprogrammeerd’ zijn om ‘uit eigen beweging’ steeds naar hun daders terug te keren. Vele behandelaars zullen de machteloosheid herkennen die dit kan oproepen bij henzelf maar zeker ook bij de overlevers en bij hun omgeving.

De cultdaders leggen hierbij, zo heb ik de afgelopen 3 jaren gemerkt, heel veel geduld aan de dag. Zij nemen zo weinig mogelijk risico, blijven jagen op hun prooi en wachten op een zwak moment waarin zij bevroren traumatische reacties sterk genoeg weten te triggeren om het slachtoffer te laten reageren, zodat deze zelf naar hun auto of busje loopt en instapt of zelf naar een locatie rijdt.

Na maandenlang jagen op Esther, waarbij dit niet meer lukte, was kennelijk hun geduld op. Op 3 december 2020 had ik haar aan de telefoon, om haar te helpen veilig van werk naar huis te komen. Het was al donker buiten. Ineens hoorde ik  ‘neeeeee’ en de verbinding werd verbroken. Twintig minuten later appte ze me weer. Ze stond op een verlaten parkeerplek, en was niet in staat te rijden. Ze vertelde dat, op het moment van haar ‘neeee’ ze bij een stoplicht stond en iemand achterin was gestapt. Met een mes op haar keel werd ze gedwongen naar een verlaten parkeerplek dichtbij te rijden. Hij gaf aan haar te zullen vermoorden, maar werd gestoord toen er op het zijraampje van de auto werd geklopt.

Het gedetailleerde verloop van deze kennelijke moordpoging heeft Esther zelf beschreven in een open brief aan haar daders, elders op deze website te vinden.

Voor haar was duidelijk dat de enige bescherming die zij heeft – naast goddelijk ingrijpen – gelegen is in de belastende informatie die zij heeft over dit misdadige cult- en pedonetwerk. Met haar open brief heeft zij duidelijk gemaakt aan haar daders dat zij, bij een volgende lichamelijk schending van haar of haar geliefden, belastende informatie naar buiten zal brengen.

Esther gaat door

Ik heb met dit artikel een indruk willen geven van de enorme opgave waar slachtoffers van doorgaand ritueel misbruik voor staan, als zij blijvend los willen komen van de cult en het daarmee samenhangende pedosexuele en pornonetwerk.  De strijd van Esther is nog niet voorbij. Veel van het verwerkingswerk zal ze zelf moeten doen, maar zoals elke traumatherapeut weet, kan verwerken van ernstig trauma alleen in verbinding met anderen. Niet alleen met mij, als behandelaar, maar ook met een sterke partner die naast haar staat en met een netwerk van betrouwbare mensen dat praktisch kan helpen en ondersteunen. Praktische hulp kan vorm krijgen door het ophangen en onderhouden van camera’s, door mee te rijden op de route van werk naar huis, letterlijk of middels telefonische ondersteuning en door andere praktische hulp.

Enkele opmerkingen over de behandeling van Esther

Gezien vanuit de literatuur over trauma en dissociatieve identiteitsstoornis, vallen een paar dingen op:

Ten eerste, bij doorgaand misbruik, in de context van geprogrammeerde DIS, is eerst stabiliseren en dan verwerken, geen optie. Er moet verwerkt worden, en ook nog in heel rap tempo, om uit handen van de daders te kunnen blijven. Dit doet een groot beroep op de flexibiliteit en inzet van de therapeut. Met een therapie van 1 of 2 uren per week is dit proces mijns inziens niet haalbaar.

Ten tweede, verwerking verloopt in principe volgens de gewone psychologische mechanismes die we uit traumaverwerking al kennen, alleen is deze door aanwezigheid van expres gecreëerde zelf ondermijnende delen en de voortdurende verstoring van buitenaf vele malen complexer. Principes blijven echter gelijk: traumaverwerking stagneert als de client niet in staat of bereid is alle nare elementen van het trauma toe te laten. Of het nu gaat om afschuwelijke beelden, moordend schuldgevoel of extreme schaamte, zolang dit wordt weggehouden, blijft de herinnering onverwerkt. Dat wil zeggen dat de gevoelens die ermee verbonden zijn niet worden uitgedoofd en niet minder worden, maar dat de herinnering in een ‘diepvries’ in het brein wordt bewaard. Waar deze via nachtmerries of door triggers in het dagelijks leven zich soms ineens met kracht een weg naar het bewustzijn baant.  Dit principe wordt in dit satanische en sadistische netwerk op uitermate sluwe wijze uitgebuit, zoals ik in dit artikel heb willen laten zien.

Ten derde, de cult is ons ver vooruit in hun kennis over DIS. Het heeft er alle schijn van dat de satanscult tenminste al bijna driekwart eeuw bezig is hun programmeringen te vervolmaken. Of er samenwerkingslijnen zijn naar b.v. de CIA of dat zij voortbouwen op kennis die daar is of wordt opgedaan, is een belangrijke vraag. Zeker is dat oorlogsmisdadigers die na WO II naar de VS zijn gehaald,  hun kennis hebben ingezet in dienst van de CIA om mindcontrolmethoden te ontwikkelen[10]. Algemeen erkend is dat de CIA, in projecten met namen als BLUEBIRD en MKULTRA[11] zich schuldig gemaakt heeft aan ernstige misdrijven door het verrichten experimenten op mensen met gebruik van middelen als hypnose, gedwongen drugsgebruik en marteling. Doelen waren onder meer het creëren van meerdere persoonlijkheidsdelen, het veroorzaken van totaal geheugenverlies voor een gepleegd misdrijf als het laten crashen van een vliegtuig,  mensen misdaden laten verrichten tegen hun eigen morele overtuigingen in. Ter illustratie, één van de vraagstellingen in het BLUEBIRD experiment was: ‘Can we create by post-H (posthypnotic?) control an action contrary to the individual’s basic moral principles?’[12] Hoewel de CIA officieel beweert dat dit soort experimenten verleden tijd zijn, is er tenminste één oud-CIAagent die het tegendeel volhoudt[13].

Hoe de relatie tussen de satanscult en de door de CIA ontwikkelde kennis ook moge zijn, uit de behandeling van Esther is mij duidelijk dat deze satanische cult zeer, zeer bedreven is in het misbruiken van de mogelijkheid van de menselijke persoonlijkheid zich te splitsen bij marteling op zeer jonge leeftijd. Mede door toedoen van de False Memory Syndrome Foundation, staat het onderzoek naar DIS en geprogrammeerde DIS in de ‘gewone’ psychologische wereld daarentegen nog maar in de kinderschoenen.

Tot slot

Kortom, er is werk aan de winkel. Er zijn behandelaren nodig die overlevers uit cults langdurig en intensief kunnen behandelen en die bij gebrek aan voldoende  kennis durven pionieren.

Daarbij is het belangrijk dat behandelaars doen wat ze altijd doen: ervan uitgaan dat wat cliënten vertellen waar is, tenzij het tegendeel onomstotelijk bewezen is. Het feit dat iets te gruwelijk en te ingenieus slecht is om te kunnen geloven, is onvoldoende reden om van dit principe af te wijken. Uit vele oorlogen, terreurregimes en individuele verhalen van mishandeling en misbruik in heden en verleden is duidelijk dat mensen tot elke gruwelijkheid in staat zijn.

Er zijn verzekeraars nodig die hiervoor geld uittrekken. Er zijn betrouwbare, betrokken, mensen nodig die een tijdelijke opvangplek willen bieden of willen helpen met de vele praktische ondersteuning die nodig is. Er is bewustwording nodig in de samenleving en in rechterlijke kringen dat vrijspraak rechtvaardig is als misdaden gepleegd zijn onder zware dwang en chantage en met een gesplitste persoonlijkheid. Er is bereidheid nodig in de samenleving om werkelijk te luisteren naar overlevers en hun verhaal te willen geloven. Ook als dat onze illusie van een relatief veilige westerse wereld drastisch en definitief doorprikt. De kinderen van onze samenleving, waarvan sommige opgroeien in een sadistisch universum, hebben daar recht op.

‘Het enige wat nodig is voor de triomf van het kwaad is dat goede mensen niets doen, zei de Franse filosoof Edmund Burke.’ ‘De kinderen van de duisternis gaan met meer overleg te werk dan de kinderen van het licht, zei Jezus Christus.’ Zo hoeft het niet te blijven. De keuze is aan ons.


[1] https://docplayer.nl/12949948-Rapport-van-de-werkgroep-ritueel-misbruik.html

[2] https://www.vpro.nl/argos/media/afleveringen/2018/Het-verhaal-van-Lisa.html

https://www.vpro.nl/argos/media/luister/argos-radio/onderwerpen/2019/mocht-haagse-rechter-oordelen-

   over-kindermisbruik-.html

https://www.vpro.nl/argos/media/afleveringen/2020/uitzending-27-juni-ritueel-misbruik.html

[3] https://www.fmsfonline.org/

[4] https://www.thecut.com/article/false-memory-syndrome-controversy.html

[5] Zie brieven behandelaars aan de Tweede Kamer over de LEBZ, elders op deze website

[6] Miller, A. (2012), Healing the unimaginable, treating ritual abuse and Mind Control. Londen: Karnac Books

[7] Fisher, J. (2017), Het onderscheiden en verenigen van persoonlijkheidsdelen. Eeserveen: Mens!

[8] Een begrip dat ik leen van Janine Fischer, zie p. 95 in haar boek Innerlijke zelfvervreemding overwinnen na trauma. 2017, Eeserveen: uitgeverij Mens!

[9] Eye Movement Desensitisation Reprocessing, een manier die psychologen momenteel veel gebruiken bij het verwerken van traumatische herinneringen. Door gerichte vragen wordt het naarste ‘herinneringsplaatje’ van de traumatische gebeurtenis in het werkgeheugen gehaald, samen met de nare gedachte die daarbij hoort. De opdracht voor de cliënt is, om met dit plaatje als startpunt, te volgen wat zich van binnen aandient aan gevoelens, gedachten, beelden of lichaamssensaties, zonder daarbij iets weg te maken. Gelijktijdig moet een eevoudige tweede taak worden uitgevoerd, doorgaans het volgen van een bewegend lichtje of het luisteren naar piepjes via een koptelefoon. 

[10] Miller, A. Healing the unimaginable, p. 15-17

[11] https://www.thoughtco.com/mk-ultra-cia-mind-control-4174691, geraadpleegd op 14 februari 2021

[12] https://publicintelligence.net/cia-bluebird/, geraadpleegd op 14 februari 2021

[13] https://nl.wikipedia.org/wiki/MK-ULTRA, geraadpleegd op 14 februari 2021