Alert! Onafhankelijkheid onderzoek georganiseerd sadistische pedosexueel en ritueel misbruik in de knel!

11/30/2020 10:47 AM

To  cie.jv@tweedekamer.nl  

Geachte minister Grapperhaus en leden van de Commissie van Justitie en Veiligheid,

Als behandelaars in de GGZ hebben wij met grote opluchting kennisgenomen van het feit dat de motie betreffende onafhankelijk onderzoek naar sadistisch en ritueel misbruik, door de Tweede Kamer unaniem is aangenomen. Het woord onafhankelijk is in dit verband echter essentieel. In ‘beantwoording mondelinge vragen Notaoverleg Slachtoffers 28 oktober 2020’ schrijft minister Grapperhaus het volgende: ‘In lijn met de motie (…) heb ik inmiddels het WODC verzocht een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de aard en omvang van georganiseerd sadistisch misbruik van kinderen.’ Deze eerste stap die de minister heeft gezet, geeft ons reden tot grote zorg betreffende de onafhankelijkheid van het onderzoek. Hieronder willen wij dat toelichten.

Zoals wij u eerder lieten weten, ligt dit thema ons na aan het hart. Wij hebben direct, in intervisieverband of zijdelings te maken (gehad) met één of meer cliënten die vertelden over gruwelijke vormen van sadistisch misbruik in georganiseerde, rituele context. Daarin bespeurden wij een grote angst om hierover te spreken. Echter, Sanne Terlingen en Huub Jaspers (Argos, 27 juni j.l) deden onderzoek naar georganiseerd misbruik en kregen van maar liefst van 200 respondenten een ingevulde vragenlijst terug, waarvan 140 getuigden van ritueel sadistisch misbruik. Het ‘geheim’ van deze grote respons ligt er naar onze stellige overtuiging in dat beide onderzoeksjournalisten vertrouwen wisten te wekken bij slachtoffers dat de anonimiteit gewaarborgd was en dat er geen enkele link was tussen de onderzoeksjournalisten en justitie, politie of LEBZ. En dat meedoen aan het onderzoek op termijn werkelijk zou kunnen bijdragen aan erkenning van de realiteit van dit gruwelijk misbruik en aan hulp aan slachtoffers. Daartegenover staat het feit dat in de afgelopen 7 jaar slechts 3 aangiftes van ritueel misbruik zijn gedaan. Oorzaak van dit zeer geringe aantal, dat in groot contrast staat met de respons die Argos kreeg, is het wantrouwen van slachtoffers naar politie, justitie en LEBZ. Voor achtergronden van dit wantrouwen, verwijzen wij u naar de brief die het kenniscentrum transgenerationeel geweld (KTGG) hierover eerder naar u schreef en naar het recente artikel hierover in het Nederlands dagblad van 27 november j.l (zie bijlage). Zeer terecht nam Kamerlid Van den Berge  de volgende zinsnede op in de aanhef van de motie die met algemene stemmen werd aangenomen: ‘overwegende dat er mensen zijn die naar eigen zeggen «overlevers zijn van ritueel seksueel misbruik» en dat deze mensen zich niet serieus genomen voelen door de overheid, politie en justitie’.

Samengevat, als er niet maximaal wordt ingezet op een commissie die breed het vertrouwen heeft van de slachtoffers is dit onderzoek een verspilling van tijd, geld en menskracht. Volledige onafhankelijkheid van justitie/politie enerzijds en vertrouwen anderszijds zijn de sleutelwoorden. Hiermee staat of valt het hele onderzoek.

Dit betekent dat de minister van Justitie en Veiligheid voor de bijzondere taak staat om een opdracht tot onafhankelijk onderzoek uit te zetten, waarbij zijn eigen departement, justitie en aan justitie gelieerde organisaties geen enkele invloed mag kunnen hebben. Dat is de eerste reden waarom het WODC, dat immers rechtstreeks onder het ministerie van Justitie en Veiligheid valt, absoluut ongeschikt is voor een rol – welke dan ook –  in het tot stand komen van een onafhankelijk onderzoek. Immers, sommige slachtoffers hebben meegemaakt dat eerdere aangiftes zijn gelekt naar hun geweldsplegers of om vreemde redenen vast liepen. Anderen zijn ervan overtuigd dat zij bepaalde hooggeplaatsten, ook van politie en justitie, als dader hebben ontmoet in de context van seksueel of ritueel misbruik. Dit maakt het praten met een commissie die – al is het via via – lijnen met Justitie heeft, voor hen een onhaalbare zaak. Terwijl juist ook deze slachtoffers gehoord moeten worden. Sommigen van ons kennen meerdere slachtoffers die belangrijke informatie hebben rond ritueel misbruik, die onder deze condities zeker niet zullen deelnemen. Iets wat u ook niet wenst. Een tweede reden waarom de WODC niet geschikt is voor deze taak, is vanwege de WODC-affaire die nog vers in het geheugen ligt. Gebleken is dat beleidsambtenaren de afgelopen jaren uitkomsten van onderzoeken hebben beïnvloed, zoals journalist Bas Haan aantoonde en door onderzoekscommissies werd bevestigd. Iets wat exact datgene is waarvoor gevreesd wordt bij dit onderzoek. 

Het is dus van cruciaal belang dat het onderzoek wordt ondergebracht bij een commissie die het vertrouwen heeft van slachtoffers. Daarbij moet alles op alles worden gezet om hen ervan te overtuigen dat de informatie die zij geven op geen enkele wijze via commissieleden gelekt kan worden naar justitie of politie. Immers, de slachtoffers die hier het meest voor vrezen, zijn mogelijk juist zij die het meeste weten. Het is niet de bedoeling dat de nieuwe commissie op hetzelfde punt blijft steken (‘we weten het niet’) als ten tijde van de commissie Hulsenbek in 1994.

Bij het formeren van een commissie die het vertrouwen heeft van slachtoffers,  zien wij daarom een belangrijke regierol weggelegd voor het Kenniscentrum Transgenerationeel Georganiseerd Geweld. Zij hebben het vertrouwen van slachtoffers al en kunnen, als hen de financiële middelen ter hand worden gesteld, zelf een onderzoeksbureau kiezen, bijvoorbeeld het Verweij Jonker instituut. Op die manier is de noodzakelijke onafhankelijkheid van overheid, justitie en politie het beste gewaarborgd. Bovendien is het essentieel, zoals dhr. Michiel Van Nispen, kamerlid SP eerder aangaf, dat slachtoffers ‘een klankbord vormen bij het kiezen van commissieleden, zodat niet de mensen over wie geruchten gaan in zo’n commissie komen’ (Nederlands Dagblad, 3 oktober j.l.). Dit kan vorm krijgen door de commissie als geheel voor te leggen aan slachtoffers inclusief de borging voor veiligheid en transparantie, en eerst alleen een check te doen (via Argos) of zij in die setting durven te praten. Daarnaast is het van belang dat commissieleden een integriteitsverklaring ondertekenen, dat zij niet zullen toegeven aan mogelijke pogingen tot beïnvloeding/chantage van buitenaf en geen informatie lekken over de uitkomsten van het onderzoek.

Kortom, wij doen een dringend beroep op u als minister van Veiligheid en Justitie en u als volksvertegenwoordigers, om een werkelijk onafhankelijk onderzoek te realiseren. Een onderzoek waarbij er maximaal op wordt ingezet om alle slachtoffers van georganiseerd sadistisch (pedo)sexueel en ritueel geweld het vertrouwen te geven dat het veilig is om te spreken. 

Uiteraard tot verdere toelichting bereid,

met vriendelijke groet,

Mw. drs. A.S.  Terpstra-van Hijum (contactpersoon)

GZ-psycholoog BIG

Anoniem

Mw. drs. J. (Janneke) Boogaard-Blom,

arts-psychotherapeut BIG

Mw. A.F.  Denekamp-van Toor

vaktherapeut – BCZ registertherapeut

Anoniem

Dhr. dr. R. Filius,

GZ-psycholoog-psychotherapeut

Mw. drs. C.  Hamoen,

psycholoog 

Mw. drs. M. van Houten

GZ-psycholoog BIG

Anoniem

Mw. dr.. C. Linker,

GZ-psycholoog BIG

Anoniem

Anoniem 

Mw. drs. H. Mateboer-Selles

GZ-psycholoog BIG

Mw. drs. D. Mazzolari,

GZ-psycholoog BIG

Mw. drs. T.A. van Neerbos, 

(kinder-en jeugd) psychiater BIG

Dhr. Msc. J. Sarmiento

GZ-psycholoog BIG

Anoniem

Anoniem

Mw. drs. M. Wielart

Psycholoog i.o. tot psychotherapeut