Moedig en mondig

Wanneer spreek je je uit over onrecht en kwade praktijken? Ik vroeg het mezelf af, al terugblikkend op mijn betrokkenheid bij SRM. Ik zie drie aspecten.

1. Onbekendheid, ik wist er voorheen niets van af totdat iemand me er over vertelde.

2. Betrouwbaarheid, ik wilde eerst onderzoeken of wat ik hoorde waar was (of kon zijn) en of de mensen die erover vertelden betrouwbaar waren. Het leek te bizar om waar te zijn.

3. Gerechtigheid, ik werd geraakt door wat ik naging en door het gegeven dat het getuigenis van slachtoffers van SRM amper serieus genomen wordt. Ik wil me inzetten om een stem te zijn voor wie geen stem krijgen (Spreuken 31:8 en 9).

Ik ben blij dat ik hierin niet alleen sta. Ik ontmoet steeds meer christenen die opstaan. En tot mijn verbazing (en beschaming) zijn meerdere niet-christenen vanuit bewogenheid eerder en sterker opgestaan dan ik; samen willen we moedig en mondig zijn. We gaan voor licht van erkenning voor de slachtoffers van de zeer duistere praktijken en licht van recht op het onrecht. Overlevers getuigen dat ze zonder Jezus, het Licht der wereld, niet tot diepe bevrijding en heelwording komen. En ik zie hoe die heelwording plaatsvindt, stapje voor stapje; moedig en met hulp van God en mensen.  Mondig wil ik voor ze zijn totdat er eerlijk ruimte voor henzelf is om hun ervaringen te vertellen.