We hebben nog een paar foto’s van je

Ritueel misbruik, waarom de weg naar politie en justitie zo simpel niet is

Dit artikel is gepubliceerd als opinieartikel in het Nederlands Dagblad van 27 november 2020

Ritueel satanisch misbruik is een thema dat sinds de documentaire van Argos hierover (Argos, NPO1, 27 juni)) eindelijk enigszins op de maatschappelijke agenda staat. Net als sommige andere collega’s behandel ik al vele jaren cliënten die uit deze gruwelijke wereld afkomstig zijn of er nog steeds in vastzitten. Recent werd ik in het kader van intervisie gebeld door een collega. Ze vertelde over een marteling van een cliënte waar deze ‘geherprogrammeerd’ werd. Het ‘instrument’ dat zij beschreef dat voor deze marteling gebruikt werd, leek precies op wat ik zag op enkele foto’s in dreigmails die ik zelf regelmatig ontvang sinds één van mijn cliënten zich losmaakt uit de greep van een satanische cult. Daarbij staan teksten als ‘wie van jouw kinderen zal ik kiezen?’.  Vaak krijg ik de vraag waarom ik van deze bedreigingen geen aangifte doe. Het antwoord daarop is vrij eenvoudig: de politie zal niets kunnen met de dreigmails die ik krijg, zonder de medewerking van mijn cliënte. Dit netwerk werkt zeer professioneel en de gedachte dat alleen het mailadres ons bij de mensen brengt die aan de touwtjes trekken, is een illusie. Als het mailadres al te traceren is, is er grote kans dat het uitkomt bij een ander slachtoffer, die net zomin als mijn cliënte zomaar durft te praten. Dan veroorzaakt een aangifte van mijn kant alleen maar meer ellende. Waarom doet dan mijn cliënte,  doen andere slachtoffers geen aangifte? Het antwoord op deze vraag is een stuk complexer. Graag wil ik de lezer meenemen in de wereld van een slachtoffer.

Doelbewust gecreëerd wantrouwen

Stel je voor, je wordt geboren in een familie waarvan opa, oma, ouder(s) en vele ooms en tantes betrokken zijn in wekelijkse satansverering inclusief rituele vormen van seksueel misbruik. Daarnaast wordt je van jongs af aan getraind om seksslavin te zijn. Om dit doel te bereiken, wordt je op zeer jonge leeftijd stelselmatig gemarteld met methoden als waterboarding, groepsverkrachtingen, verstikking en langdurig opgesloten en begraven worden in een doodskist. Je brein is nog volop in ontwikkeling, en onder deze extreme omstandigheden splitsen delen van je persoonlijkheid zich af, om een deel van het lijden te dragen. In deze persoonlijkheidsdelen liggen de traumatische herinneringen als het ware in bevroren toestand opgeslagen. Hierdoor kan een ander deel van de persoon, die het gewone dagelijks leven ‘doet’, doorleven, zij het met grote ‘gaten’ in haar tijdsbeleving. In psychologische termen, er ontstaat een dissociatieve persoonlijkheidsstoornis.

Sommige daders zie je op zondag in de kerk, familieleden halen je regelmatig van school voor ‘tandartsafspraken’. Vrijwel elk weekend moet je verplicht logeren bij opa en oma. Je brengt het weekend soms door op een matras in de schuur waar vele mannen ‘langskomen’. Op andere momenten moet je toekijken hoe opa wurgseks bedrijft met oma. Op een dag komen twee mannen die eruit zien als politiemensen vriendelijk met je praten, lokken je uit om over opa te vertellen, en als ze dat na veel moeite is gelukt draaien ze als een blad aan de boom om en verkrachten je beestachtig (zie katern). Daarna zie je als jong kind vele malen mensen in politieuniform, andere soorten uniformen en pakken die meedoen aan rituelen of pedoseksuele praktijken. Op diep niveau in je persoonlijkheid wordt op die manier angst en wantrouwen tegen alles wat een (politie)uniform of pak draagt, verankerd.

Je groeit op, komt na een aantal wanhopige zelfmoordpogingen op je 14e   in een psychiatrische kliniek terecht. Goedwillende hulpverleners moedigen je aan om aangifte te doen van het misbruik door één van je ooms, het enige dat je durft te vertellen. Als je langere tijd in deze wat veiligere omgeving bent durf je, aangemoedigd door de hulpverleners, deze stap te zetten. Meermalen spreek je met twee geïnteresseerde rechercheurs die je serieus lijken te nemen. Na een aantal keren wordt je, als je een weekend thuis bent,  beschuldigd van verraad aan de politie en ernstig gemarteld. Je hebt geen flauw idee hoe je agressors konden weten dat je aangifte had gedaan. Voor jou het zoveelste bewijs dat de cult almachtig is en je nooit zult kunnen ontsnappen. Je trekt de aangifte in en beweert dat je alles hebt verzonnen.

De mislukte aangifte van mijn cliënte op 14-jarige leeftijd, staat niet op zichzelf. Onlangs overhandigde Caleidoscoop, landelijke vereniging voor mensen met een dissociatieve stoornis, aan de Tweede Kamer een bundel met vele verhalen van slachtoffers van seksueel en ritueel misbruik over rampzalige aangiftes. Uit die bundel blijkt bovendien dat bij een brede groep van slachtoffers geen enkel vertrouwen is in de Landelijk Expertisebureau Bijzondere Zedenzaken (LEBZ), orgaan van politie dat in zaken van ritueel misbruik wordt geraadpleegd. (Ex)leden van dit orgaan schromen zelfs niet om publiekelijk, zoals dhr. Van Koppen (rechtspsycholoog) onlangs in deze krant, het bestaan van ritueel misbruik te ontkennen.

Chantage

Op een moment dat een slachtoffer zich probeert los te maken, beschikt deze satanische cult over vele zeer sterke chantagemiddelen. Slachtoffers hebben meestal familieleden die ook in de cult verstrikt zijn. Voor mensen die seksueel genot beleven aan het extreem laten lijden van kinderen en voor wie een mens een wegwerpartikel is, biedt dit geweldige mogelijkheden om iemand die aangifte wil doen of uit wil stappen te chanteren.

Maar waarschijnlijk het sterkste middel dat slachtoffers bindt aan de cult, is het gegeven dat zij van jongs af aan medeplichtig gemaakt zijn aan hun misdaden. Dit gegeven wordt door vele slachtoffers gemeld, ook in het onderzoek van Argos. Dit begint met het op 2/3-jarige leeftijd mede moeten vasthouden van een mes als er een moord wordt gepleegd, het vasthouden van een ander kind dat wordt verkracht (‘je hield je vriendinnetje niet goed vast, ze verzette zich toen we haar verkrachtten, en daarom is ze nu dood’), het moeten ‘kiezen’ van een slachtoffer. Dit gaat over in het moeten ‘plegen’ van moorden en verkrachten van kinderen, ook als volwassene,  in zwaar gedissocieerde toestand. Daarbij is de kwaadaardige creativiteit van daders zo groot, dat zij bij weigering altijd iets nog ergers weten te bedenken. Weiger je als 8 jarige een 6 jarig kind te verkrachten? Dan verkrachten wij het kind, en dat doet haar veel meer pijn, en we verkrachten jou ook. Van deze ‘dader’momenten worden foto’s en filmpjes gemaakt, zoals ook respondenten uit het onderzoek van Argos aangeven.

Titanenstrijd

Nu mijn cliënte zich los wil maken uit hun wurggreep, is het dreigen om hiermee naar de politie te gaan een zeer krachtig middel om deze pogingen in de kiem te smoren. Er worden beelden toegestuurd die hiernaar verwijzen, deze roepen extreme gevoelens van schuld en schaamte wakker. De teksten die erbij staan bevatten o.a. triggerwoorden die bovendien automatische reacties in gang zetten. Het afgesplitste persoonlijkheidsdeel dat bij de gebeurtenissen aanwezig was en de herinneringen en gevoelens hiervan draagt, voelt zich gedrongen terug te keren naar gehoorzaamheid aan de cult, om op die manier andere delen van de persoonlijkheid tegen deze vreselijke herinneringen te beschermen. Meer marteling, sekswerk en gedwongen misdaden met nieuwe filmpjes zullen dan volgen. Het moedige slachtoffer dat toch niet toegeeft en ook geen zelfmoord pleegt, moet keer op keer een titanenstrijd leveren met zichzelf om foto’s en filmpjes en daarmee de ‘dader’herinneringen als gehele persoon onder ogen te zien. Daarnaast moet zij de voor haar reële mogelijkheid verdragen dat de cult op een kwade dag inderdaad een manier vindt om haar ‘dader’foto’s aan de politie door te spelen, zonder zelf al te veel risico te lopen. In hun teksten aan mijn cliënte suggereren zij dat dit zeker gaat lukken, bijvoorbeeld in deze: ‘Onverwachts sta ik aan je deur en zie/ straks in de bak zit jij vast en ik ben free/Ik neuk je elke dag zo suf als de nacht/en vraag iedereen die wil mee actief/je bent geen minuut meer veilig we zullen je altijd pakken/honeymoon en slaaf, negers en slakken/ik kom je halen!’ Voor mijn cliënte is dit een zeer geloofwaardig scenario, zij voelt zich extreem schuldig en kent de macht van de cult. Daarbij, in de wereld van sommige persoonlijkheidsdelen van mijn cliënte, staat de gevangenis gelijk aan een plek waar cult 24/7 regeert en dus een plaats is van oneindige horror.  

Ik heb het sterke vermoeden dat het bestaan van dit ‘dader’beeldmateriaal de belangrijkste reden is dat bewijsmateriaal, dat er wel is in de vorm van appjes, mails, foto’s van verwondingen etc;, zo vaak wordt weggemaakt door slachtoffers. De persoonlijkheidsdelen die weet hebben van de ‘dader’herinneringen, gooien deze in momenten van extreme paniek weg. Bewijs tegen de cult is immers indirect ook bewijs tegen henzelf. Er is een behoorlijke mate van verwerking van de eigen gruwelijke herinneringen nodig om de persoonlijkheidsdelen te helpen samenwerken en deze paniekreactie te doorbreken.  

Betrokkenheid van hooggeplaatsten

Maar er is meer dat aangifte zeer moeilijk maakt. Net als vele slachtoffers geeft ook mijn cliënte aan dat vele hooggeplaatsten, soms uit eigen keuze, soms via chantage bij ritueel misbruik en gelieerde sadistische (pedo)seksnetwerken betrokken zijn. Zij vertelt hoe zij als tiener aanwezig moest zijn bij feesten met hooggeplaatsten waar alcohol en drugs rijkelijk aanwezig waren. Haar expliciete opdracht was om een bepaalde persoon te verleiden tot seks op een plek waar dit middels verborgen camera’s gefilmd werd. Zij was er soms getuige van hoe deze beelden gebruikt werden om betrokkene vervolgens tot volgende misdaden te dwingen. Respondenten in het onderzoek van Argos geven aan dat er onder de plegers politici, rechters, officieren van justitie, advocaten en artsen zijn. Daarnaast ook politiemensen, docenten (en oppas/andere beroepen met kinderen), geestelijken en personen die werkzaam zijn bij media. Daarbij viel op dat het ook gaat om mensen met invloed die niet algemeen bekend zijn via b.v. de televisie. Bovendien wijzen verschillende respondenten dezelfde personen aan, niet alleen als het gaat om mensen die bekend zijn, maar ook als het gaat om daders over wie niets online te vinden is. Mijn cliënte voegt daaraan toe dat het gaat om mensen uit binnen- en buitenland en bovendien ook om medewerkers van de AIVD, professoren, de financiële wereld, hoteleigenaars en eigenaars van pornosites, therapeuten en andere hulpverleners (o.a. kinderbescherming). Voor slachtoffers is deze werkelijkheid een volgend massief struikelblok om aangifte te doen. Daarbij: ook zij volgen het nieuws.  Berichten over de mislukte aangiftes van pedosexuele misdaden die de afgelopen decennia wel gedaan zijn tegen hooggeplaatsten, zoals tegen b.v. Vincent Leenders en het verhaal van de mislukte aangifte van het meisje Lisa (Argos, 8 december 2018)) zien zij ook.  Ook zij horen van het rolodexonderzoek, waar een onderzoek naar pedoseksuele delicten van 4 hooggeplaatsten bij justitie in een vroeg stadium kansloos was omdat van hogerhand naar één van hen gelekt was (o.a. Trouw, 5 maart 2014). Dit bevestigt voor hen de almacht van het netwerk. Daarnaast zijn de straffen bij seksueel misbruik in geval het wel tot een veroordeling komt, vaak heel laag (zie o.a. Algemeen dagblad, 11 februari 2020), wat terechte angst geeft voor vergelding na vrijlating.

Non punishment beginsel mensenhandel

Het mag duidelijk zijn dat vele slachtoffers van deze cult, die op volwassen leeftijd niet door hen zijn losgelaten, zich in een wurggreep bevinden. Steun van behandelaars en een sterk netwerk dat begrijpt wat er aan de hand is en krachtig naast iemand staat, is essentieel. Maar ook maatschappelijke bewustwording en begrip van de extreme methoden van dwang en chantage is nodig en het doordenken van de consequenties daarvan voor de rechtspraak rond gedwongen misdaden. Op het terrein van de mensenhandel wordt in europees verband gewerkt met het non-prosecution en non-punishmentbeginsel (niet vervolgen en niet bestraffen van slachtoffers) in zaken van mensenhandel waarbij slachtoffers gedwongen zijn misdrijven te plegen. De praktijken van Nederlandse satanische cults gelieerd aan pedosexuele netwerken kunnen met recht gezien worden als de meest extreme vorm van mensenhandel en uitbuiting. Niet alleen het lichaam wordt als bezit beschouwt, maar ook ziel en geest van het slachtoffer worden verbrijzeld door het moeten plegen van gruwelijke handelingen waar in vrijheid nooit voor gekozen zou zijn. Als de principes van non-prosecution en non-punishment op in deze context gepleegde misdaden door Nederlandse slachtoffers wordt toegepast en deze kennis wordt verspreid, vermoed ik dat dat een sleutel tot vrijheid kan zijn voor vele slachtoffers.

Katern: kindervaring met ‘politie’

Ik werd een kamer in gebracht en opa ging weg. 2 politiemensen zaten aan een tafeltje en zeiden dat ik moest gaan zitten. I agent had een grote beer bij zich en zei dat ik die vast wel wilden vasthouden. Ik wilde dat wel, maar durfde het niet goed te zeggen uit angst voor wat er daarna zou gaan gebeuren. Hij duwde de beer toch in mijn handen en de beer voelde heerlijk zacht. Het troostte me.

Hij vertelde dat hij wist dat opa niet goed voor me was en dat we daar over gaan praten en dat hij dat nooit zou vertellen aan opa. Hij was er om mij te helpen en het zou nooit duidelijk worden dat ik dingen had verteld. Zo naief als een klein kind kan zijn, geloofde ik het, ondanks dat mijn opa me daar had binnengebracht en de agenten best vriendelijk met hem praatten. Ik begon niet uit mezelf te spreken. De agent vroeg of het klopt dat opa soms dingen doet die me pijn doen tussen mijn benen. Ik zei niets.  De agent vertelde nogmaals dat hij me echt wil helpen, maar dat het heel belangrijk is om eerlijk te zijn, zodat ze andere kindjes kunnen helpen dat dit niet gebeurd bij hun. Bij mij ging er een knop om. Ik wilde anderen helpen zodat opa hun ook niet pijn doen en ik knikte. Hierna stelde hij nogmaals de vraag. Doet opa je soms pijn tussen je benen. Ik knikte ja. De vragen gingen door en ik begon steeds meer te zeggen en te vertellen, totdat we kwamen op het vermoorden van een meisje in de groep terwijl er rituelen werden gedaan. Je bent niet schuldig hoor zei hij en hij kwam naar me toe en gaf me een knuffel. Op het moment dat ik de knuffel probeerde te accepteren, veranderde in 1 klap de hele atmosfeer en zijn arm om me heen werd een strop. Hij trok de beer uit mijn armen, gooide me op de tafel en begon mijn kleren uit te trekken.  De agent verkrachtte me daar op de tafel terwijl hij riep dat ik een gore slet ben en een vuile verrader en dat als ik het nu nog niet snapte dat ik beter dood kon zijn. Opa liegt nooit en jij altijd. Alles wat je zegt gelooft niemand. De volgende keer dat je dit flikt ben je dood, zei hij, terwijl de andere agent me wurgde met zijn handen. Ik ben daar knock out gegaan en werd wakker in de auto van opa. Zo kleine meid, gaan we weer normaal doen vanaf nu, zei opa. Ik zei braaf ja, ontspannen en bedeesd, maar mijn angst was zo groot.