Terugblik op behandeling

Terugblik op ruim 3 behandeljaren, door Ynsa (persoonlijkheidsdeel van Esther)

Een loodzwaar proces dat haast onmogelijk lijkt. Alsof er nooit een eind aan komt, blijven herinneringen zich opdringen en zijn de gevoelens elke keer weer opnieuw mega hevig en zwaar. Dwars door de pijn heen is het toch het enigste wat helpt.

Het tempo en de intensiteit van verwerken is enorm. Elke keer zeg ik weer tegen mezelf of een ander, dat ik nu een tijdje ermee stopt, dat ik pauze neem en moet bijkomen. Ik kan dan niet meer. Mijn tong hangt op mijn enkels en mijn energie is op. Ik voel me verbrijzeld en kapot. Dat roep ik dan na een heftige paar dagen of weken waarin ik door de ergste bagger heb geprobeerd te komen. Dan heb ik mijn vijanden in de ogen heb gekeken, alles gevoeld, opnieuw, wat zich ergens binnen in me had verstopt en feiten en herinneringen die ik me nooit meer had willen herinneren toch herinnert heb. Met elke herinnering komt er ook weer een nieuwe stap. Een nieuw stukje vrijheid geeft ook weer een nieuw stukje verantwoordelijkheid. Moet ik hier iets mee doen? Moeten er gedachten of levenswijzen veranderd worden? Andere keuzes maken vanaf nu?

Nieuwe inzichten zetten mijn hele leven op zijn kop.

Wat doe je als je je opeens herinnert dat al die vervelende nachten waarin je doodsbang was en niet kon slapen komen, omdat je elk moment dacht dat je moeder visite mee had genomen die met je wilde spelen. Maar je eigenlijk gewoon verkrachtte. Dat situaties anders zijn dan mensen je vertelden. Dat je dubbele gevoelens en gedachten hebt, die door elkaar lopen, waardoor je de echte beweegredenen niet meer kon zien. Dat je gaat beseffen dat de gedachten die je altijd had dat je slecht bent, niet goed genoeg bent, alles altijd fout doet, niet komen omdat je dat bent, maar omdat je dat continu gehoord hebt op momenten dat je niets aan de situatie kon veranderen. Als een 3 jarige een beker drinken omgooit, is dat geen reden tot een marteling of dagenlange opsluiting in de kast. Dat is het niet, maar tot voor kort, heb ik dat altijd gedacht, was dat normaal.Hoe ga je dan nog op bezoek bij je ouders? Wat doe je als ze belt? Doe je zoals altijd: je speelt mooi weer en dat er niets aan de hand is,  of kan je het niet meer?. Het is een continue strijd op elk aspect van mijn leven.

Is het stoplicht rood, dan moet ik me bedenken of dit wel echt rood is, of is hij eigenlijk groen en denkt mijn brein dat hij rood is.

Op zo’n moment dat je dwars ergens doorheen bent gegaan, nieuwe manieren aanleert om normaler te leven, dient het volgende zich alweer aan. Soms ben ik nog niet eens weg van de plek, waar ik me zojuist dagen had opgesloten om door zware herinneringen heen te gaan en staat er een cultlid bij mijn auto te wachten. Te seinen om herinneringen wakker te maken, zodat ik maar zwak genoeg wordt om weer terug te willen. Volle bak gaan verschillende personen in mij dan door, we kunnen niet stoppen.

Een dag pauze nemen is 99 van de 100 keer niet mogelijk, maar doordat we doorzetten  en niet stoppen ben ik wel waar ik ben. Ik kan zeggen dat ik veilig ben, dat ik hulp durf te vragen en het allerbelangrijkste, daarvoor in de plaats kan ik tegen al mn andere persoonlijkheidsdelen zeggen dat het oké is om te praten, te huilen en er te zijn. Wie weet lukt het ons om echt mensen te vertrouwen en dit vol te houden, vast te houden. Voor nu is het een proces van vallen en opstaan, maar doordat ik het niet alleen hoef te doen, staan we steeds weer opnieuw op.

Ruin 3 jaar geleden mailde ik Aline. Ik durfde niet te bellen, daar ben ik nooit een ster in geweest. We moesten switchen van behandelaar en ik had het wel even zonder geprobeerd, maar de net beetje ontdekte kleintjes[1] van binnen en de opengebarsten herinneringen probeerden zich met geweld naar buiten te duwen. Mijn nachten zaten vol met nachtmerries. Mijn man had een burn out vanwege het intensieve contact met de kleinere persoonlijkheidsdelen en slaaptekort en mijn herinneringen en wat ik in het nu meemaakte van de cult gingen ook mijn man niet in de koude kleren zitten. Ik leerde net een paar jaar met mijn dis[2] om te gaan en te accepteren dat er meer was dan alleen maar misbruik door een oom. Als kwartjes vallen is dat zwaar en als je dan ook nog een druk gezin hebt, is het loodzwaar.

Ik wilde vrijheid. Ik had er steeds meer van geproefd en voelde de belofte van Jeshua dat Hij me zou helpen. Ik had geen idee wie, maar ik moest iemand vinden die het wel wist. Ik had toch niks meer te verliezen op dat vlak.

Al snel volgde een telefoongesprek met Aline. Ze vroeg wat meer door en nam de tijd voor me. Hoewel ik dit soort telefoontjes nooit kon en dit altijd doorsluisde naar mijn man, deed ik deze zelf. Ik voelde zo’n drive in me dat ik dit zelf moest doen en nadat ik ophing, had ik een heel fijn gevoel dat dit gesprek telefonisch gelukt was.

Aline kon geen behandeling doen, ik moest verder zoeken, maar ze wilde me niet in de steek laten en zou helpen meezoeken/denken. We zouden na een paar maanden weer even bellen om te horen hoe dat was verlopen.

2 intakegesprekken met 2 verschillende mensen volgden en beiden gaven aan mij niet te kunnen of willen behandelen. Ik verloor langzaam de moed en was het telefoontje van Aline niet vergeten, maar wist dat dat ook kansloos was. Een soort laatste strohalm kon ze me misschien geven als ze had nagedacht over andere collega’s.

We hadden contact en na een tijdje mailde of belde ze met een voorstel voor een proefbehandeling van een aantal maanden. Ik had in ieder geval hulp, ook voor mijn man die er inmiddels nog meer doorheen zat. Ik had een 2de ondersteunende persoon nodig om niet helemaal terug in de cult te raken. Ik was er ondertussen namelijk steeds meer uit aan het komen, maar nog verre van los. Steeds viel ik weer terug en kon ik  de trekkracht van de cult niet weerstaan en waren maar een paar dreigementen nodig om me weer te laten komen. Je kan iemand niet gevangen houden die besloten heeft niet meer gevangen te willen zijn. Zelfs de dood is beter dan in hun klem blijven. Daar is de waarheid en vrijheid ook!

De eerste weken waren doodeng. Ik had erg veel problemen met het vertrouwen van mensen en keer op keer had dat een enorme knauw gehad.

Aline zomaar vertrouwen was onmogelijk en daarnaast zou het maar voor een korte periode zijn. Maar de kleintjes  hadden wel zeker iemand nodig om zich veilig bij te voelen, dus ik liet een aantal praten met Aline.

Ondertussen kwamen de ‘gewone’ dagelijkse issues aan bod. De nachten, omgaan met de triggers, dilemma’s in het dagelijks leven.

Zo kwamen we ook op verwondingen die we zagen onder de douche, momenten dat we[3] veel tijd kwijt waren overdag, wat voor ons normaal was. En nu probeerden we helder te krijgen wat er gebeurd was in de gemiste tijd.  Mijn problemen waren niet alleen mijn verleden en nachtmerries en triggers overdag, maar er speelde nog meerdere dingen in het dagelijks leven, welke andere persoonlijkheidsdelen niet met me deelden.

Aline haar manier van praten zette bij mij een motor aan van verwerken van nadenken. Ze vatte steeds samen wat ik zei, waardoor ik terug kon horen wat ik precies gezegd had en hoe het over gekomen was en waardoor ik soms zelf kon horen dat het waanzin was wat ik zei. Niet dat ik die waanzin gelijk begreep, maar het zette wel een proces in werking naar gezondere gedachten. Momenten waarin ze verbaast keek en ik me nogmaals moest afvragen wat ik nou eigenlijk zei. Zinnen waarbij ik mijn daders verdedigde, zoals: maar opa deed het niet expres, of het komt omdat ik mijn beker om liet vallen, etc. Dat de straf bestond uit verkrachting of andere martelingen was voor mij zo normaal.

Aline stelde bijna alleen maar vragen. Open vragen waarbij ik fors aan het denken werd gezet en alle delen die mee konden en wilden doen met hun antwoord konden komen.

Ook wanneer we langzaam vertelden over de dingen die nu nog speelden, afspraakjes die een deel wekelijks had met ‘klanten’ en nachtelijke bezoeken van de cult zette Aline haar tanden erin om ons zoveel mogelijk te laten vertellen en onszelf af te laten vragen wat we nou eigenlijk aan het doen zijn en waarom. Zijn hun dreigementen inderdaad groter? Kan je wel iets doen aan de gevolgen als je wel of niet gaat? We ontdekten dat de meeste macht die de cult had in ons leven bestond uit de macht die we ze zelf gaven in ons hoofd.

Met een rot gevoel kwam ik steeds de afspraak in en met 1000 den vragen ging ik weer weg. Ze gaf me 1000 schoppen onder mijn kont om de situaties vanuit andere delen te bekijken en na te denken hoe situaties hadden geweest, wanneer het mijn eigen kind zou zijn geweest[4]. Van de ene herinnering en gevoelens kwam ik in de andere en ik zette het proces voort door erover te schrijven. Gevolg is Usb-sticks vol met herinneringen vanuit een kindsdeel van 7 geschreven tot aan delen zonder gevoelens of juist alleen maar uit gevoel. Langzaam vulden anderen het aan, deden delen hun zegje erover. Begonnen we de situatie vanuit de gehele hoek te zien en werden de herinneringen completer.

We zijn er nog lang niet, we knokken nog steeds dagelijks keihard om hier doorheen te komen. Als ik stop, als wij stoppen, komen de nachtmerries in alle hevigheid terug en vallen we weer terug in de handen van de cult. Ze hebben zolang gewonnen, zo vaak gewonnen, maar niet meer. Het dagelijkse gevecht is nog intensief. Bijna dagelijks krijgen we dreigmailtjes met schaamtevolle of schuldvolle fotos toegestuurd, volgen auto s me van en naar mijn werk en krijg ik signalen via bijvoorbeeld vingergebaren wanneer ze langslopen op mijn werk of langs mijn huis of als we ergens aan het lunchen zijn.

Na 7 zware jaren, waarvan de laatste 3 bizar intensief en zwaar waren, 13 keer mezelf heb opgesloten voor dagen in een kamer om dwars door de zwaarste herinneringen te gaan, een parttime baan van appen, mailen, schrijven en praten, dag in dag uit.

Dit heb ik geschreven vanuit mijn visie, mijn hoek. Ik weet dat dat niet volledig onze gezamenlijke visie is, want elk persoonlijkheids deel dat met Aline gewerkt heeft, heeft zijn eigen herinneringen toe te voegen, eigen proces en ervaringen.

Door deze jaren van hulp, heb ik geleerd wat vrijheid is en ervoor te willen knokken. Neem ik situaties niet voor lief en laat anderen me gebruiken, maar knok ik voor wat ik nodig heb.

Het vertrouwen in anderen, o.a. Aline is steeds meer gegroeid. Blijf ik achterdochtig? Ja. Geloof ik dat ze nooit iets negatiefs zal doen of zeggen? Nee nooit. De kans dat ze toch wegloopt, toch zich bedenkt en ziet hoe slecht en vies we zijn dat ze ons haat of toch opeens uit ons leven verdwijnt blijft altijd ergens aanwezig in mijn hoofd. De cult gebruikt dit door filmpjes te sturen waarop ze dingen doet met anderen, praat met de politie, etc. Ons wantrouwen naar haar keer op keer probeert steeds alles opnieuw te vernietigen en dat vraagt enorme inzet van Aline. Maar omdat ze transparant is, open staat voor feedback EN omdat er niets is wat de cult kan gebruiken tegen haar, omdat er gewoonweg geen verborgen dingen zijn, lukt dit. De cult heeft dit al heel vaak wel geprobeerd door fotos te sturen, mails terug te sturen die namens haar gestuurd zouden zijn, om maar wantrouwen te zaaien.

Er zijn meer mensen nodig als Aline, zodat er mensen zoals ik, het vertrouwen en de moed weer terugvinden om de stap te maken om jezelf op te richten, in de ogen te kijken en los te komen van alle shit die vast blijft plakken en met je mee is gekomen uit je leven. Om steeds na elke teleurstelling weer op te kunnen staan en te zeggen, we proberen het opnieuw. Om de steun te hebben van iemand die zegt, als het niet gaat ben ik er voor je. Maar er ook echt zijn, zodat je weet, diep in je binnenste dat je niet alleen bent. Zodat je weet diep in je binnenste dat je het aankan en zodat je weet, steeds meer echt weet, dat er een weg uit is, ook voor jou!


[1] Ynsa bedoelt met kleintjes: ernstig getraumatiseerde, afgesplitste jonge kinddelen

[2] DIS: dissociatieve persoonlijkheidssstoornis

[3] Hier gebruikt Ynsa ‘we’ en ‘ons’ als aanduiding voor al haar persoonlijkheidsdelen

[4] Ynsa en vrijwel alle persoonlijkheidsdelen van Esther hadden een keihard en vernietigend oordeel over henzelf: alle gruwelijkheid die hen aan werd gedaan hadden ze zelf gewild, zelf voor gekozen, zelf verdiend door hun fouten. Zij waren gewoon intens slecht. Bij het lezen van iets van Esthers levensverhaal wordt duidelijk hoe dat gekomen is. In de gesprekken probeerde ik vaak gaten in deze overtuiging te slaan door een ander perspectief te geven: Wat zou je tegen je dochter zeggen als die daar kapot en uitgemergeld op de grond ligt na een groepsverkrachting?