Esthers eigen verhaal (fragmenten deel 1)

Introductie

Aline Terpstra, GZ-psycholoog en behandelaar van Esther, 21 februari 2021

Hier vind je fragmenten van het ongepolijste verhaal van Esthers leven zoals zij dat zelf geschreven heeft. Zij heeft heel veel meer geschreven en het totaal van haar levensverhaal is veel complexer, maar voor op de website is er voor dit moment voor gekozen om een aantal herinneringen van haar eerste 10 levensjaren te publiceren en één herinnering uit de vroege volwassenheid.  Ook al is dit maar een klein deel van haar levensverhaal, het is een uitermate schokkend en huiveringwekkend relaas. In de artikelen onder ‘behandeling van Esther’ heb ik uitvoerig uitgelegd waarom ik Esthers verhaal geloof. Als je denkt: maar dat past helemaal  niet in één leven, zoveel lijden, dan heb je helemaal gelijk. Dat past ook niet. Vandaar dat Esther, net als vele andere slachtoffers, van binnen in stukjes verdeeld is geraakt. En (nog) niet een geheel is van één persoon met een samenhangend ik-gevoel, maar een persoon die plek geeft aan vele delen met ieder een eigen ik-besef en eigen stukje levensgeschiedenis.

De daders zijn geanonimiseerd, evenals andere betrokkenen en andere kenmerken die te gemakkelijk herleidbaar zijn naar Esther. De namen van  genoemde daders zijn echter allemaal bij haar bekend. Dit betreft ook hooggeplaatsten in binnen- en buitenland. Deze namen liggen klaar, inclusief meer details van hun misdaden en ondersteunende bewijzen, om bij moord op Esther of haar naasten naar buiten gebracht te worden. 

Zoals in de artikelen over de behandeling van Esther is beschreven, hebben verschillende persoonlijkheidsdelen verschillende (stukjes van) herinneringen vastgehouden. In het verwerkingsproces komen die stukken steeds meer bij elkaar. Sommige van de herinneringen zijn eerst los opgeschreven, waarbij de verschillende alinea’s heel duidelijk door verschillende delen geschreven waren: sommige in fonetisch schrift en heel kinderlijk, andere stukken in het Engels of vrijwel perfect Nederlands. Als de verwerking vorderde en de volwassen delen de emoties en ervaringen van de kinddelen tot zich lieten doordringen, werd het één doorlopende herinnering in gewone taal. In dit rauwe verslag zie je soms nog iets van dit proces terug doordat in sommige gedeelten van een verhaal de spelling beter is dan in andere stukken en doordat er een stuk in het Engels is geschreven.

In het verhaal van Esther klinken de verhalen door van al die kinderen en volwassenen die ook nu op gruwelijke wijze worden misbruikt in de cult, porno- en (martel)seksindustrie.  Dit gebeurt nu. In ons land en daarbuiten, onttrokken aan ons oog, maar vlak onder onze neus. Niet alleen in huizen en afgelegen schuren, maar ook in kerken, landhuizen, (particuliere) landgoederen en kastelen. Het lezen van Esthers verhaal, en in haar verhaal het enorme leed van vele kinderen en volwassen, kan en mag niemand onberoerd laten.

Een groot deel van de Nederlanders erkende het bestaan van de holocaust pas na afloop van de tweede wereldoorlog. Dat was rijkelijk te laat. Hoeveel meer joden en andere slachtoffers hadden gered kunnen worden als mensen massaal ‘mein kampf’ hadden gelezen en de signalen die er waren, serieus hadden genomen? De geschiedenis hóeft niet te worden herhaald. ‘Het enige wat nodig is voor de triomf van het kwaad is dat goede mensen niets doen’, zei de Franse filosoof Edmund Burke. Maar wat zal er gebeuren als goede mensen massaal hun invloed op hun eigen levensplek ten goede aanwenden?

Leeswaarschuwing

Tegelijk, ik kan me goed voorstellen dat het veel te veel is om in één keer te lezen. Zorg daarin ook voor jezelf: er is niets op tegen het lezen van haar verhaal te verdelen over meerdere dagen.

En ook: er kunnen goede redenen zijn om te besluiten haar verhaal niet of niet helemaal te lezen: bijvoorbeeld als je zelf een slachtoffer bent van sexueel misbruik, (emotionele) verwaarlozing, mishandeling en/of marteling, al dan niet in rituele context, kan Esthers verhaal je onderuit halen.  Ga met zorg met jezelf om en lees het samen met iemand anders of niet/ niet nu. Voor alles is een tijd.

Maar laat de reden niet zijn dat je je comfortabele beeld van onze relatief veilige en eerlijke westerse democratische rechtsstaat niet wilt laten verstoren. Dat is een keuze, een ethische keuze, die gevolgen heeft. Gevolgen voor slachtoffers, die gruwelijk alleen blijven staan, maar ook gevolgen voor het soort samenleving waarin onze kinderen zullen opgroeien.  Ik wil je aansporen ervoor te kiezen om de Esthers van onze samenleving niet alleen te laten vechten. Ze hebben ons nodig! Laten we massaal, op wat voor manier  dan ook – hoe klein het ook lijkt – naast hen staan en voor hen opkomen! Dat is geen liefdadigheid, dat is recht doen. 

Tekening van Esther, persoonlijkheidsdeel Amy (kinddeel)

Esthers verhaal

Esther, 21 februari 2021

0-10 jaar Mijn leven thuis en op school

De bedrijfsbel gaat. Een hard en schel geluid vult mijn oren en ik ben hyperalert in een seconde. Soms elke 30 seconden, soms duurt het minuten, maar die bel blijft maar gaan, de hele dag door.

Als de bel een tijdje uitblijft, weet ik dat we bijna gaan eten. Dat betekend avond en in een ogenblik verlang ik weer aan de bel. De bel die me zo alert houdt, wakker en me laat weten dat het dag is, geen nacht. De bel die me verteld dat alles wat er gebeurd meestal wel van te voren duidelijk is of in ieder geval voorspelbaar. De bel die me verteld dat ik naar school kan, of naar de dieren, waar ik dan uren en uren mee kan knuffelen en praten of me kan verstoppen. Midden in het weiland, in het nachthok van de geiten, ga ik dan liggen en kruip bij ze. Dat ik daar in hun stront lag boeide me niks.

Dat waren de dagen dat ik ruimte had om even weg te zijn of om net te doen of ik elders was en geen tijd. Thuis was het klusjes doen, eten koken, het huishouden. Thuis zat je niet op je luie gat, maar was je aan het werk, in welke hoedanigheid dan ook.

Ik vond werken niet erg, ik was er goed in en had energie voor 10, maar ik had mijn momentjes nodig om te staren en uit te gaan. Ik moest af en toe even de standby knop kunnen indrukken, zodat mijn geest even op zijn gat kon en mijn lichaam even gevoelloos kon zijn zonder pijn te moeten verwerken. Soort resettijd.

Dat leraren me vaak vonden staren verbaasde me niet toen ik dat las terwijl ik ouder was. Ik heb mijn schooltijd niet als vervelend ervaren. Ik was niet een meisje dat altijd gepest werd. Soms wel. Maar er waren ergere gevallen dan ik, ik was schoon, ik droeg schone kleren, maar mijn rapporten vermelden een stil meisje die zich afzondert op het schoolplein, veel staart in de klas en haar werk perfect wil doen. Geen commentaar op leerprestaties, ik was altijd heel erg ijverig, dus waarschijnlijk ook geen reden voor zorgen.

Als ik over mijn kinderen zou horen dat ze afgezonderd op het schoolplein in een hoekje stonden en veel staarden in de klas, dan zou ik aan de bel trekken. Dan zou ik me zorgen maken en uitvissen wat mijn kind nodig heeft. Een gesprek op school, een psycholoog, alles komt al voorbij, maar mijn ouders waren druk. Ze hadden er geen tijd voor. Tenminste, dat waren de redenen die ik altijd heb gehoord, maar is dat ook zo?

Opa

We zijn op visite bij opa en oma. Meestal doen we dat op de zondagmiddag, maar ik weet niet of het nu ook zondagmiddag is. Het is gezellig. Mijn moeder is aan het praten, oma heeft lekkere dingen op tafel gezet en ik krijg een koekje in mijn handen. Ik wil eigenlijk ook iets van de tafel, maar dat durf ik niet te pakken. Ik loop wat waggel, heb moeite met mijn balans en opa roept me, alsof hij super blij is me te zien. Hij doet zijn armen wijd en ik moet naar hem toe lopen. Ik wil eigenlijk niet, maar mijn vader spoort me aan en zegt, je wilt toch wel even bij opa zitten, kom.

Ik luister naar mijn vader, hij voelt veilig en oke en ik ga naar opa zijn armen en opa tilt me op. Ik zie mijn opa naar me lachen. Hij houdt me vast en zet me keer op keer op zijn schoot. Ik heb mijn buik naar hem gericht en hij zit.

Als hij me steeds weer neerzet en dichter naar hem toe schuift, voelt het hard tussen mijn benen. Hij lacht, ik zie dat hij lacht, maar het doet zeer en hij stopt niet. Ik voel de verwarring door mijn hoofd heen gaan. Ik kijk naar papa die ook lacht en mama en oma die aan het praten zijn lachen ook. De verwarring wordt alleen maar groter.

Terwijl hij doorgaat en niet stopt, kijk ik naar de oranje/bruinachtige lamp boven de tafel. Zo’n ouderwetse soort kroonluchter met zo’n bruine stoffen kap hangt boven de eikenhouten ronde tafel. Ik voel me gevangen door de kleuren van het licht wat door de kap naar buiten probeert te komen en probeer te ontdekken hoe dat zit. Waarom zie ik wat ik zie. Ik ben mezelf aan het afleiden om de verwarring niet te hoeven voelen van wat er gebeurd.

Een andere keer is het heel druk bij opa en oma. Er is veel familie, ooms en tantes, neefjes en nichtjes. We gaan heel vaak hier op zondag op visite, dat moet. Als opa me op schoot wil hebben word het minder leuk. Hij fluistert soms een woordje in mijn oor en soms doet hij me ook pijn. Als ik geen jurk of rok aan heb, word hij boos. Ik moet zorgen dat ik naar de kerk altijd een rok aan heb, een broek kan echt niet. Ik knik. Ik luister altijd braaf, ben een gehoorzaam kind en ga de volgende keer zeuren bij mama om een rok. Of een jurk want dat mag ook.en dan is opa blij. Ik wil niet dat opa boos op me word. Maar als het zondag is en we naar de kerk gaan wil ik eigenlijk geen rok of jurk aan, want als we dan bij opa en oma zijn, kan opa me pijn doen en iedereen ziet het. Iedereen is erbij en vind het leuk en dat is stom. Als ik dan een broek aan heb kan opa er niet bij maar het moet van opa. ik zeur toch om de rok.

Hij trekt me op schoot en laat me zo zitten, dat hij met zijn grote handen onder mn rok kan. Meestal krijg ik een handvol met chipjes of nootjes, dan kan ik ook niet tegenstribbelen. maar als ik dan een andere keer kom bij opa en oma dan krijg ik geen eten meer, want dan heb ik het al gehad op de zondag als ik zo op zijn schoot zit. Opa heeft het me dan zelf gegeven en gezien dus ik kan ook niet zeggen dat ik honger heb.

Terwijl hij zit te praten met mijn ooms en tantes, moeder en vader en oma en soms een nichtje even een compliment of vraag geeft, gaat zijn grote hand onder mijn rok en zijn dikke vinger zoekt een weg naar binnen. Hij loopt altijd heel erg te wroeten want kan er niet zo goed bij en kijkt niet want hij praat met andere en doet heel gezellig maar kijkt niet waar de vinger is. ZIjn nagel doet zeer en elke keer ben ik bang dat hij me stuk maakt en ik straks bloedt. Want dan krijg ik straf en heb ik iets fout gedaan en de volgende keer dat ik alleen bij opa ben wordt de straf nog erger. Dan heb ik niet genoeg geoefend en ben ik te klein,zo noemt opa dat. Als je te klein bent, doet het zeer en krijg je bloed dus je moet groter worden. Dat doe je met je vinger, met een kaarsje, met een dikke stift en dan moet je steeds zoeken naar dikkere en grotere spullen, want dan gaat het goed. Ik geloofde het volledig.

Hij had me beloofd dat wanneer ik goed zou oefenen en niemand het zou zien, ik niet meer met de plug hoef te lopen en te slapen als ik bij hem ben. Dat wilde ik wel heel graag, dus ik deed vaak mijn best.

Maar nu zat ik op zijn schoot, in de grote opa stoel, met wel 20 mensen om ons heen en kinderen die langs liepen om iets lekkers te pakken en opa zat met zijn vinger in mijn kruis. Ik mocht niks laten merken dat het soms zeer deed, dat hij net even verkeerd zat of een stuk vel meenam en als hij toch goed zat, dat hij opgewonden raakte en zijn kruis groter werd. Niemand mocht wat merken, iedereen lachte en praatte en opa ook en ik, ik niet. Ik staarde voor me uit, lachte soms als ik dacht dat dat van me gevraagd werd en wilde zo snel mogelijk weer naar huis. Toch dacht ik altijd dat er met mij iets mis was. Iedereen lachte, iedereen keek en was erbij, alleen ik vond het niet leuk. Ik was gewoon slecht.

Opa vervolg

De dagen dat ik niet bij mijn opa en oma was, gingen we op de zondagen, na de kerk alsnog langs bij hen. Het was een verplichting, je ging gewoon.

Als klein meisje, wilde opa graag dat ik bij hem op schoot kwam zitten terwijl mijn tantes en ooms en mijn neefjes en nichtjes er ook waren. We werden altijd erg verwend met lekkere dingen als taart en koekjes, maar ik moest wel bij opa op schoot zitten.

Ik heb vaak tantes jaloers zien kijken, omdat hun kinderen vaak geen kans kregen bij opa te zijn, hierdoor kreeg ik ook vaak opmerkingen als opa zijn liefste kleinkind enzo, maar die haatte ik. Als ik op opa’s schoot zat, was het niet leuk op opa zijn schoot zitten. Soms moest ik naar de wc en mijn onderbroek uit gaan doen en deze in de band van mijn rok stoppen, zodat ik hem niet kwijt raakte. Dan kwam ik terug en kon hij er beter bij.

Als een mak schaap luisterde ik keer op keer naar wat hij me opdroeg, al vanaf heel jong. Met opa was niet te sollen, ook al leek hij een klein oud mannetje met een lieve glimlach. Ik was vaak met hem op stap.

Naast de momenten overdag, waren de nachten erg eng. Hij kon zomaar elk moment bij mijn bed staan, wanneer ik toch per ongeluk in slaap was gevallen en hij kon me zomaar roepen om bij hem en oma in bed te komen liggen, zodat ik kon zien wat hij met oma deed.

Vaak moest ik toekijken om vervolgens tussen hun in in slaap te vallen, maar toen ik ouder werd hadden ze ook seks met mij. Soms wurgde opa oma en moest ik kijken hoelang ze het volhield terwijl hij haar verkrachtte, Als ik te vroeg stop zei, dan deed hij dat bij mij. De ogen van oma staan in mij gebrand.

Vanaf een jaar of 4 kwam opa regelmatig naar mijn kamer in hun huis. Ik had een eigen kamer waar ook soms voorwerpen neer werden gezet waar ik bang van werd. Zo stond er eens een jampot met ogen om mij in de gaten te houden.

Opa leerde me hoe ik mezelf van onder groter moest maken, ik moest hele dagen met een soort plug lopen en s avonds werd het getest of het al beter lukte om seks te hebben. Ik raakte gewend aan routines en functioneerde daarop. Routines werden mijn controlepunten en mijn houvast. Ik wist wat er ging gebeuren en werd er een soort van gelukkig van. Daarom ging ik extra mijn best doen voor die routine momenten.

Opa was het soort die altijd onvoorspelbaar was. Je wist nooit op welk moment hij kon omslaan en je wist bijna nooit wanneer je iets fouts had gedaan. Hij had altijd een reden en ik was altijd te dom om deze te begrijpen.

Leren

Ik denk dat ik nog geen 4 jaar was. Opa had me gebracht naar 1 van zijn vrienden en hij had gezegd dat ik me moest gedragen. Ik moest luisteren naar wat de meneer wilde, maar hij mocht niet in mijn geheime gaatje. Ik had 2 gaatjes. 1 geheime en 1 neukgat. De geheime is alleen voor iets speciaals en wanneer het mij lukt deze te beschermen totdat mijn huwelijksceremonie is, dan word ik eindelijk verheerlijkt.

Ik wist niet wat de woorden betekende, maar ik wist heel goed het verschil tussen de 2 gaatjes en wat ik moest zeggen als iemand toch de verkeerde wilde pakken. Dan moest ik zeggen nee, in naam van Nimanuel. Ik had het zo vaak geoefend.

Het was een keer gebeurd dat iemand het probeerde. Het voelde helemaal aan de verkeerde kant toen hij naar binnen wilde en ik wist instinctief dat dat dat plekje was die ik moest beschermen. Ik had die zin opgezegd, hij was geschrokken en stopte. Het duurde even voordat hij verder wilde met me. Ik moest eerst zijn lollie oplikken.

Deze man was anders dan de mannen die in dat gat wilden. Deze man was teder en wilde niet dat ik zomaar in mijn blootje op het bed ging liggen. Dat wat ik had geleerd van opa. Deze man wilde dat ik voor hem ging dansen, dat ik wat dronk uit een heel mooi wijn glas en wilde met me praten.

We zaten op de grond met een pop en een knuffelhond en voerden gesprekken. Hij vroeg me wat ik leuk vond en wat ik lekker vond aan eten en of ik wel eens met een meneer ging vrijen. Ik wist niet wat dat betekende en dat ging hij uitleggen. Hij vertelde hoe het hoort en dat het lekker moet zijn en dat hij me dat gaat leren, omdat hij echt van me houdt.

Ik begon open te staan en enthousiast te worden van binnen en kreeg ondertussen een lollie om op te eten. Hij vertelde wat de lollie voor mij betekende en wat dat voor mannen betekende en dat ik daar goed aan moet denken, wanneer ik ze help met hun lollie als ze dat willen. We gingen oefenen en ik luisterde heel goed. Alles deed hij heel zachtjes en voorzichtig en elk stapje ging echt stap voor stap. Ik voelde me vrij om aan te geven wat ik wilde en wat niet en stelde zelfs een paar vragen.

Hij kwam klaar door wat ik bij hem deed en hij beloonde me weer met een snoepje. Hij zei wat voor een gevoel dat bij hem teweegbracht en zei dat ik dat ook kon voelen. Ik werd nieuwsgierig en wilde weten wat hij bedoelde. Ik moest gaan liggen en gaan voelen wat hij deed. Ik raakte enorm in paniek toen hij me tussen mijn benen aanraakte en voelde mijn dromen in diggelen gaan, maar hij stopte gelijk. Ik zie dat je dit niet fijn vind, zei hij, ik stop. Ik voelde de enorme verbazing in mij over zijn stoppen en zijn woorden en herstelde me weer snel. Jij moet zeggen wat je wilt oke, maar we gaan wel bereiken dat je hetzelfde voelt als ik, zei hij duidelijk. Het zorgde ervoor dat er bij mij ook een knop omging en ik het ook echt wilde voelen. Ik stond ervoor open, ook al begreep ik niks van wat hij wilde en bedoelde.

Ik moest lekker gaan liggen en kreeg een hele mooie knuffel in mijn handen. Knuffel er maar lekker mee zei hij en voel wat ik doe. Als het teveel word, knuffel je je knuffel extra en dan komt er een heel lekker sterk gevoel en gaat alles tintelen en dan is het je gelukt. Zullen we daarna een ijsje gaan eten. Ik word enthousiast en zeg ja. Zo omkoopbaar dat ik ben.

Hij gaat met zijn mond tussen mijn benen en soms word het teveel. Soms doet het zeer en dat knuffel ik heel erg de beer, maar opeens wordt het zo erg dat ik hem weg wil schoppen en dan houdt hij me in een soort houtgreep totdat het voorbij is. Alles tintelt en ik wil het nog een keer, maar ik voel me schuldig en schaam me voor wat er gebeurd.

Ik krijg een ijsje en we praten weer gezellig, ik vind het een fijn eervaring. Dat hij daarna alsnog seks heeft met me vind ik niet meer zo erg. Hij laat me speciaal voelen en dat wil ik steeds weer.

Als ik weer opgehaald word door opa, praten ze even met elkaar en daarna gaan we naar zijn huis. Zo dame, zeg opa, dus jij hebt gegilt. Ik schut nee, maar opa ziet het niet. Hij moet wel lachen, ik begrijp het niet.

De keren erop gebeurd dit ook bij opa en ik ga opa elke keer meer een beetje liever vinden. Als hij een goede bui heeft, laat hij mij  dat speciale gevoel geven en het voelt altijd of ik steeds meer me verbind met hem. Hij is mijn stiekeme vriendje en ik hou van hem.

Eerste keer naar de groep

We rennen door het huis, 4 andere kinderen en ik. We zijn allemaal naakt en de mannen roken en drinken en praten en trekken me soms op schoot. Soms zitten ze tussen mijn  benen met hun handen en dan schrik ik en dan laten ze weer los en ga ik weer verder spelen en vergeet weer even wat er gebeurd. Ik heb het ook naar mijn zin met de andere kinderen, want zo vaak zie ik geen andere kinderen en bij opa en oma mag spelen nooit, maar nu wel.

De woonkamer is groot en er staan donker bruine meubels. Er staat een grote ronde tafel met houten stoelen en erboven hangt een grote, ouderwets gele lamp. Er hangt een schilderij aan de muur, maar ik weet niet meer wat erop staat. Het boeide me blijkbaar niet. Op de salontafel staan vierkante glazen met een gelige kleur drank en sigaren in een glas. De sigaren intrigeren me altijd en soms ruik ik eraan. Het ruikt lekker.

Twee kinderen spelen achter in de kamer met soort barbies en auto’s en 1 ander kind zit bij iemand op schoot. De mannen, waar opa ook bij hoort, zitten in de huiskamer in een soort kring. Sommigen hebben een glas in hun handen. Er wordt druk gepraat en gelachen en soms moeten we naar ze toe komen. Dan roept opa me, pakt me op en lacht en praat terwijl hij aan mijn buik of billen zit. Soms doet hij een vinger tussen mijn billen naar binnen en dan lachen de anderen.

Ik wil eigenlijk steeds weglopen, maar ik durf niet. Ik doe braaf wat hij me opdraagt en denk geen moment aan om niet te luisteren.

Als ik weer van zijn schoot af mag, wil ik naar achteren rennen, maar tijdens het rennen word ik gegrepen door een andere man die me ook op schoot trekt. Kijk, voel eens, zegt hij, terwijl hij mijn hand op de bobbel in zijn broek legt. Lekker he, dat is jouw lollie. De anderen lachen weer.

Als ik een tijdje later weer aan het spelen ben, word ik opeens aan mijn haren omhoog getrokken en ik moet meelopen. Ik hoor de mannen lachen.

In de kamer ligt opa op een meisje die niet beweegt. Ik schrik ervan dat ik opa zo zie doen en dat hij geluiden maakt en dat meisje zo slap hangt en niet meer beweegt. Mijn hoofd raakt op storing en ik kan het niet puzzelen wat er gebeurd. Het lijf beweegt door wat opa met haar doet, als een lappenpop waaraan getrokken en geduwd wordt.

Opa zegt dat hij me gaat leren hoe dingen moeten, maar ik weet niet wat voor dingen hij bedoeld. Ondertussen hoor ik steeds de mannen in de andere ruimte weer lachen, ik hoor een meisje gillen, wat me heel diep van binnen pakt.

Ik zie een camera gestaan gericht op de bank waar opa het meisje verkracht. In deze ruimte is het heel koud en de kou komt via mijn voeten van het beton langzaam meer naar boven in mijn lijf. Bij opa zie ik dat er karton op de grond ligt en ik wil eigenlijk daar staan, want dat ik minder koud, maar ik durf me natuurlijk niet te bewegen.

Ik ben afgeleid. Opa zegt, blijf kijken, ik ben je iets aan het leren. Opletten ja. Ik knik. Het meisje heeft nog steeds haar ogen dicht en beweegt niets uit zichzelf. Als opa klaar is en van haar afgaat, legt hij haar anders neer. Er staat een soort groot werktuig waar een soort bank aan vastzit en in de lucht hangt een schuin blad. Er hangen touwen aan en het is van hout. Later weet ik dat het een schavot is van vroeger. Een speeltje van opa.

Ze wordt op dat geval gelegt en dan krijg ik een touw in me handen en die man zegt goed vast houden. Kijk maar, zegt hij,  en hij doet het touw een beetje los en dan gaat dat schuine blad een beetje naar beneden en maakt een heel erg naar geluid. Hij trekt het weer omhoog en dan geeft hij het in mijn handen. Ik moet het touw vasthouden en als ik het loslaat gaat dat blad naar beneden. Ik kan zien wat er dan gebeurd. Het meisje ligt eronder en dan zal ik haar pijn doen en dat moet niet. Ik ga mijn best doen het goed vast te houden en dan kan ze er straks weer onder vandaan en opa pakt dan het touw weer vast en dan is alles opgelost.

De camera is aan en daar sta ik met dat touw. Het meisje ligt stil, ze beweegt niet. Het is zwaar en ik hou het steeds minder goed. Het lijkt wel alsof het touw met de minuut zwaarder is geworden. Ik doe echt m’n best maar het gaat niet meer en ik voel het touw in mijn handen schuren. Ik hou het niet meer het doet zeer. Ik wil het volhouden en ik wil het vasthouden, maar ik kan het gewoon echt niet meer. Het is te zwaar.

Als mijn hande het niet meer redden dan hoor ik dat vreselijke geluid. Het doet zo zeer in mijn oren alsof er messen in gestoken worden. Het gaat niet meer. Ik doe mijn ogen dicht,  maar het is te laat en ik zie het blad door haar heen glijden en het hoofd valt op de grond.

Ik sta als aan de grond genageld en kan niet meer reageren. Ik zie hoe het bloed eruit spuit en ik zie haar hoofd op de grond liggen, mij aankijkend met haar ogen open. De tijd stond stil, niets was er meer in mijn gedachten en geluiden als opa die aan kwam lopen, kwamen niet meer binnen.

Opa komt binnen en de man die er achter na loopt zegt gelijk, zie je nou wat je hebt gedaan, daar zul je voor moeten boeten. Het is jouw schuld dat je dit meisje hebt vermoord. Jouw schuld, hoor je me. Ik zorg ervoor dat je het nooit meer vergeet. Ik hoorde het wel, maar de woorden kwamen niet meer binnen. Ze vlogen langs me heen als een koude bries en niets deed er meer toe. Ik was leeg, kaal, mijn leven was er niet meer. Alles was weggevaagd.

Hij pakt me op en legt me op mijn buik, op het meisje zonder hoofd. Ik lig daar heel lang en het lichaampje wordt kouder en kouder. Ze is koud geworden tegen de tijd dat ik besef dat ze koud is. Ik kom langzaam tot besef en besef ook dat ik honger heb, moet plassen en heel erge dorst. Ik hoor de mannen in de andere kamer nog lachen en de sigarenrrook komt opeens als een harde klap weer binnen. Alles vanbinnen slaat op storing en ik krijg een grote error in mijn brain en kan niet meer nadenken, alleen dat dit mijn schuld is. Ik heb een meisje vermoord en het is mijn schuld. Ik voel me zo slecht.

Ik zie de randen van waar haar hoofd haar romp heeft verlaten en het bloed loopt nog steeds uit haar nek. Het bloed ligt overal, het is een enorme chaos van bloed. Het hoofd ligt op de grond en kijkt me aan.Het is zo vies en eng dit is mijn schuld. Hier moet ik voor boeten, dat is wat ik alleen maar denk.

Ik lig hier heel lang en vele gedachten gaan door me heen, terwijl ik daar lig. Ik heb het zo koud en ik word zo moe en na een hele tijd tegen mijn moeheid te vechten, val ik opeens op de grond. Dat deed zeer, ik was in slaap gevallen. Ik ben precies naast haar hoofd gevallen en kijk zo in haar gezicht. Ik lig stil en kijk, weer volledig uit.  Opa  komt binnen en trek me aan me haren en zegt jij bent afval jij gaat mee ik gooi je weg.

Nee opa, ik zal lief zijn, ik ga niks meer fout doen, zeg ik hem. Maar het komt niet uit de grond van mijn hart, het komt als een automatisme, want ik voel er niets bij. Mijn lijf doet volledig zeer. Het is stijf geworden van de kou en van in 1 houding liggen en ik ben vies van het bloed waarin ik viel toen ik op de grond viel.

Ik word meegenomen naar de achterdeur en met de tuinslang schoongespoten. Het water is ijskoud en doet vreselijk zeer. Toch komt het maar amper binnen en voel ik me een soort van stoned. Mijn leven is aan me voorbij gegaan en ik leef niet meer en toch ben ik hier. Ik krijg een kop warme thee in de keuken en na een tijdje moet ik mee in de auto van opa.

We rijden niet zo heel erg ver en na een tijdje komen we aan op een parkeerplaats en moeten snel naar binnen via de achteringang van een gebouw. Het is een soort kerkgebouw met hoge ramen en er zijn heel erg veel mensen aanwezig.

Ze gaan een soort van zingen en weten allemaal wat ze wanneer moeten zeggen. Ik ben overwelmd door het hele gebeuren en zie zoveel. Van de gekleurde ramen tot aan mensen in gekke pakken en dingen aan de muur. Kaarsen die flikkeren en een vrouw die huilt. Ik weet niet goed waar ik wanneer moet kijken.

Een vrouw krijst heel hard en is opeens stil. Ik kon niet goed zien wat er gebeurde, ik stond dicht tegen opa aan en hij hield me af en toe te stevig vast dat zijn soort jas me ogen bedekte.

Als iedereen bezig is weg te gaan komt de man die steeds voorin stond naar mij en opa toe. Ik ga jou nog even iets leren, zegt hij. Hij laat zien aan opa dat we mee moeten lopen naar voren en daar zie ik een vrouw liggen waarvan haar buik open ligt. Ik zie ingewanden en heel veel bloed en verbaas me erover dat het er net zo uit ziet als bij konijnen, maar dan veel groter en er zit meer in. Ik zie veel meer dan wat er bij konijnen te zien is. Ik ben best geïnteresseerd, maar ik hou me stil. Ik moet stil zijn en niks zeggen, anders wordt opa boos.

Opeens voel ik een hand mijn haren en mijn hoofd vastpakken en hij duwt mijn hoofd bijna in de buik van de vrouw. Mooi he, zegt hij, terwijl ik daar met mijn neus boven hang.

Mijn neus raakt iets en wordt vies. Hij laat me weer los en ik kom weer omhoog. Ik moet mijn jurk en broek uitdoen en met mijn buik op de buik van die vrouw gaan liggen. Alles beweegt onder mijn buik en ik vind het vies en wil eraf, maar het mag niet. Opa kijkt me streng aan, het is tijd om te luisteren, dat is duidelijk.

Terwijl ik probeer er niet af te vallen is opa woorden aan het zeggen en voel ik bewegingen op mijn rug. De man die erbij is zegt tegen mij, luister meissie, je heet nu Sabrina. Opa is je baas en je papa vanaf nu. Naar hem luister je. Je doet wat hij je zegt, altijd en overal. Luister je niet naar je baas, dan komt hij je halen en gebeurd er wat we je nu gaan laten zien. Maar eerst zeg je me na.

Ik moest de woorden nazeggen: Opa is mijn baas en hij heerst over mijn ziel, geest en lichaam. Ik ben van hem. Ik nodig hem uit om in mij te komen en mij te nemen als zijn bezit als ik niet doe wat opa wil mag hij in mijn lichaam komen en mij straffen, want wat ik schrijf en zeg en doe, zijn alleen dingen die hij wil en anders niet. Dit blijft voor altijd bestaan in de naam van de eeuwige heerser.

Hierna zei ik een woord die ik niet ga zeggen. Gelijk toen ik dat woord zei, werd ik duizelig en alles ging draaien. Opeens kwam er iets in mijn billen en bewoog zich door naar mijn buik. Het deed zeer. Ik zei dat ik altijd lief ging zijn en ga luisteren en toen was het weg.

Opa zei dat ik braaf was en bracht me terug naar huis. De eerste opdracht was dat er nergens over gepraat werd wat er was gebeurd, ik had alleen met poppen gespeeld en lekker gegeten. Ik mocht zelf verzinnen wat. Als ik hier toch iets van ging delen, kwam de politie me halen en moest ik voor altijd in de gevangenis, want ik had het kindje doodgemaakt.

1 ste keer

Opa nam me mee naar een groot huis. Opa tilt me op zijn arm de trap op terwijl een man wijst naar boven. Hij lijkt op een soort kelner in hoe hij zich gedraagt en zegt geen woord. Boven weet opa de weg want niemand laat zien waar hij moet zijn en hij gaan een kamer in en doet de deur dicht.

Hij zet me op een groot bed neer en om het bed staan pilaren die met elkaar verbonden zijn, een soort hemelbed van donker eikenhout. De kamer is groot en komt kaal over, maar dat is hij niet. Er staat een grote, ouderwetse hoge stoel in de hoek aan de linkerkant van het grote bed en de vitrages van de kamer zijn gesloten.

Opa kleedde me uit en zegt me te gedragen. Stil liggen zegt hij. Ik begrijp maar half wat hij zegt en doe het daarom ook niet precies, maar ik weet dat ik stil moet liggen en niks mag zeggen. Opa klinkt zoals hij doet als hij mij pijn doet alleen is zijn stem iets zachter en praat hij niet steeds even snel. Later herkende ik deze momenten wanneer hij gespannen was.

Een volwassen man stapte de kamer binnen en begroete opa terwijl hij naar mij keek. Zo, dus dit is haar, begon hij. Mooi vlees, een bruidje? Opa bevestigde het. Hij zegt dat opa nu wel kan gaan en dat hij roept als hij klaar is. Opa weigert en ze maken ruzie en ik voel alleen maar een angst. Een diepe intense angst van binnen en blijf heel stil liggen, want dat moest van opa.

Opeens is het stil en de man zegt goed. Opa zit nog steeds op de stoel in de hoek waar hij al zat en de man komt dichterbij mij. Hij praat tegen me terwijl hij met zijn handen aan me begint te zitten. Zijn vinger dringt zich naar binnen en ik wil huilen, maar hoor een geluidje van opa, waardoor ik instantly stil ben en uitga.

Ik hoor het geluid van de riem van de man. Het geluid, wat ik pas jaren later kan ontcijferen, maar zo’n enorm herkenbaar geluid geworden is. De rits die open gaat en het geluid van een riem die loshangt.

De man duwt zijn penis tegen me aan en het doet zeer. Hij doet het nog een paar keer, maar krijgt het niet voor elkaar. Opa geeft hem iets in zijn handen en gaat weer zitten. Ik voel een koude vloeistof tussen mijn benen gaan waarna de man het nog een keer doet en naar binnen komt. Een verscheurende pijn snijd door mijn lichaam, als een ledemaat die van een lichaam gerukt wordt.

Alles van binnen schreeuwt, alles van binnen gilt, alles van binnen is stuk en voor altijd vernietigd en staat in brand en ik voel hoe mijn geest mijn ziel verlaat.

Ik kan me niet herinneren dat ik gehuild heb als kind. Misschien een keer dat ik van mijn fiets gevallen ben en mijn knieen open lagen. Momenten dat er gelijk iemand bij me kwam en me trooste en vertelden dat het oke was dat het pijn deed, maar mijn tranen waren verder altijd weg en op. Dood.

Daar, op dat bed, in dat enge, grote onbekende huis, met die grote onbekende man, met mijn opa die alleen maar keek, ben ik een stukje van mezelf verloren en is doodgegaan. Dat stukje zit nog in mij en heeft jaren liggen rotten. Dat stukje is gevonden, heeft de naam  Patricia gekregen, want zo noemde opa mij toen hij mijn maagdelijkheid als peuter verkocht aan die man. Dat stukje ligt bibberend van binnen in een holletje te wachten tot die dag ooit over gaat.

Ik ben beroerd en beurs. Niet dat ik me dat besef want alle sensaties zijn niet te volgen maar nu ik volwassen ben, kan ik het wel invullen. Beurs en beroerd. Niet wetend alles wat er gebeurd en waar ik ben. Doelloos te wachten op wat ik niet weet waarop.

Ik heb het koud. Ik word altijd warm in een deken gehouden, maar nu lig ik al een tijdje hier zonder deken en ik heb het koud. Ik huil. Ik weet niet waarom eigenlijk, maar ik voel me rot. Opeens word ik opgepakt en ik hoor opa.

We lopen een stukje en weer word ik op iets zachts gelegd en ik voel hoe mijn kleding recht getrokken word. Alles wat hij aan mijn lijf doet doet zeer. Beurs, pijn in mijn buik en ik wil warmte. Tegen een vel aanliggen en een hartslag horen en in slaap vallen.

Opeens voel ik weer koude vloeistof tussen mijn benen en mijn kleding verschuift. Het is koud. Opeens voel ik een hele scherpe pijn in mijn buik en tussen mijn benen en ik hoor mezelf gillend krijsen. Ik krijg iets in mijn mond wat vies en lekker is tegelijk en ik voel me dizzy worden. De pijn blijft maar is minder scherp, ik ga uit van binnen wanneer de pijn teveel is en heb niet eens meer door wanneer het gestopt is. Ik voel me verscheurd en vernietigd. Opengereten en stuk, verlaten en alleen en leeg.

Ik word omgedraaid en mijn knieeen worden opgetrokken en weer is daar die koude vloeistof en weer schiet de pijn in mijn voeten en schouders door. Ik wil gillen,maar breek van binnen en staar. Ik ben uit en voel niks.

Er beweegt iemand, er gebeurd iets met mijn lichaam ik zou op iets zachts nog moeten liggen, maar niks is meer sensorisch aanwezig. Ik zweef in de lucht zonder iets te zien. Dood.

Als mijn lichaam stopt met bewegen en er in de kamer iets gebeurd, word ik opeens opgepakt en krijg iets te drinken. Het is warm en zoet en ik voel hoe alles in me weer terugkomt op de plek waar het moet wezen. De pijn wordt weer voelbaar en de kou wordt vervangen door een warme deken.

Ik voel dat iemand aan mijn onderkant zit en scherpe steken komen steeds onverwachts binnen en dan is het weg. Zo moe ben ik, echt zo verschrikkelijk moe. Ik val in slaap terwijl we in de auto rijden. Ik lig in mijn autostoel en laat me meevoeren met het gehobbel van de auto. Hier wil ik blijven.

Poppel

Ik ben heel jong. Poppel kijkt. Hij kijkt naar mij. Ik kijk naar hem. Hij kijkt droevig. Hij ziet dat ik droevig ben. Ik weet niet wat er gebeurd. Het gaat te snel. Ik kan alleen naar Poppel kijken en zie dat hij droevig is. Poppel is mijn felgekleurd met witte beer. Hij heeft een grote zak op zijn rug en als ik mijn best doe, kan ik van hem een balletje maken en zijn hele lijf met hoofd verstoppen in zijn zak. Dan is hij een bal en ziet niks. Poppel kijkt, maar straks, als ik hem kan pakken en ik alleen ben, dan verstop ik hem in zijn zak en kan hij niks meer zien. Dan is alles weer geheim en verstopt, onzichtbaar voor alles en iedereen.

Verscheurende pijn zit tussen mijn benen. Overladen met dingen die ik niet ken. Ik lijk te voelen maar ik heb geen idee wat ik voel. In een buitenaardse wereld, smurfenland ofzo. Alles is onbekend. En toch zie ik Poppel. Poppel is droevig en kijkt naar mij.

Ik stik. Mijn adem wordt weggedrukt. Ik wil wel ademen, maar het gaat niet. Mijn borstkas is te klein, wat op me ligt is te zwaar, een arm die me stil houdt, een lijf die me plat drukt. Het kan niet omhoog. Ik stik. Gestikt in mijn eigen onvermogen.

Toch ga ik niet dood. ik stik. Ik word verscheurd ergens. En poppel is verdrietig. Maar ik ga niet dood. Ik snak naar adem en als opeens kan ik weer ademhalen en lijkt alles voorbij.

Ergens verdwijnt er een schaduw en een zwaar geluid. Een deur gaat dicht. Dat ken ik. De deur. Het klemt een beetje. Ik blijf liggen en Poppel kijkt naar mij. Nog steeds droevig. Misschien minuten, misschien wel uren. Ik blijf liggen, mijn hoofd naar Poppel gedraaid. Ik kijk naar hem en ik weet niet of het voorbij is wat er net was. Mijn nek doet zeer.

Eigenlijk wil ik bewegen, een andere kant op kijken, maar ik durf niet. Geen idee wat me te wachten staat. Nu kijk ik naar Poppel en hij naar mij. Droevig allebei. Maar het is Oke.

Ik ben wakker geworden, mijn buik doet zeer. Ik doe mijn ogen open en zie Poppel. Hij kijkt naar mij, het is oke. Mijn buik niet, die doet zeer, heel erg zeer. Ik wil in elkaar duiken op mijn zij, maar eigenlijk wil ik weg uit mijn bed. Ik durf me niet te bewegen, misschien is het er allemaal straks weer. Ik lig hier niet fijn. Behalve als ik naar Poppel kan kijken, dan is het goed. Een soort rust komt over me heen als ik naar hem kijk.

Ik moet wel op mijn zij, in elkaar gaan liggen, ik houd het niet meer. Ik moet mijn buik krommen, het verscheurt teveel. Als ik me beweeg ben ik bang dat alle dingen weer terug komen. De Schaduw, de zwaarte, het stikken, maar niets gebeurd, alleen de ongelofelijke pijn in mijn buik en mijn benen voelen beurs. Ik val in slaap kijkend naar Poppel.

De kast

Op een dag stootte ik mijn beker drinken om en opa ging gelijk volledig uit zijn dak. Hij trok me hardhandig aan mijn arm omhoog en stopte me in de kast. De gangkast. De kast waar ik uren en dagen heb doorgebracht. De kast die mijn veilige plekje werd, ook al was het op veel momenten de hel op aarde. Maar in die kast was er niemand, zolang de deur op slot was. Niemand die me onverwacht pijn kon doen en niemand die me onverwacht bang kon maken of iets van me wilde.

In deze kast was ik alleen. Ik hoorde wel de voetstappen van opa en oma en van mensen die langskwamen, zelfs van mijn ouders heb ik eens gehoord. Ik kon de gesprekken horen en de momenten dat ze gingen eten, terwijl ik honger had. De momenten dat de kraan liep of de wc werd doorgetrokken, terwijl ik zo nodig naar de wc moest. Ik hoorde alles en ik heb nooit mijn mond open gedaan. Ik hield me muisstil.

Ik was zo doorgewinterd gewend aan dat ik volledig moest doen wat opa wilde. Ik wist dat wanneer ik dit niet deed, hij me heel hardhandig zou straffen. Dat ik er dagen spijt van zou krijgen. Ik wilde opa zijn lieve meisje zijn. Ik wilde de momenten dat hij een aai over mn hoofd gaf en me lief instopte in bed. Met me pronkte wanneer we naar anderen gingen. Ik wilde dat hij me beschermde en voor me zorgde.

Ik had zijn gedrag in mijn beleving volledig in de hand, hoewel ik me vaak te dom voelde om hem te snappen. Als ik goed mijn best deed te luisteren naar hem, was hij aardiger. Meestal. Luisterde ik een keer niet, dan was mijn angst om dood te gaan heel erg groot.

Er kon van alles gebeuren. Groepsverkrachting, opgesloten in de grond in een kist, mee met H. die heel agressief was, maar ook buiten aan een paal vastgebonden zijn en daar als klein meisje de nacht moeten doorbrengen.

De beestjes die er lopen, de fazanten en de vossen die langs komen, de geluiden waarvan je niet weet waar die vandaan komen, gekmakend. Volledig gekmakend en dat was 1 van de ergste straffen voor mij als kind bij opa en oma.

0-5 en 6-10 jaar. Opa en oma

Bij opa en oma waren er ook ontspannen momenten. Er waren veel momenten waarin ik me kind voelde, waar ik kon genieten van de aandacht van oma en de ruimte om de boerderij.

Met oma maakte we altijd ś ochtends een wandeling langs weilanden en als we bloemen vonden met zaadjes of pitjes, haalde ik die eruit. Later verstopte ik soms de pitjes op bepaalde plekken zoals in de kast en zorgde voor wat reserve eten voor de momenten dat ik uren of dagen niets kreeg. Ik vond ze niet lekker, maar als je heel erg honger hebt, lust je alles.

Natuurlijk was dit ook opgevallen, waardoor we straf kregen toen oma de pitjes in de kast vond en dit aan opa vertelde. Opa was laaiend toen hij het hoorde. Hij heeft ons vastgebonden aan ons bed in de slaapkamer en kwam ons om de zoveel uren verkrachten. Elke keer als hij kwam zei hij dat gierige mensen straf verdienen. Als je ooit iets achterhoud voor opa, maak ik je dood zei hij dan. Vanaf die dag keek hij elke keer, voordat ik de kast in moest, of er iets lag wat er niet hoorde te liggen.

Oma was ook een liefhebben van schilderen en soms deden we dat dan ook. 1 keer kreeg ik een opdracht. Ze vertelde een verhaaltje over een meisje die een naam had en veel vervelende dingen meemaakte. Ze vertelde het zo dat ik me helemaal kon vinden in het meisje en er helemaal in mee ging. Ik wilde zo graag vervelende dingen weg krijgen en haar idee om al die vervelende dingen in een ladekastje op te bergen, was het ideale idee waar ik iets aan had.

Ze zei dat ik een ladekastje in mijn hoofd moest maken en daar kon ik alles in stoppen. Ze vertelde hoe die eruit moest zien en ondertussen tekende ze met potloodlijntjes op het doek de kast met mij erbij. Na het verhaaltje en het tekenen, mocht ik het inkleuren met verf. Dit schilderijtje heeft jaren op mijn kamer gehangen en mij geholpen mijn vervelende gebeurtenissen in mijn denkbeeldige ladekastje te stoppen in mijn hoofd.

Het schilderijtje kwam een paar jaar geleden weer boven water en als donderslag bij heldere hemel wist ik weer het moment dat ik het ladekastje ging verven bij oma. Is oma mijn beschermer geweest, zodat ik herinneringen goed kon opbergen en ik alles beter vol hield, of heeft ze juist gezorgd dat ik alles meer vergat, zodat ik meer ellende aankon mede voor haar doelen?

Fijne seks

Ik lig in het bed van opa en oma en ze hebben seks en ik moet toekijken. Het is te bizar om er goede woorden aan te geven. Mijn beeld van hen is zo totaal anders als anderen naar hun opa en oma. Mijn opa en oma zie ik bloot voor me, zie ik samen genieten van contact en zie ik uitspreken wat ze willen dat ik doe met dwang. Ze zijn eng, ik moet oppassen voor ze en als ik niet goed genoeg of niet snel genoeg luister, dan straffen ze me en daar hebben ze plezier in. Ze genieten van mijn ellende en mijn pijn.

Maar daarnaast laten ze me ook gevoelens voelen waarvan ik in de war raak. Nu jij, zegt opa als hij klaar is met oma. Opa houdt me vast terwijl ik op zijn schoot lig en hij streelt me en oma is tussen me benen bezig met me te bevredigen. Ik wil dat ze stopt maar als ik ga tegen spartelen dan word ik agressief verkracht dat is al vaak bewezen, dus ik lig stil. Ik sluit mn ogen en doe net of ik het fijn vind en na een tijdje is het ook fijn. Na een tijdje komen er gevoelens die ik niet kan plaatsen en die me in een soort euforie stemming brengen en mijn lijf doet raar. Ik raak ontspannen en opa lacht. Ik heb hem een plezier gedaan hij wordt blij als ik mijn ogen dicht doe en als ik me zo voel. Ik besluit dit vaker te laten gebeuren en zie het als iets positiefs, het meest positieve in deze situatie.

Het blijkt dat deze houding heel vaak goed te pas komt wanneer mannen seks willen. Ik word er goed in.

Kast opa en H

Opa was een machtige man binnen de groep. Buiten de groep, samen met oma of als hij in de kerk was op zondagmorgen, dan was hij een bescheiden, stille man en hield zich onderdanig aan oma. Oma had altijd veel te vertellen, had sociale contacten en nam het initiatief om bijvoorbeeld naar huis te gaan of af te spreken met iemand en opa kon dan alleen maar instemmend knikken of beamen.

Zodra de deur dicht ging als we eenmaal in hun huis waren, dan bepaalde opa de hele sfeer en wat er wel of niet gebeurde. Oma werd onderdanig en probeerde niks fout te doen en oma en ik wachtte af op wat opa wilde. Niet vaak heb ik een gewone huiselijke situatie meegemaakt bij hun[1]. Ik had vaak iets fout gedaan, waarvan ik niet wist wat dat was en moest daarvoor dan altijd straf. De kast op de gang was de strafplek, wanneer het niet een straf met seks was.

In die kast heb ik een heel leven opgebouwd. Ik vermaakte me met de balken van de traptreden en met mijn eigen verzonnen gedichtjes. In het begin was de trapkast nog vol. Er zat eten in, blikken, flessen vol en leeg, jampotten en schoensmeer spullen. Genoeg spullen om na enkele keren en urenlang vervelen op ontdekkingsreis te gaan naar wat dat allemaal is en als je dagen geen eten krijgt, zijn de potten jam ook wel erg verleidelijk.

Oma had het snel door en vertelde het tegen opa, die volledig door het lint ging. Hij trok me uit de kast en terwijl hij me vasthield, belde hij mijn moeder op met de mededeling dat ik nog een dagje langer bleef, want we hadden het zo naar ons zin. Het was geen probleem, bleek, want na het ophangen zei opa dat ik nu mooi mijn lesje kon leren.

Hij nam me mee naar de schuur en bond me aan de muur vast. Mijn armen waren recht omhoog, met de polsen vastgebonden aan een touw en trok me languit. Ik stond bijna op mijn tenen.

Ik was al heel erg stijf geworden van de kast, doordat je daar maar in 1 houding in kan zitten, ik had ook enorme honger en had ook al een ongelukje gehad omdat ik niet naar de wc kon ook. Ik stonk en was bloot en zo hing ik daar tegen die muur languit, staand op mn tenen.

Opa liep weg en ik dacht dat ik even kon ademen, maar na een hoop herrie kwam hij terug met een tuinslang en spoot me met ijskoud water schoon. De straal deed zeer aan mijn lijf en de kou was niet te dragen. Ik was wel gewend aan kou, in de kast had ik het ook al erg koud, ik zat daar al zeker ruim een dag want ze stonden 2 keer op in de ochtend en aten ontbijt, lunch en avondeten. Ik heb het allemaal gehoord, maar deze kou was te pijnlijk, als scherpe messen die je lijf binnenkomen, doordringen tot aan je ingewanden en je doodslaan. Ik ging uit.

Ik heb niet gemerkt wat opa zei en dat hij weg liep, ik heb daar misschien wel een paar uur gehangen zonder bewust te zijn van de tijd. Uit. Ik weet achteraf wel dat het lang duurde, dat ik iemand heb horen lopen, dat ik het weer donker zag worden door de ramen hoog in de muur, maar het ontging me ook tegelijkertijd.

Tegen de avond hoorde ik een onbekende mannenstem en ik was in 1 klap wakker en alert. Opa had zijn vriendje uitgenodigd om met me te spelen, zo noemde hij dat tenminste.

H was een hele agressieve, gemene man die erg impulsief was en niet van te voren te peilen was. Voor mij 1 van mijn grootste angsten. Als ik mocht kiezen tussen opa en H, koos ik voor opa. Opa was sadistisch en gemeen en ik wilde vaak dood door hem, maar bij H was ik elke strohalm en elke controle kwijt en was de kans dat ik het niet zou overleven keer op keer voor mij 99%.

H hield van wilde seks en wurgen. Hij hield van het zien van pijn en van het roepen om genade. Maar als je niks wilt voelen en uit wilt, zodat je het kan dragen, ben je niet in staat om adequaat te reageren op de wensen van iemand. De enorme heftigheid en de gewenste woorden die H wilde horen, gingen dus niet samen, waardoor het niet te dragen was, wat ervoor zorgde dat ik alles gewillig deed wat hij wilde, tot aan anderen vermoorden aan toe. Ik droeg de straf en de schuld en probeerde het recht te breien en hij lachte alleen maar vriendelijk.

Ik denk dat ik een jaar of 6 was toen hij me vanuit opa zijn huis meenam naar een schuur iets verderop. Hij vroeg me wat ik wilde, naar hem luisteren en een grote meid zijn of niet. Ik gaf netjes antwoord dat ik naar hem wilde luisterde, waarna hij glimlachtte en me een mes in mijn handen gaf.

Oke, zei hij, rondwijzend naar de andere mannen en meisjes die er waren, kies er maar 1 uit, dan ga ik jou leren hoe je een grote meid kan zijn. Als een wolk die opeens optrok, wist ik exact wat hij van me wilde. Ik moest iemand kiezen en vermoorden, dan zou ik punten scoren in zijn ogen en minder ellende door hem krijgen.

Ik koos een meisje uit die ik niet kende en H pakte haar en trok haar naar de kring. Een man raakte wat onrustig, maar hield zich in toen H hem strak aankeek. Hij legde haar in het midden en ik zat ernaast en de mannen zeiden een monotoon gedicht op. Nu mag jij, zei hij toen ze klaar waren en alsof ik het al honderd keer had gedaan, stak ik alsof het puddinkje was, zo in de borst van het meisje.

Ze is hiervoor geboren, riep H. Jaren later begreep ik dat je meestal op de ribbenkast stuit en iemand dus niet zomaar doodsteekt, maar ik zat in 1 keer goed. Ik werd die avond met rust gelaten, maar hoorde het keer op keer hoe goed ik dat meisje had geofferd.

Schuldgevoel kon ik niet benoemen. Ik was in de war zowel in mijn hoofd als in mijn hart. Ik was zo sterk geweest om te doen wat moest. Hoe knap is dat. Maar elke keer als ik haar zie zitten daar in de kring en het moment dat ik haar aanwijs en haar ogen zie veranderen, voel ik een diepe pijn die dwars door mijn ziel gaat. De pijn die me een euforisch gevoel geeft, bevestigd door H, en een zelfde pijn die me volledig vernietigd binnen in mijn ziel. Me kapot maakt en vastgemaakt aan de duisternis.

Deze eerste keer is niet meer van mijn netvlies te halen. Ik zou mezelf wel willen toeschreeuwen doe het niet. Je gaat iemand vermoorden die net als jij, niet daar wil zitten. Die niet slecht is en niets heeft gedaan. Die hulp nodig heeft en niet iemand van een jongere leeftijd die haar kapotmaakt.

Maar mijn angst om dit niet te doen was groter. Ik had al teveel ervaring met de gevolgen van niet gehoorzamen en koos voor mijn eigen leven. Het is zoals het is.

Hanengevechten

Het is feest, zegt opa, We zijn in een schuur bij H. Twee andere meisjes en ik moeten onze jurk, schoenen en onderbroek uitdoen en op een strobaal zitten en wachten.

Ondertussen komen er mannen binnen en een aantal volwassen vrouwen. Kratten bier hebben sommigen die binnenkomen in hun handen. Ze maken grapjes, lachen, geven me een klap op mn kont of een aai over mijn bol en ik val soms (bijna) om.

Bijna iedereen gaat zitten op de strobalen die in een kring staan en sommigen staan eromheen en dan klinkt er een bel en iedereen schreeuwt en joelt.

Er zijn 2 hanen in elke hoek een die best wild doen en erg groot zijn. Ik heb de opdracht gekregen langs iedereen te lopen en alles wat ik krijg terug te brengen. Het is geld en ik vind het geld ophalen wel leuk en krijg positieve reacties, alleen zitten ze ook aan mijn lijf en dat is niet leuk. Soms doet er 1 een vinger tussen mijn benen en dat doet zeer. De meeste zitten gewoon aan mijn lijf of leggen mijn hand op hun kruis en geven dan het geld en dan kan ik weer weglopen. Soms tilt er 1 me op en zet me op zijn schoot, maar dan komt opa helpen, dat mag niet.

Ik vind het werkje wel leuk als ik kan lopen, niet als ik moet stilstaan. Het is een ontspannen, ongedwongen sfeer en iedereen is vrolijk. Ondertussen worden de hanen losgelaten. Ze zijn mega groot en als de andere haan even rustig is, dan wil hij soms naar de mannen toe rennen, totdat een meneer een geluid maakt en dan haakt hij af. Maar steeds is het eng als hij naar je toe komt.

De ene haan valt soms en de andere haan valt die andere aan, heel agressief totdat de haan gewond raakt en de haan niet meer opstaat. Op sommige plekken in het zand ligt er bloed en ik besef nu dat dat van de haan komt. Er wordt gejuult. Iemand pakt de haan die op de grond ligt op en laat hem zien. De dode haan hangt met zijn kop omlaag en is dood. Ik heb medelijden met hem. Hij had moeten vechten, maar de andere haan was gemener, dus hij kon niet winnen. Loser roept er iemand.

De winnende haan wordt vastgehouden en in een hok gestopt. Hij maakt herrie en is boos. Zo zie ik hem, als een hele boze haan omdat hij in de kooi moet, omdat hij die andere haan dood gemaakt heeft.

De andere meisjes en ik moeten in de arena komen staan en de haan wordt tegenover ons gezet. Iedereen begint te juichen en te lachen en ze maken heel veel herrie. De haan wordt losgelaten en rent op ons af. We rennen naar de strobalen om eruit te komen, maar worden door de mannen die er omheen zitten tegen gehouden, waardoor we er niet uit kunnen. Hun gelach is zo heftig en doordringend en maakt me alleen maar banger.

Ik ren weg maar ik ben niet snel en niet slim. Ik voel me verstrikt in een arena zonder uitgang. Ik kan niet weg en de haan is heel eng.

De haan springt op mijn rug en ik val en voel hoe mijn huid open gaat, het doet pijn. Hij springt weer van me af en valt daarna een ander meisje aan die ook valt. Ik zie hem  agressief tekeer gaan op haar buik en heel snel begint ze op allerlei plekken te bloeden. En ze schreeuwt zo hard en afschuwelijk. Haar geluiden dringen diep van binnen door, totdat ze op een gegeven moment stil is. Ik hoor mensen lachen, zowel mannen als vrouwen. Het geluid voelt zo enorm tegenstrijdig. Het maakt me in de war, waardoor ik niet meer zo goed kan nadenken.

Er komen 3 mannen naar het meisje toe. Een man haalt de haan weg en de anderen leggen haar anders neer. Een andere man pakt me bij mijn haren en gaat op mn rug zitten. Ik lag nog op de grond, alles ging zo snel, ik kon nog niet opstaan. Alles kwam over me heen en tijd om te handelen was er nog niet geweest. Ik had verbaast gekeken naar de haan en het meisje.

Hij duwt mijn benen wat uit elkaar en ondertussen zie ik dat ze bij het meisje ook bezig zijn en de ledematen van het meisje er af halen, alsof het satestokjes zijn die afgeknipt worden. Het is een afschuwelijk gezicht. Er spuit bloed uit en ondertussen lachen de personen die eromheen zitten. Ze lachen, schreeuwen, drinken en vinden het leuk. Ik weet zeker dat ze dat met mij ook gaan doen en ga weer op standje uit.

Ondertussen voel ik dat die man in me billen me verkracht en ik schreeuw. Het kwam te onverwachts en ik was zo gespannen van wat ik zag, dat het zo zeer doet. Op hetzelfde moment breekt er wat stuk vanbinnen en ik voel niks meer. Alsof mijn gevoel en mijn gedachten zich los scheuren van elkaar. Ik wil weg.

Jagen op fazanten

Opa en mijn ooms en neefjes waren fan van jagen. Ze hadden allemaal een groot stuk land en regelmatig schoten ze de fazanten daar af. Op een avond, het was al best donker, moest ik mijn kleren uitdoen en opa pakte zijn geweer. Kom zei hij, we gaan even buitenspelen.

Er waren meer mensen gekomen, mensen die ik weleens bij opa thuis zag, een man bij wie ik een keer moest slapen en veel familie. De meisjes die mee waren, waren naakt en ze waren allemaal nog geen tiener. Niemand had nog borsten en de meeste waren zo groot als mij, een jaar of 5. We moesten gaan rennen door het land en zo snel mogelijk de fazanten grijpen, voordat hun dat deden, anders zouden er ongelukken gebeuren. Ik begreep niet goed waarom, maar wist al genoeg dat wat er gezegd werd, dat ik dat gewoon moest doen.

Ik rende me rot en plotseling klonken er geweerschoten vanuit de kant waar mijn familie en hun vrienden stonden. Alle kinderen die daar net als ik aan het rennen waren raakten in paniek en we gingen gillen. Daardoor werd er nog meer geschoten en we vielen allemaal stil. We werden geroepen en er werd ons haarfijn uitgelegd wat nu de bedoeling was. Het was ons afschieten of de fazanten en het lag eraan hoe goed we ons best deden.

We werden nog een keer uit rennen gestuurd en renden als gekken. Er ging niemand dood, alleen een paar fazanten, zie we zelf moesten meenemen.

Ogendoolhof

Ik ben in het trainingshuis en heb net een marteling meegemaakt waarin ze klemmen hadden gezet op bepaalde lichaamsdelen die me in een standje brachten van zweven. Hierna kwam er electroshocks en zei ik braaf na wat ze wilden dat ik zei. Codes met opdrachten, stampwerk en opdrachten. Alles werd netjes opgeslagen ergens achter in mijn hoofd en ik liep over. Ik kon niet meer iets erbij hebben en stond op het punt om te breken.

De klemmen gingen los en de deur ging open. Ik dacht dat ik klaar was en wilde van de bank af en weglopen, maar de arm van H hield me tegen. Wacht even dametje, je bent nog niet klaar.

Ik stortte in en begon te huilen. Iets wat ik bijna nooit deed, maar ik was gewoon zo moe. Ik kon niet meer en liep over. Ik kreeg een joekel van een klap tegen mijn wang en liep netjes achter hem aan.

We gingen de kelder in, de laag onder de voordeur en er was een grote ruimte die vol stond met soort schotten. Ik kreeg een pilletje die ik met wat water in moest slikken. Ik genoot van het water, ik had zoń dorst.

Lopen kreng, hoe eerder je eruit bent, hoe sneller je naar huis mag en ik ook, zei hij. Het licht ging aan en 2 ogen die lichtgaven keken naar me. Ik hoorde een stem zeggen, lopen. Ik begon te lopen en liep blijkbaar het gangenstelsel in met de schotten en wist niet wat ik moest verwachten. Af en toe gingen er ergens een soort lamp aan met ogen erin. Ze keken dreigend naar me en zorgden ervoor dat ik door liep.

Achter elke hoek verwachtte ik iets maar er kwam niks. Geen hond, geen man die me iets deed, geen kind die dood ergens hing of lag, niks. Ik kon alleen de uitgang niet vinden en werd moe. Ik voelde me zo dom dat ik het niet kon.

Ik hoorde gefluit. Het was eerst nog ver weg. Ik dacht dat het H was die wilde dat ik op ging schieten en maakte er wat meer vaart in, maar ik kon de uitgang niet vinden. Het gelfuit werd harder en indringender en er gingen meer ogenlampen omste beurten aan en ik werd banger en meer opgejaagd. De combinatie van verdwaald zijn, vergelding verwachten dat het zo slecht ging en het gefluit en de ogen wat ik niet goed kon inschatten en dichterbij kwam, maakte me paranoide en na een tijdje kwam ik in een enorme doodsangst terecht. Ik trok het niet meer.

Op het moment dat ik volledig brak kwam er een hond op me afgerend die me probeerde te beklimmen. Juist op het moment dat de hond het lukte, kwam H aan en zei zal ik je dan maar redden? Het licht ging aan terwijl hij bij me was. Hij haalde de hond van me af, tilde me op en nam me zo mee het doolhof uit. Alsof er maar 1 deur nog open moest, zo bizar.

Ik deed hierna alles voor H. Mijn grote redder in grote nood.

Bos en trainingshuis

Opa zegt dat ik mee moet komen. We rijden met de auto weg en rijden heel lang. Ga maar slapen, zegt hij, dan kan je straks goed wakker blijven. Heb je nodig.

Ik word wakker wanneer we een hobbelig pad oprijden en hij stopt de auto waar veel bomen staan. We gaan een spelletje doen zegt hij en ik loop mee, achter hem aan, uit de auto het bos in. Hier ben ik nog nooit geweest en we stoppen opeens bij een dichte plek met een boom waar kettingen aan zitten en opa zegt dat ik daarbij moet gaan staan en maakt een foto.

Dan loopt hij naar me toe en zegt dat het spelletje gaat beginnen. Hij maakt me vast aan de boom aan 1 pols en de sleutel legt hij 2 meter verderop. Als jij die sleutel kan pakken, dan mag je rennen en gaan we lekker eten. Lukt het je niet, dan krijg je straf.

Ik vind het geen leuk spelletje meer, maar besef niet wat de uren later langzaam wel komt. Opa maakt nog een foto en loopt weg. Al vrij snel krijg ik het koud en het duurt heel erg lang voordat ik op een rijtje heb dat ik alleen ben, vastzit aan een boom en alleen in een bos ben. De geluiden zijn enorm. Elk blaadje, elke vogel, elke beweging van de natuur is als een horror moment in een slechte film.

Elke minuut voelt als uren, ik wil weg, maar zit vast. Steeds opnieuw gaat er door me heen wat ik zou kunnen doen. Gedachten komen langs en de conclusies vertellen me steeds weer opnieuw dat ik geen kant op kan. Dat ik hier vastzit en geen keuze heb dan te wachten.

Ik heb het koud, moet naar de wc en mijn maag knort. Mijn benen kunnen me niet meer houden en met mijn vastgebonden arm omhoog kan ik net zitten op een wortel van de boom. Maar er lopen mieren en andere beestjes en ik vind het kriebelen op mijn blote benen, ik sta vlug weer op. Die paar minuten zitten was genoeg,

Maar ik houd het natuurlijk niet vol en moet op een gegeven moment weer zitten tot ik het niet meer aankan en ga gauw weer staan.

Elk geluidje, elke beweging van de bladeren zie ik en ik word er bang van. De wind doet rare dingen in de natuur en de beestjes hebben volledig hun eigen leven in zo’n stukje bos en het doet hun niks of ik er wel of niet ben, ze gaan door. Ze hebben het niet door dat ik hier sta en het moeilijk heb. Hun leven gaat door zoals elk andere dag. Ik ben verbaast over de gewoonte waarmee ze zich bewegen. Mijn benen doen zo’n zeer van het lange staan en de wind is zo koud.

Opeens hoor ik in de verte een auto aankomen, steeds dichterbij en ik word blij van binnen. Opa komt me weer halen, het spelletje is afgelopen. Dan maar straf, dat geeft niet, ik wil hier weg.

Ik hoor de auto uitgaan en de deur slaat dicht. Voetstappen komen dichterbij, ik hoor de takjes breken onder de voeten van degene die aan komt lopen en mijn enthousiasme wordt steeds groter en dan zie ik dat het iemand anders is. Niet opa.

Ik weet niet wie hij is, maar misschien gaat hij mij helpen en ik lach heel voorzichtig. Ik schaam me voor m’n  blote lijf, alleen aan een boom en ben bang dat hij me raar vindt en ik bedenk snel wat ik zou kunnen zeggen als excuus dat ik hier sta. Sorry meneer, ik ben de sleutel kwijt toen ik hier was gaan spelen. Wilt u de sleutel pakken? Ik zou dan wijzen waar die lag en hij zou de sleutel aan me geven en ik zou kunnen rennen.

Of komt deze man gebruik maken van een bijna bloot meisje, zo voelt dat wanneer je geen onderbroek aan hebt,  die hier staat en geen kant op kan? Misschien wil hij me wel vermoorden en komt opa me niet beschermen, omdat ik alleen ben met hem. Ik weet het niet en voordat ik een 3de mogelijkheid kan bedenken, begint hij te praten.

He lekker ding, zegt hij, kan je de sleutel niet vinden? Zal ik hem voor je pakken? Ik knik heel hard ja en ben zo blij dat hij er is. Ik raak helemaal blij van binnen en ben zo enorm opgelucht. Er gaat een grote zucht van ontspannen door mijn lijf en even voel ik me gered.

Ik pak hem wel voor je, maar dan wil ik eerst je even goed neuken oke, zegt hij. Ik word bang, maar wil hier weg en laat alles gebeuren. Lach even naar me, zegt hij, en ik doe het. Het gaat allemaal zo snel en ik denk nog zo dat hij me gaat helpen.

Ik denk aan die sleutel. Ik moet niet vergeten dat hij straks die sleutel voor me pakt. Denk aan die sleutel. Ik probeer mijn gedachten helemaal te focussen op het moment wanneer hij straks zijn broek dicht doet.

Hij doet zijn broek dicht en zegt je bent lekker, ik kom graag nog een keer. Ik voel me leeg en alleen en vies. En dan loopt hij weg….

Ik schreeuw van binnen heel hard, die sleutel. Geef me de sleutel. Je neukte me voor die sleutel, weet je nog? Maar in plaats van te schreeuwen, vanuit het diepste van mijn ziel, raap ik al mijn moed bij elkaar en probeer mijn enige kans te pakken. Maar wilt u die sleutel geven, vraag ik heel voorzichtig en hij antwoord met een harde lach en zegt, nee, je bent te lekker, ik kom eerst nog een keer terug.

De aarde wordt weggevaagd onder mijn voeten en mijn energie ebt in een seconde volledig van de top van mijn hoofd tot aan mijn voetzolen weg, de diepte in. Leeg.

Hij verdwijnt uit het zicht en ik voel alle hoop wegebben. Ik wil niet meer. Ik zak in elkaar onder de boom met mijn arm de lucht in. Ik ben vies, alles doet pijn, maar het voelt allemaal als onbelangrijk. Mijn lichaam begint steeds meer zeer te doen en ik moet nog steeds naar de wc. Ik heb geen energie meer om mijn best te doen de hoop vast te houden op een betere dag en ik pies mezelf onder en hang aan mn arm aan de boom. De pijn is fijn, ik heb dat nodig en ruk een paar keer hard aan mijn arm. Ik doe het zo vaak dat ik zie dat het gaat bloeden. Dan pas houd ik op. De pijn verzacht. Het voelt als een troost. De pijn wordt mijn vriend en mijn steunpilaar.

Ik bekijk de beestjes die lopen over me heen en over de boom en de bladeren en het doet me niets. Ik ben leeg. Normaal vind ik ze eng. Kriebelen ze teveel en ben ik bang dat ze bijten. Nu ontgaat het me terwijl ik er naar kijk. Ik kijk er naar en de tijd staat stil. Ze blijven druk en doen hun ding en ik kijk ernaar, maar ben er niet. Ik verbaas me over dat ze op hun kop kunnen lopen, terwijl ze mijn been rondzoeken, waarschijnlijk op weg naar eten. Even ben ik bang dat ze naar binnen in mijn lichaam willen kruipen, maar een seconde later is die angst alweer verdwenen en maakt het me niks meer uit.

Het wordt nacht. Het wordt kouder en stiller en de wind en blaadjes maken meer geluid. Ik hoop zo dat er een auto komt en me mee neemt. Het maakt niet meer uit waar naartoe, het maakt niet meer uit wie, als ik maar weg mag. De nacht duurt zo lang en soms val ik even in slaap en schrik opeens weer wakker. Het is eng in het bos.

Als het weer een klein beetje licht wordt komt Oom 2 en een andere man langs. Ik had de auto niet gehoord, ik was te moe denk ik. Ik hoorde ze praten en werd toen wakker. Eindelijk zijn ze er, eindelijk kan ik hier weg. Met elke stap dichterbij voel ik me hoopvoller worden. Ik wil zo graag weg.

Ze hebben een tas mee en een emmer. Wat ben jij smerig zeiden ze. Je zou toch die sleutel pakken en weg rennen, waar was je nou? Ik zei dat ik er niet bij kon, maar dat werd gelijk weggeslagen en terwijl ik me bedacht wat er nou gebeurde zei hij dat ik er zeker wel bij kon maar dat ik mn best niet deed. Ik geloofde hem gelijk zonder twijfelen.

Ik moest mn jurk uit en mn schoenen en sokken, kreeg een emmer water over me heen even half afdrogen en een nieuwe jurk aan. Geen schoenen, sokken of een onderbroek alleen een jurk, maar dat boeide me niet. Misschien mocht ik mee. Ik ging heel erg mn best doen.

Ik kreeg een zakje toegegooid en een flesje water en ze zeiden als je klaar bent met eten, ga dan die sleutel pakken. Ik had heel erge honger en begon gelijk te eten. Het was een broodje met iets wat ik normaal niet lust, maar dat besefte ik pas later. Voordat ik het op had, besefte ik dat ze weer weg waren. De hoop was weer weg. Vertrokken. Hoe kon ik dat nou missen?

Ik probeerde echt de sleutel te pakken, maar hij lag echt te ver weg. Ik voelde me dom, een mislukkeling ik kon ook niks. Wat ik ook probeerde, niets hielp. Ik probeerde met mijn ogen raar te doen, wie weet kon ik toveren en de mieren te laten denken dat ze deze kant op moesten komen met de sleutel. Ik probeerde met takjes de sleutel te laten bewegen. Alles probeerde ik, maar niets hielp.

Er kwam weer een auto aan en ik hoorde mannen praten. Het was er niet 1, ze waren in ieder geval met zijn tweeën. Ze klonken als wandelaars, ontspannen, nonchalant en zich van geen kwaad bewust.

De mannen kwamen aanlopen en een man kwam naar me toe en wilde net als die vorige man seks in ruil voor de sleutel en weer trapte ik er in, wie weet zou hij het wel doen. Misschien was deze man anders en beloofde wel wat hij zei. Eerst seks, dan krijg je de sleutel.

Terwijl hij met mijn lichaam bezig was, besefte ik dat ik er ingetrapt was. Hij deed precies hetzelfde. Het kwartje kwam pas later aan, maar de handelingen van de vorige keer werden gewoon weer herhaald. De andere man is alles aan het filmen. Pas op het moment dat mijn kwartje viel, keek ik naar hem en besefte pas dat hij dat aan het doen was. Ik voelde me vies. Ik keek hem aan, Ik keek hem heel leeg in de camera aan, toen die andere man bezig was. Ik voelde niks meer. Al mijn zenuwen waren uitgeschakeld. Niets zou me meer vertellen of iets fijn was of vreselijk, ik leefde niet meer.

Ook hun gingen weer weg met een lachende opmerking dat ze die sleutel nog niet geven, want ze zijn niet gek. De boodschap komt amper aan en de hoop was er toch al bijna niet meer. Ik dacht niet aan de toekomst of verleden, alles was weg en ik stond daar maar. Starend in de verte, hopend op geluiden en gevoel wat niet meer bestond, hopend op hoop die er amper meer was.

Toen het donker werd, maar nog schemerig was, kon ik niet meer. Ik was op, leeg, wilde dood. Ze konden doen met me wat ze wilden, het boeide me niet. Ik had honger, dorst en had mezelf al weer een keer onder gepiest en voelde me als onkruid. Tijd om weggetrapt te worden. Klaar met alles.

Ik sliep half, of was in ieder geval niet volledig bij bewustzijn, toen ik meerdere mensen hoorde. Ik besefte niet dat ik misschien moest opkijken en goed wakker moest worden en het ging een soort van langs me heen. Alsof ik half aan het dromen was, of niet op deze plek was, maar in de verte dingen hoorden. Het was als niet van mij.

Iemand trok aan mijn haren en mijn hand ging los van de boom. Het voelde niet eens als een opluchting en het besef dat ik los was van de boom was er nog niet. Ik lag op de grond en iemand had seks met me en een ander spoot viezigheid over mn gezicht heen.

Een ander deed me op handen en knieen en de andere 2 weet ik niet meer. Iets in mn mond en tegelijk van onder, maar ik stond uit. Ik was er niet meer, ik zag het niet meer, ik was uit.

Later waren ze opeens weg. Ik heb het niet eens beseft en lag daar opeens weer aan die ketting vast met mijn arm, wel mijn andere arm. Maar weer alleen in het donker en de beestjes liepen over me heen. Maar het deed me niks. Ik denk dat ik dood was. Dood van binnen en ik had deze keer ook geen hoop meer gevoeld. Alles was gebroken en stuk en het viel me pas dagen later op dat ik vol zat met blauwe plekken en gebloed had. Ik voelde het niet.

De ochtend kwam en weer kwam Oom 2 en een ander iemand met een emmer en een rugtas, maar het deed me niks. Ik ging niet eens meer staan. Ik had geen hoop meer, ze mochten me hier laten liggen. Ze maakten zich zorgen om me, dat hoorde ik, maar ook dat gaf geen reflexen van binnen. Ze hebben me gewassen denk ik, eten gegeven en Oom 2 heeft me even vastgehouden, hij was warm. De warmte voelde even heel fijn aan mijn lichaam, maar aan mijn ziel deed het niets. Het had net zo goed een eng monster kunnen zijn of mijn eigen moeder,  dat had hetzelfde aangevoeld.

Ik viel steeds in slaap, en op een gegeven moment kwam het zonnetje door de bomen en voelde ik een beetje warmte. Ik werd een klein beetje wakkerder en alerter en dezelfde man als de eerste keer kwam weer langs. He lekker ding, zei hij. Je neukte zo lekker, ik wilde je nog een keer lekker nemen.

Ik had bij hem de hoop op de sleutel de eerste keer en die hoop kwam een klein beetje terug, maar ik besefte ook dat ik niet meer kon rennen en lopen, ik was te moe. Ik wilde wel los maar ik zou blijven liggen. Maar het idee dat ik los zou zijn was genoeg om me iets beter te voelen.

Hij deed opnieuw zijn ding. Ik was heel vies. Maar hij gaf me een zoen op mijn voorhoofd en zei, je bent bijna klaar lekker ding, nog even volhouden. Die woorden gaven me een beetje hoop. Waarom weet ik niet, maar het maakte iets wakker in me en gaf me een klein beetje energie.

Hierna ben ik nog best lang alleen, maar ik weet niet hoelang. Opeens is opa er. Hij zegt dat hij me mee gaat nemen, want leren toveren kan ik dus niet. Hij is teleurgesteld en geeft aan dat we het anders gaan doen. Zijn woorden gaan langs me heen. Hij tilt me op en tilt me naar zijn auto, die een stukje verderop staat. Hij legt me in de achterbak.

Ik kon niet meer lopen, maar wilde ook niet meer weg. Ik wilde er ook niet blijven, maar ik had geen wil meer. Het was allemaal weg. Gebroken en geroofd om nooit meer terug te keren.

In de auto moest ik op het kleedje liggen. Ik was een varken, zei opa. Hoe kon ik nou zo vies zijn. Ga slapen zegt hij, want we zijn nog niet klaar. Je moet leren. Ik wilde zo graag slapen, maar ik ben te moe om te slapen. Ik wil rust. Dood, maar ik kan het niet. Ik ben te op om ook maar iets te kunnen. Ik staar voor me uit, zonder te zien wat mijn ogen zien.

Opa rijd en de lantaarnpalen flitsen voorbij. Flitsen van de lampen, mijn houvast. Ze geven me prikkels en leren me dat ik nog leef. Het voelt scherp in mn hoofd, het beweegt zo snel en geeft zoveel impuls steeds weer opnieuw.

Toch val ik in slaap. Alles doet zeer en ik ben zooo moe. Ik word wakker van het grindpad waarop opa rijd en zie geen lantaarnpalen meer, maar bomen. We stoppen bij een huis met veel begroeiing eromheen.

Opa tilt me uit de auto, ik ben te zwak en te moe. Binnen word ik in een bed gelegd en krijg iets in mn arm. Het volgende moment word ik wakker en moet meekomen. Ik voel me iets beter, alhoewel alles bont en blauw voelt. Mijn benen voelen als pap en mijn buik doet zeer. Ik ben misselijk van de pijn, maar ik ben me bewust van de warmte die mijn lijf weer terug heeft gevonden.

We lopen een kamer in die een verdieping lager is dan waar ik blijkbaar sliep. Opa wijst naar een jongetje die op een bank ligt en met zijn hoofd vast zit in een klem. Een soort bankschroef. Opa zegt dat dit jongetje niet naar opa luisterde. Opa mocht niet bij hem wonen. Daarom krijgt hij nu straf en ik moet goed opletten. Dit komt ervan als je vergeet dat je bij mij hoort.

Opa pakt mn hand en neemt me mee naar de achterkant van de bank en legt mijn hand op de zwengel. Draaien maar zegt hij. Ik weet niet wat er gebeurd, maar ik hoor de jongen gillen, vreselijk gillen en een harde krak hoor ik wanneer opa zijn hand op mijn hand legt en de zwengel helpt draaien. En ik zie dat de hoofd van die jongen naar rechts gaat en het gillen is gestopt.

Kijk zegt opa, als we naar de zijkant lopen. Zijn hoofd is nu stuk gemaakt, omdat hij niet naar mij luisterde. Jij draaide he. Zullen we eens kijken of jij wel naar mij luistert? Ik schud nee, ik wil dat niet.

Ik moet de jongen open snijden en opa zegt wat ik zie en hoe mooi het wel niet is. We komen bij het borstbeen en hij maakt het stuk en ik zie de longen en hij snijdt het open voor het hart en dan zegt hij hier, dat is je leven, Laat mij zien dat je wilt leven, eet.

Hij duwt mijn hoofd en ik ga verder met bukken en probeer een hap te nemen van dat hart, maar ik krijg er niks vanaf, het is taai. Opa moet lachen. Goed zo. Het is niet makkelijk leven te krijgen. Hij snijdt een stukje af en geeft het aan mij en ik eet.

Iemand haalt de jongen uit de schroef en van de bank af. Ik zag nu pas dat er nog iemand in de kamer erbij was gekomen. Ik moet ook op die bank gaan liggen maar vind het zien van het bloed op die bank te vies en deins terug. Opa maakt een opmerking. Ik heb geen energie meer om ertegenin te gaan, in een klap is alle nieuw verworven energie weer compleet weggevaagd. Ik ben soort van gedwee en leeg en ga liggen. Benieuwd hoe het voelt als je hoofd zo kraakt en bang voor de pijn, want dat gillen blijf ik horen.

De klem gaat op mn hoofd, het doet zeer. Opa draait blijkbaar een beetje, want ik voel dat mijn hoofd meegaat met dat ding en ik kan het  niet tegen houden. Ik raak volledig in paniek. Ik heb opeens weer energie voor 10 en vecht.Ik gil dat ik nooit wegga bij opa en dat hij altijd in mijn hoofd mag zitten. Ik weet niet waar deze woorden vandaan komen, maar ik besef in ene dat ik een heel slecht meisje ben en opa nodig heb om me te redden. Alleen hij kan me redden,

Opa staat voor me en zegt, jij luistert naar mij. Vanaf nu is het afgelopen met leuke dingen doen, we gaan aan het werk. Je moet nog veel leren en we hebben weinig tijd. Ik probeer te knikken, maar ook dat kan niet. Opa zegt dat hij in me wil wonen en hij vraagt of ik hem in mij laat komen. Ik begrijp het niet, maar voel hoe de bereidwilligheid om het wel te begrijpen groeit.

Hij zegt dat hij een plekje zoekt in mij waar hij altijd wil blijven, zodat ik altijd hulp heb van hem. Hij duwt ondertussen mijn knieën omhoog en mn benen uit elkaar. Ik zie niks want mn hoofd zit vast en ik kan alleen omhoog kijken.

Ik voelde een hele scherpe pijn op 1 plek en gil. Zo mijn tanden staan erin, nu vergeet je nooit deze woorden en nu wil ik naar binnen. Laat je me toe? Ik zeg ja en ben bang dat die pijn nog een keer komt. Ik voel dat ze alles open houden daar beneden en er gaat iets naar binnen en dat beweegt. Het voelt heel raar en doodeng en ze duwen maar dat doet zeer en na een paar keer voel ik in ene een hele scherpe pijn die dwars door mn buik gaat. Zeg me na zegt opa:

Mijn heerser ben jij, grote almachtige, voor altijd verbonden met de nacht/ Voor eeuwig jouw dienen is mijn kracht/ Verbreek voor mij de zwakke nacht, ik bewaar je.

Op dat moment komt mijn hoofd los uit de klem en word ik rechtop geholpen door iemand en ik zie op dat moment opa een slang uit mijn billen trekken en die geeft hij aan die andere man die er ook bij is. Ik word heel naar, ik ga zweten en ik ga knock out.

Opa hakt de kop van de slang eraf en gaat met de achterkant ervan weer tussen mn benen. Ik maak je handen vast zegt hij, anders kan je niet genieten. Hij laat de slang liggen tussen mn benen, loopt naar mn hoofdeinde en bind mn armen vast.

Hij loopt weer terug en doet die slang erin en eruit en er komt een vibrator bij te pas. Het is veel te veel, er is enorm paniek binnen in mij, maar ik kan geen kant op. Ik flip. Het volgende moment komt er een orgasme en ik schaam me alle kleuren van de regenboog. Ik ben volledig radeloos en voel me zo slecht van het gevoel wat er even was.

Het volgende moment word ik wakker met een infuus in mn arm. Ik krijg iets te drinken en te eten en een mevrouw zorgt voor me. Het lijkt net of er niks gebeurd is. Er is hier een bed en een wastafel en een wc en ze vraagt heel lief hoe het gaat. Ik weet niet zo goed wat te zeggen en begin aan een zin die ik nog niet heb geformuleerd en stotter.

Dan komt opa binnen en zegt dat hij wil zien of deel Sil al kan toveren. Ze kon het niet in het bos, maar nu opa in haar woont, kan ze het vast wel, zegt hij. Ik voel iets in mezelf alert worden en reageren. De vrouw haalt het infuus uit mijn arm en zet me rechtop en helpt me uit bed.

Ik moet meelopen naar een andere ruimte. We lopen de gang door en we komen bij een deur van een kamer. Opa doet de deur open en binnen in het helemaal donker.

Opa schijnt met een zaklamp de kamer in en laat zien dat er een arm ligt in een hoek van de kamer en hij verteld dat er een jongetje in stukken is gevallen. Deel Sil moet hem weer aan elkaar toveren, zegt hij, terwijl hij in de ruimte schijnt met de lamp en laat zien dat er meer delen in de kamer liggen. Dus zoek alle delen maar op, zegt hij. Hij duwt me de kamer in en doet de deur op slot.

De ruimte voelen, terwijl je niets ziet is intimiderend. Ik schrik van de duisternis. Dat het zo donker kan zien voelt als een nieuwe ervaring, maar dat komt waarschijnlijk doordat ik me bewust word van de delen van het jongetje die in de kamer liggen.

Opeens herinner ik me aan de opdracht van opa. Ik moet hem weer heel toveren, op zijn minst bij elkaar zoeken en compleet maken. Dat kan ik, denk ik terwijl ik voor me haal wat ik zag toen opa met de zaklamp in de kamer scheen.

Ik denk aan het eerste beeld van het been die ik zag en kruip naar dat gedeelte van de kamer. Ik voel over de grond en voel dit stuk ledemaat en neem het mee naar een andere plek ik de kamer, op zoek naar het volgende deel. Ik vind 1 voor 1 delen. Een voet, een hand, een arm, maar het hoofd kan ik niet vinden. Ik ga meerdere malen door de kamer heen en kom steeds weer uit bij de verzamelde stukken. Ik begrijp het niet en ga via de andere kant het nog eens proberen en probeer het midden, maar nergens vind ik het hoofd. Ik blijf zitten bij de gevonden delen en de stilte en het donker bekruipen me. Wat nu. Wat nu ik het weer niet goed kan. Wat nu opa er straks achter komt, dat ik nog steeds zo slecht ben dat ik geen opdracht af kan maken.

Na voor mijn gevoel een hele lange tijd, hoor ik geluiden op de gang en de deur gaat van het slot. Opa komt binnen en wordt boos. Je kan ook niks goed doen he, zegt hij. Ik word uit de kamer getrokken aan mijn haar en ik krijg straf.

Ik word in een kamer gezet vol met potten aan de muur waar ogen in zitten. Honderden ogen kijken me aan, terwijl ik in de kamer sta. De lamp gaat uit, de deur gaat dicht en een soort lichtbalk achter de potten met ogen beweegt het licht door de kamer. Het is een heel eng gezicht en het voelt of ze me allemaal willen pakken en beschuldigen. Ze vinden me allemaal even slecht als opa en ze gaan me wat aan doen. Maar ik besef niet dat het maar ogen zijn in potten, ogen die me niets kunnen doen en ogen die zelf waarschijnlijk al genoeg leed hebben meegemaakt en gezien.

Ik zit daar in die kamer. Dagen voor mijn gevoel en de dagen duren zo lang. Na een hele lange tijd krijg ik bezoek. Een vrouw, waarvan ik de naam niet weet. Ik moet spreuken opzeggen en beloftes doen.

Nina put

Nina is iets ouder dan mij en toen we bij een paar mannen waren en we ze moesten vermaken, nam ze het voor me op toen iemand me opeens v terwijl ik met iemand anders bezig was. Ze zag dat ik het niet trok en begon de man van me over te nemen met een hoop charmes en overgave. Ik was zo ontzettend blij met haar. Ik had het niet aangekund wanneer ze me niet geholpen had.

Toen ik naar de auto terug liep kwam ik haar tegen en zei zachtjes dank je wel. Ik had niet gedacht dat iemand dat zou horen, maar ze keek wel verschrikt en knikte nee. Ik begreep haar niet. Toen niet, nu wel.

Op een andere dag waren we bij een boshuis waar we ieder ons lieten gebruiken door een man. We waren daar vaker geweest. Maar die keer negeerden we elkaar en door de enorme afstand in geest, voelde deze ervaring alleen maar nog zwaarder. Het zorgde ervoor dat toen we klaar waren, Deel Ilze wegging en een ander deel nam het volledig over. Er was teleurstelling diep van binnen en ik wilde haar voor altijd negeren, want het deed alleen maar pijn.

De mannen gingen weg en Oom 2 en Oom 3  kwamen weer binnen. Ze hadden me ook gebracht en Nina was door iemand anders gebracht. Hij was er niet.

We moesten meelopen en dat deden we braaf. Zoals altijd.

Buiten stond een put, van steen gemetseld en eromheen was een open veldje en daaromheen bomen. Het was een afgelegen plek in het bos.

Nina moest de put in en ook dat deed ze braaf. Ik keek hoe ze afdaalde van de ladder die ze erin hadden gezet en wachtte op mijn opdracht. Ik dacht dat ik ook moest. Ik kon zien dat het water wat in de put stond koud voelde voor Nina en toen ze gedwongen werd van de trap af te gaan, zakte ze helemaal onder water. Ze kwam weer snel boven, maar het was duidelijk dat het diep was. De ladder werd eruit gehaald en ik schrok, want wat nu? Moet ik niet ook?

Nou, haal haar er dan uit met je bruine kijkers… zei Oom 1 terwijl hij me aankeek. Alsof ik haar zo in een seconde eruit kon toveren. Het is toch je vriendinnetje, jullie helpen toch elkaar? Nou toe dan, laat die bruine kijkers werken en haal haar eruit.

Ik wist wat bruine kijkers betekende, want die term hoorde ik heel erg vaak. Mijn ogen was iets wat veel mensen intrigeerden. Het gaf me een rot gevoel, want de meeste mannen die me pijn deden begonnen over mijn bruine kijkers, blond haar en lange wimpers.

Oom 2 en Oom 3 liepen weg en ik stond daar alleen aan de rand van de put en keek naar beneden. Nina, hoe moet ik je eruit halen, ze hebben de trap meegenomen, roep ik tegen haar.

Ze kijkt me met lege ogen aan en rilt van de kou. Je kan me eruit halen Ilze, zegt ze. Ze kent me als Ilze en weet niet dat ik dat niet ben, maar ik voel me volledig aangesproken.

ik weet niet hoe. Ik kan ook niks.

Het wordt steeds donkerder en ik begin het moeilijk te krijgen om Nina goed te zien. Haar gezicht is steeds minder duidelijk herkenbaar als het gaat om emoties en soms kan ze het niet volhouden en gaat ze onder water.

Tussendoor is Oom 3 nog 2 keer komen kijken en geeft me alleen de opmerking je kan ook niks he’ en loopt dan weer weg.

Ik durf niks te zeggen. Zwakkeling denk ik. Je kan ook niks.

Als het eenmaal donker is, worden de geluiden die ze maakt sterker. Soms hoor ik opeens het water spatten en een paar seconde later haar naar adem happen. Ik zeg zachtjes Nina, ik weet niet wat ik moet doen. Je moet me helpen. Op het moment dat ik dat zeg besef ik niet dat dat een rot zin geweest moest zijn. Ik kon niet meer nadenken en wist dat het een kwestie van tijd was en ik moest wachten op 1 van mijn ooms.  Ik zat daar bij de put, kijkend in het donker en soms even zitten met mijn rug tegen het muurtje. Als dan het water weer opspatte, en ik Nina hoorde spartelen, sprong ik weer op en probeerde haar te helpen met mijn ogen met iets wat ik in me moest hebben, ik wist alleen niet wat.

Ik hoorde haar onder water gaan en opeens was het stil. Het was anders dan de andere keren en ik draaide me langzaam om. Ik voelde mijn ogen groot zijn en keek heel voorzichtig de diepte in, alsof ik alles kon zien, maar het was nog steeds een donker gat en er gebeurde niks. Ik verwachte elk moment het klotsen van het water en een diepe ademteug, maar het bleef stil. Doodstil.

Nina, zei ik zachtjes. Nina, waar ben je, zeg eens iets. Het bleef stil. Het duurde heel lang voordat ik besefte dat Nina niks zou zeggen en niet naar adem zou happen. Heel lang.

Toen het kwartje een beetje viel, ging ik starend voor me uit kijkend tegen de muur van de put aan zitten en keek het donker van het bos in. Aan de zijkant zag ik het licht aan staan in het huisje en ik hoorde geritsel van bladeren. Maar alle indrukken waren indrukloos. Leeg. Mijn wereld stond stil. Te wachten tot het over ging. Ik staarde en staarde en de nacht ging voorbij.

Het werd schemerig en ik hoorde mijn ooms aanlopen, maar het besef drong niet door. Ze stonden voor me en zeiden, waar is Nina nou? Je zou haar eruit halen. Trut, heb je haar laten verzuipen? Je kan ook niks jij he, waardeloos kreng. En ik kreeg een harde klap in mijn gezicht. Ik kan ook niks was de zin die zich continu herhaalde.

Ik werd meegenomen naar binnen. Ze tilden me op, omdat ik niet reageerde denk ik en gaven me iets te drinken. Het was sterk en vies, maar ik had ook dorst en dronk het op.

Ik kreeg een spuit in mijn arm. Het voelde niet eens als een prik, maar nog geen 2 tellen later was ik helemaal bij en wakker. De wereld leek volledig open te gaan en mijn ogen voelden alsof het licht aanging. Het voelde heerlijk, maar ook veel.

Dat is beter he! Ik knikte.

Ik kreeg een snee droog brood in mn handen gedrukt en het glas van de drank werd uit mijn handen gehaald. Ik werd bijna boos en had minder controle over mijn emoties. Dat voelde niet prettig, omdat ik me nog erg bewust was dat ik me moest gedragen, maar het deed me ook veel minder. Minder angst.

Nou trut, je gaat even naar de badkamer en je ding doen en over 10 minuten gaan we weer.

Ik werd blij, ik mocht naar huis. Ik ging me gauw wassen en eindelijk naar de wc en trok mijn jurk aan die daar hing en liep vlot de badkamer weer uit.

De wereld draaide wel wat, maar dat boeide me niet helemaal. Ik mocht eindelijk weg, het was klaar.

We liepen naar buiten en we liepen richting de put ipv de auto en ik voelde me gelijk doodziek worden. Ik wilde niet naar de put, ik wilde naar de auto. Bij de put zag ik Nina liggen. Ik brak van binnen, er ging iets stuk en mijn gevoelens gingen weg. Oom 3 was bezig kaarsjes om haar lichaam aan te steken. Toen zei Oom 1 dat het mijn schuld was dat ze dood was. Ik moest zorgen dat ik weer rein werd en de volgende keer nog beter mijn best doen. Ik knikte. Ik besefte nu pas echt dat ze dood was en het was mijn schuld. Ik voelde me zo schuldig.

Oom 1 had een mes in zijn handen en zei dat door het eten van het brood en het drinken van de wijn, ik weer vrij kon worden van deze schuld en zo sterker zou worden. Ik ging mee in hun gedachtegang en wilde vrij worden en opnieuw beginnen, wat dat ook betekende.

Ik moest knielen bij haar lijf en het mes deed Oom 1 in mn handen. Samen sneden we haar open en hij maakte zelf de borstkast open. Kijk, daar ligt je brood zei hij. Alleen dat zorgt ervoor dat je niet gehaald wordt door onze machtige heerser en krijg je nog een kans goed te doen hier op aarde, Haal het eruit.

Ik wist al hoe het moest en deed me best. Ik had wat hulp nodig, maar had haar hart een paar minuten later in mn handen. En nou eten. En geef ons ook wat, zei hij. Ik nam een hap, gruwelde van de smaak en probeerde het door te bijten wat bijna niet lukte. Ik voelde me vies, zo vies terwijl ik naar haar gezicht keek. Leeg en dood, zij had rust. Ik was vrij en zou het honderd keer beter doen de volgende keer. Ik voel een kortsluiting in mijn hoofd en een soort enorme bereidwilligheid dat ik de volgende keer het wel kan. Dit zal nooit meer gebeuren. Dat beloof ik mezelf en daar ga ik me aan houden.

Houten kruis

Straf, ik heb straf. Iedereen kijkt naar mij. Ik voel me heel erg slecht, ook al weet ik niet ik fout gedaan hebt, maar meestal achteraf hoor ik het nog wel en ik ben ervan overtuigd dat ik hartstikke slecht ben en het echt mijn schuld is. De blikken hoe iedereen naar me kijkt is vreselijk en doet zeer in me rug. Slechter als dit kan ik me niet voelen, ik verdien het. Ik verdien de straf en loop gewillig mee naar het kruis.

Het kruis van de zonde is er om mij weer schoon te maken. Alleen daar kan ik weer opnieuw beginnen en alleen na het kruis kan ik er weer bijhoren en weer mee doen. Ik wil het graag, want dan ben ik weer schoon en alleen dan heb ik weer een kans op een leven. Het zijn niet mijn exacte gedachten, maar wel mijn gevoelens die ik nu woorden kan geven.

Ik ga liggen op het grote houten kruis, voor in de zaal en ik laat me vastbinden. Mijn enkels worden vastgebonden en mijn polsen ook. Ik krijg een riem om mijn middel en langs mijn keel en dan begint J. zijn preek. Hoe slecht ik ben en hoe ik schoon kan worden. Dat dit de enige weg is naar vergeving en opnieuw beginnen en hij blij is dat ik gered wordt en deze kans krijg.

Het bloed van de jongen die zojuist geofferd is, word over me heen gesprengeld met een hele woordenreeks. Het komt bij me binnen, maar onthouden kan ik het niet. Ik voel me nog slechter. Zelfs nu met mijn redding, kan ik het nog niet goed doen. Ik heb meer straf nodig. Ik vraag om meer straf. Dat moet, dat weet ik, maar zo voel ik dat ook. Het is de enige weg.

J knikt ja. Hij accepteert mijn woorden en wil me meer straf geven voor mijn redding en het kruis word als een malle rondgedraaid. Ik word duizelig en draaierig, maar voel me een soort van verheerlijkt. Als ik vanzelf stop met draaien, vraagt J of ik echt gered wil worden en ik knik ja. Hij doet zijn kleding omhoog en verkracht me. Zwijgend, alleen met mijn leven, red ik jou, alleen omdat de hogepriester dat wil.

Ik laat het toe. Het voelt niet als een v, maar als redding. Als het beste wat me kan overkomen.

Ik weet dat het erger gaat worden en ben blij als hij het hierbij wil laten, maar soms ook niet. Soms ben ik zo slecht dat er veel meer nodig is. Dat zijn de ergste zondes en daar horen ook de ergste straffen bij. Ik laat het gebeuren omdat het moet, maar ik kan het niet zelf. Dat besef ik me heel goed. Ik ga dan uit.

J doet een handgebaar en de groep maakt geluid. Ik hoor het al aan ze, dat het vandaag wel een erge straf is en mijn lijf protesteerd al. Mijn lijf maakt zich op voor mijn en ik ga eruit. Ik kijk toe, vanuit de hoge kandelaar kijk ik toe, nietsvoelend, zonder empathie, zie ik wat er gebeurd.

Het voorwerp heeft een speciale naam Teshup. Het is de heer die redt. Het is een afgesneden penis van een stier. Hard en dik en lang. Vooral dat laatste.

Ze neurien, de groep. Ik hoor ze neurien en ik voel dat een stuk van mij opgaat in het gezang en erin mee gaat en op datzelfde moment gaat er een diepe scherpe pijn door mijn lichaam. Het gaat zo ver mijn lijf in, dat het voelt of ik stuk scheur en ik uit elkaar scheur, maar ik kan er niks aan doen, ik zit vast. Ik wil weg, ik wil gillen, maar dat mag niet. Je moet je straf gedanig ondergaan, anders wordt je alsnog geofferd, maar dan op het vuur en dat wil niemand.

Ik voel me volledig overgenomen worden door een oersterk deel van binnen. Als een stier zo sterk, alles kan die aan, niets is onmogelijk. Ik voel me even machtig en groot, verteerd door pijn, maar mijn straf is bijna klaar.

Als hij klaar is met de teshup besef ik dat amper. Ik hoor op een gegeven moment mensen weggaan en praten en een meisje huilen, maar ik ben afwezig, ik hoor het wel, maar het komt niet binnen.

Opa haalt me van het kruis af terwijl ik net weer rondgedraaid ben. Ik mis een stuk, ik was in slaap gevallen en ben nog zo moe. Ik mag naar huis en morgen begin ik opnieuw en zal ik heel erg goed mijn best doen. Dat beloof ik.

Opa is weer trots op me.

Ik krijg een inlegverband in voor het bloeden. Ik ben stuk. Ik weet dat ik de komende dagen me nog heel goed ga herinneren wat er is gebeurd, hier heb ik lang lol van. Ik leer het wel….

Een keer rijden we naar het trainingshuis. Ik ben niet heel veel ouder dan ik was in de herinnering hierboven, maar ik weet niet hoeveel tijd er tussen zat.

H is er en verwelkomt me en we gaan naar de medische kamer. De kamer met de gynocologen stoel, de instrumenten en de medicijnen. De spuitjes waar ik me raar van voelt.

Ik raakte van binnen in paniek maar wist dat ik niet weg kon en bleef me dus gedeisd houden, maar van binnen escaleerde alles in me.

Ik kleede me netjes uit ging op de stoel liggen. Ik liet me vastmaken, alsof ik het al 100 keer had laten doen, maar van binnen had ik het gewoon opgegeven. Ik zag de kamer en ging dood van binnen en de pijn vn onderen hoefden ze niet meer te maken, het was er al. Alles was in volheid aanwezig, zo vanuit het niets.

H liep de kamer uit en kwam terug met mister S. Mister S zei niets, keek alleen maar en pakte zijn spulletes. Maakte mn arm schoon en spoot er iets in met de spuit die hij klaar had gemaakt. Ik werd duizelig en liet het gebeuren. Ik kon er toch niet tegen verzetten.

Ik hoorde ze samen praten, maar weet niet waarover. En toen de ergste duizeligheid en wegdraaien voorbij was en ik ontspanning voelde, kwamen ze dichterbij. Kleuren, geluiden en bewegingen werden anders, maar ik kon het wel volgen, al koste het mij moeite.

Mijn benen waren uit elkaar en ik voelde iets van binnen erin gedaan worden. Het geluid van een ratel van ijzer en ondertussen voelde ik de druk toenemen. Alsof ik uit elkaar scheurde.

Ik begon geluid te maken en kreeg een klap in mijn gezicht.

Teef, je moet opletten ja, hoor je me. Je gaat nu leren of ik scheur je open, net als op het kruis, weet je nog?

Ik was gelijk alerter en mega scherp en voelde de pijn die er toen was. Op datzelfde moment duwden ze een hard groot ding naar binnen wat de pijn verdubbelde. De zondaar weet de weg niet en verdwaalt. Zeiden ze, en ze liepen weg.

De pijn scheurde en werd alleen maar heviger en ik kon het niet meer aan. Niet veel later kwamen ze terug en zeiden en, wat is het antwoord?

Ik wist het niet meer. Het was wel ergens dichtbij, maar ik kon niet focussen en degene die me moest helpen met concentreren kon niet komen door de pijn.

Het ratelgeluid was er weer en de steken van uitscheuren werd nog groter. Het ding wat erin zat ging eruit en werd er hardhandig weer terug ingeduwd en weer zeiden ze de zin. De zondaar weet de weg niet en verdwaalt. Ik schakelde gelijk en zei de zin hardop na. Hij lachte en liep weer weg.

Het duurde lang. Heel lang en alles werd gevoelloos.

Toen ze terugkwamen was ik een robot die gelijk zei wat ze wilden horen, nadat ze de vraag hadden gesteld.

Goed zo, zei mister S.

De ratel had nu een ander geluid en mijn onderkant ontspande iets. Het grote ding werd eruit gehaald en ik voelde zo beurs en pijnlijk aan. De klem was niet weg, maar dit was al zoveel beter en zoveel fijner, dit had ik nog wel uren vol kunnen houden.

Voor 1 zondaar 2 onreinen, om voor te bereiden. Je start met een test dan reset.

Ik wist gelijk al dat ik dat moest onthouden, maar dat niet ging lukken gelijk. Ik had de helft al gemist en het moest letterlijk met elk woord kloppen. Ik kon het wel half naproduceren, maar het zou fout zijn.

Ze gingen weg en ik probeerde het me te herinneren, maar de tijd was voorbij voordat ik het weer wist. De ratel werd weer aangedraaid, de klem zat strak en het voorwerp werd eruit en erin geduwd. De scheuten door mijn buik waren me teveel en ik ging uit. De zin hoorde ik in de verte, maar ik was te laat met niet meer voelen. Kansloos.

Het duurde erg lang, maar ik had het al opgegeven om het me te herinneren. Het was kansloos. Weer werd de ratel aangedraaid en het voorwerp werd eruit gehaald. Met de klem erop verkrachte mister S. me aan de andere kant want extra pijnlijk was. Hij zei de zin nog een keer en liep weg. Ik was niet meer in mn lijf. Opnieuw. Ik had me verstopt in de ruimte en keek naar mezelf. Ik schaamde me voor me slechte gedrag en hoe ik eruit zag. Ik zou vanaf nu mijn uiterste best doen en alles doen wat moest, of ik nou doodging of niet.

Hij kwam na lange tijd terug en ik wist de zin nog. De klem ging minder groot en het ding ging er weer in en weer liepen ze weg, maar nu zonder de zin te zeggen.

Ik raakte in de war, wat nu.

Na een hele lange tijd kwamen ze weer terug en hij zei: en?

Ik zei precies dezelfde zin als gok. Ik had ook iets anders moeten kunnen zeggen, ik wist het niet zeker, maar het was goed. De klem ging eraf en het ding ging eruit en ik werd los gemaakt.

Luister zei hij. Je taak is mensen meenemen, telkens wanneer er 1 dood gaat, zorg jij voor nieuwe. Luister naar A, zij leert het je. Als je niet luistert, kom je hier terug en maken we het een stapje erger oke. De waterbak is er namelijk ook nog. En hij wees naar de bak waar ik onder water gehouden kan worden en niet omhoog kan komen als hij het blad erop zet. Ik wist daar nog niet veel van, maar mijn motivator was heel groot.

Ik had geleerd, ik was eruit gekomen, los gemaakt en had het goed gedaan en zou het vanaf nu heel erg goed doen. Ik zou gehoorzaam zijn en opletten en morgen naar A gaan.

Ik moest nog even terug op de stoel, zei mister S toen hij naar de vloer keek. Er lag bloed op de vloer.

Ik werd tot mijn verbazing niet vastgebonden, maar was bang dat toch alles weer opnieuw zou beginnen. Hij pakte een lampje en opnieuw de klem. Ik zakte door de grond. Weer…. Maar hij keek naar binnen, zei dat ik stuk was en hij het even ging maken en was lief voor me.

Ik voelde het amper, alles was zo beurs en pijnlijk, dat elk beetje ander soort pijn alleen maar fijn was. Scherpe steken gingen door me buik en ik genoot ervan.

Ik moest me aankleden en liep weer met maandverband de deur uit.

Ik kreeg pillen die ik voor het eten moest nemen en Oom 2 bellen als ik niet kan poepen. Ik had alleen oke gezegt en liep achter hem aan de kamer uit.

Opa kwam net binnenlopen. Hij was nat van de regen, zijn jas had veel waterdruppels opgevangen. Hij rook naar pijn.

Ik kreeg een aai over mn bol en hij liep even mee met mister S. Hij liet me staan op de plek waar de aai over mn bol kwam. Ik wist dat ik moest blijven staan. Ik weet niet waarom, maar dat was gewoon zo.

Speciale gelegenheden met bekenden

Ik moet met opa mee in de auto. We rijden naar een andere boerderij en mn vriendinnetje stapt ook in. Een paar dagen geleden waren we nog in de schuur van Oom 2 met mannen en camera’s. Ik ben bang dat zoiets weer gaat gebeuren maar dan ergens anders.

Opa zit voorin en na een stuk rijden stoppen we bij een brug. We moeten uitstappen met haast en in een andere auto klimmen. We rijden gelijk weg en ik zie opa de andere kant op rijden met zijn auto. Ik wil schreeuwen opa niet weggaan maar ik blijf stil.

Een man met een kaal hoofd rijd de auto en na een stuk rijden moeten we op een bouwterrein nog een keer overstappen. Dit is een andere man die we nog niet kennen.

We stoppen ergens bij een huisje met een lantaarnpaal in de tuin en overal staan bomen.

Hij kijkt naar mn vriendinnetje en naar mij zegt ons te gedragen en stapt uit. Ik loopt netjes achter hem aan hou de hand vast van haar, maar bij de deur laat ik los. Alsof het instinct is.

We hoeven niet te wachten bij de deur, we waren al gespot en een serieuze jonge man doet open. We gaan naar binnen en de man die ons gebracht heeft gaat weer weg.

We krijgen een snoepje en ze lachen. 2 mannen. De andere 2 mannen staan nu buiten.

Nou laat maar eens zien wat onder die jurkjes verstopt zit, zegt een man.  Ik begin mijn jurk uit te doen en mn vriendinnetje doet me na. Ik weet wat er verwacht wordt op momenten als deze en als ze deze dingen zeggen en schiet in mijn rol.

Jullie lusten vast wel een lollie he, zegt die zelfde man, en hij laat me bij hem komen. Ik moet hem bevredigen met mn mond en kokhals keer op keer.

Ondertussen is die andere man minder rustig tegen mn vriendinnetje en ik zie hoe hij haar een klap geeft. Ik wil haar helpen maar het kan niet. Even steek ik mijn arm uit, misschien kan ik hem rustig maken met aaien, maar ik kom er net niet bij.

Opeens duwt hij me weg en staat op. He Y zegt hij we gaan op jacht ga je mee?

We moeten mee, naakt tussen hun in mee naar buiten. Het is er donker, de lantaarn geeft een beetje licht. Ik weet niet wat ze willen maar ik heb het gelijk koud. Nou rennen sletten zegt Y het word tijd dat ik geneukt word. Wacht even joh zegt die ander, het zijn kleine meisjes ze zijn bang.

Ik heb mijn hoop op hem gevestigt, de ander is onvoorspelbaar.

De man legt uit dat we zo hard mogelijk moeten rennen naar die boom en wijst hem aan. Als we snel genoeg zijn zal hij ons niet doodschieten.

Ik ren uit alle macht ik ken het spelletje van een andere keer met opa. Ik ren heel hard en hoor een schot, ik was toch snel genoeg. Als ik bij de boom ben kijk ik pas om, mn vriendinnetje is er ook, ze hebben gemist en wij hebben het gered. Komen roept die man en we rennen weer terug. Ik ben moe maar ergens weet ik dat ik op moet letten.

Nou ik was eerder he, jullie te laat zegt hij. Hij had eerder geschoten dan wij bij de boom waren. We waren te laat.

We gaan het nog een keer doen zegt hij omstebeurt. Jij gaat eerst zegt hij tegen mn vriendinnetje. Hij kiest een boom uit die verder weg staat en ik moet bij hem blijven. Ze rent uit alle macht en met het geweer komt hij naast me zitten, legt het op me schouder en zegt me wat te doen. Hij pakt m’n hand en samen halen we de trekker over. Ik heb haar neergeschoten. Het was raak ze viel vlak na de knal van het geweer die zeer doet op mn schouder. Bullseye zegt Y,

Nu jij, zegt Y tegen mij en ik ben zo bang. Nee sukkel zegt die ander dat kunnen we niks meer neuken en hij duwt me in zijn armen. De man met wie ik haar neer heb geschoten gaat haar halen. Ze is slap en terwijl hij haar meeneemt over zijn schouder hoop ik te zien dat ze toch nog leeft. Een beweging of een geluid, maar ik zie niks.

We gaan naar binnen en ze wordt op de bank gelegd en dan zie ik haar buik bewegen van het ademhalen. Ze haalt niet gewoon adem maar ze leeft nog ik weet het zeker. He X die is voor mij zegt Y als hij naar haar wijst. Hij verkracht haar en de andere man mij. Hij zegt dingen tegen me maar ik begrijp bijna niks van wat hij zegt en ik weet zeker dat ik ook straks nog een keer moet rennen en ik denk dat het schieten heel erg zeer doet want dan ga je zo raar ademen.

Als hij klaar is met mij wil Y ook seks met mij. Hij gaat best tekeer en na een tijdje roept die andere man dat hij me niet moet vermoorden, ze wordt zo weer opgehaald joh.

Hij stopt en zegt me te wassen en wijst naar een deur. Ik ga er naar toe. Ik bloed en ben vies en alles doet zeer maar ik was me zoals het hoort en loop weer terug naar ze.

Even later wordt er op de deur geklopt en ik word naar de deur geduwt. Volgende keer neuk ik jou dood zegt Y en begint te lachen.

In de auto staar ik voor me uit. Ik wil niet alleen terug, ze moet mee. Waar is mn vriendinnetje?

Ik krijg het niet voor elkaar te puzzelen en te beseffen wat er gebeurd is en ik verdwijn in de flikkerende lantaarnpalen die voorbijflitsen tijdens het rijden op de snelweg. Ik zak weg in de pijn van mijn onderlichaam en sta uit.

Buitenlandse ontmoetingen

Er waren feestjes met belangrijke mensen. Feestjes waar ik verwacht werd iedereen op te geilen en gek te maken met mijn kleine 6, 7 of 8 jarige lijf.

Feestjes waarbij slokken kreeg uit hun glazen met cognac en jenever en feestjes waar ik als circusact werd neergezet terwijl de zakelijke gesprekken over omgaan met maatschappelijke en juridische kwesties gevoerd werden.

Soms verdween ik onder de tafel. Broek los, rits open en in mijn hoofd de gedachte aan een lollie. want ja, hoe moet je dit als 6 jarige benoemen en mee omgaan. Opa zei dat het een lollie was en ik ben het maar gaan geloven. Dat het warm, groot en vies was en vaak stonk naar urine kwam elke keer weer als een verrassing. Soms, als ze me zat waren kreeg ik een duw en een trap na en werd ik geroepen naar een ander.

Ik deed altijd braaf wat me opgedragen werd,

De taal was niet Nederlands. Ze praatte allemaal Engels, weet ik nu, maar toen was het best abracadabra. Als ik met iemand mee moest naar een kamer, sprak hij zijn eigen taal. Ik leerde door de jaren heen wat woordjes in het Duits, Engels, Frans en Spaans en ook Italiaans en Hongaars kwamen voorbij. Sommige talen heb ik niet kunnen achterhalen, maar soms als ik een vreemde taal hoor, krijg ik de rillingen op mijn lijf.

Soms was ik een dienstmeisje, zittend op mijn knieën onder de tafel, likkend aan de mijn bedachte lollies en soms was ik het hoertje die trouw mee liep naar een kamer om zogenaamd liefdevol verwend te worden door iemand die even zijn behoefte kwijt moest.

Soms mocht ik even eten of slapen met mijn mede soortgenoten, maar altijd was er een bewaker bij.

Zodra we met elkaar praatten, werden we uit elkaar gehaald. Mochten we niet meer eten en werd je vastgebonden in een kamer, wachtend totdat ze je weer nodig hebben.

Meestal 2 dagen ging dit door, en op de laatste avond was het feest.

Nou ja, hun noemden het feest. Voor ons was het de hel. Soms kon je bedenken dat het nu bijna klaar was en we naar huis moesten, want thuis werd het pas echt moeilijk. Mensen in mijn omgeving stelden vragen als, waarom was je niet op school en wat is er aan de hand. Waarom ben je zo moe en wat heb jij gedaan deze dagen, ik kon je niet bereiken. De vragen waren zo lastig.

Maar nu was het nog de tijd voor het overleven. Nu was het tijd om te zorgen dat je deze avond zou overleven en naar huis zou kunnen gaan, want we wisten allemaal dat 1 van ons niet naar huis zou gaan. Altijd op deze bijeenkomsten waar de mensen een andere taal spraken, ging er altijd 1 van ons meisjes dood.

Ik wilde altijd wel vechten om weer naar huis te kunnen. Ik was nog niet klaar om dood te gaan, want ik wist wat er zou gebeuren wanneer je dood gemaakt werd.

Je dood was heel pijnlijk en je lichaam werd gebruikt als een gebruiksvoorwerp en de anderen moesten van jouw viezigheid genieten, zonder het te willen. Je kan het maar beter doen, dan daar liggen. Dat was altijd mijn overtuiging.

De seks met het dode lijfje was bizar, de mannen genoten, maar ook altijd werd er een volwassen man binnengebracht. Deze man werd door ons neergestoken, net zo lang dat hij het niet meer voldoet. Het moest langzaam, dus zijn hart moesten we ontwijken, het moest een langzame dood zijn.

Daarna ging het meisje en werd daar plezier aan beleefd.

Hierna werd het lijf van de man langzaam stijver en als dat goedgekeurd was, moesten we 1 voor 1 op hem zitten en seks met hem hebben. We moesten elkaar helpen en de sfeer werd dan alleen maar losser en grimmiger.

Hoe het daarna zou eindigen wisten we nooit. Altijd ging het anders, nooit was het voorspelbaar. Het waren de zwaarste dagen van het jaar…

De weg ernaartoe was altijd spannend en de dag kwam altijd onverwachts als de nacht. Ik werd thuis opgehaald en mijn moeder werd verteld dat ze me af moest melden. Oke, zei ze alleen maar. Ze gaf me een zoen en liep weg. Verraden. Zo voelde het keer op keer weer.

Ik ging mee in de auto, meestal van Opa of van Oom 2. Deze keer dat ik me kan herinneringen, de tweede of derde keer, ik weet het niet meer precies, kwam opa me halen. Opa deed altijd heel nonchalant en niemand ging tegen hem in. Oke, was genoeg en iedereen gehoorzaamden.

Dat er mensen in mijn omgeving me weg zagen gaan met opa leek niemand te boeien of te verbazen. Het was zoals het was. Zal iemand zich afgevraagd hebben of hij me naar school zou brengen of waarom hij er was, helemaal vanaf zijn eigen huis hier naartoe gereden om ons alleen naar school te brengen? Of wisten ze allemaal dat hij me mee zou nemen, omdat ik het hoertje was van de familie? Ik zal hier nooit een antwoord op krijgen denk ik.

Ik stapte gewoon in de auto van opa, zonder tegensputteren en zonder woorden. Als een mak schaap die meegaat met zijn herder. Ik liet het wel uit mijn hoofd om iets te zeggen of tegen te spreken, want ik wist dat wanneer ik straks bij opa was hij me extra zou straffen wanneer ik het wel zou doen. Ik was gedwee en hield altijd mijn adem in, in mijn hoofd dan, totdat het voorbij was. En als ik straks weer thuis was, dan kon ik weer verder ademen en leven. Ik kon dan weer naar school zwemles, dan waren er weer gewone dingen. Niet dat ik die zoveel woorden kon geven toen, maar ik voelde toen al haarfijn aan wat normaal was en wat niet. Waar ik kon ademen en waar niet. Ik was er vreselijk goed in om dat aan te voelen.

We reden naar een parkeerplaats aan de snelweg en opa zei tot morgen he. Ik wist dat ik uit moest stappen en en hij reed weg. Ik schrok, nu was ik alleen in deze grote vreemde wereld. Er waren veel vrachtwagen chauffeurs en veel mensen alleen. het bekroop me, al stond ik daar maar een paar minuten.

Een vrachtwagen stopte naast me en de zijdeur ging open. Kom instappen zei de vriendelijk ogende man en hij wuifde me bijna naar binnen terwijl hij om zich heen keek.

Ik probeerde de hoge vrachtwagen in te stappen en had daar best wel wat moeite mee. Het stonk er in de vrachtwagen en de man zei niks, behalve dat ik de deur dicht moest doen. Hij begon te rijden en de vrachtwagen maakte een immens kabaal.

Na langer als een uur rijden, ik weet niet precies hoelang, stopten we bij een restaurant aan de snelweg en hij zei dat ik naar de wc’s moest lopen. Hij zou niet komen. Ik was verbaast, maar gehoorzaamde zoals altijd en liep naar de wc hokjes.

Er stond een vrij jonge jongen te wachten, geleund tegen het muurtje van het wc hokje aan en zei, zo, kom jij maar met mij mee. Ik liep mee met hem naar zijn zwarte stoere auto en stapte in. Zo dame, ga jij even naar achteren en trek aan wat daar ligt. Ik wurmde me naar de achterbank, deed mijn kleren uit en wurmde me in een strak klein jurkje. Heel ordinair voor een 6 of 7 jarige.

We stopten na een uurtje rijden op een parkeerplaats en hij maakte me op. Ik kreeg lippenstift op, oogschaduw en hij deed mijn haren netjes. Zo, nu ben je er klaar voor, zei hij en we reden weer verder. We gingen de landsgrens over, dat zag ik aan de borden en we reden verder.

Na nog een hele tijd rijden zette hij me af op een hoekje van een bospad en reed weg. Op datzelfde moment kwam er een zwart busje aangereden en de man die uitstapte trok me mee de bus in en de chauffeur reed ons weg van die plaat. We kwamen in een afgelegen gebied waar we uiteindelijk bij een soort oud vrijstaand huis, bijna kasteel uitkwamen. Er stonden dure luxe, vooral zwarte autoś en het pad was van grindsteentjes.

Ik moest mee naar binnen en werd onderzocht onder mn kleren. Ik wist niet waarvoor en waarom, het gebeurde soms vaker en het was een beetje normaal. Ik wist wel dat het heel serieus was, zo voelde dat ook

Er kwamen nog 2 meisjes aan en met zijn 3en werden we naar een grote luxe badkamer geleid waar we ons moesten opfrissen. Een iets ouder meisje als mij en de ander wist ons te vertellen dat het verstandig is even te plassen en te kijken of je make up nog goed zat, dus dat deden we. Ook lag er parfum, wat we opspoten en trokken we onze schoenen en sokken uit, zodat alleen ons jurkje zonder ondergoed aan was.

Daar wachtten we af. Het duurde best lang, maar ergens vond ik het ook fijn om zo met elkaar te zijn. Ook al was er een bewaker die op ons lette en zag hoe we plastten enzo, het was toch even veilig. Misschien wel de veiligste minuten van die dagen.

We werden meegenomen naar de gang en de bewaker deed de deur open van een grote vergaderzaal. In een kring zaten mannen in pakken en ze vielen in een keer stil toen we binnenkwamen. Het oudste meisje nam het voortouw en liep gelijk naar een man toe en ging op zijn schoot zitten. Hij begon te lachen en kneep in haar wangen. He, wat fijn dat je er bent, zei hij tegen haar. Ik voelde me ongemakkelijk en teveel. Zij was goed en ik voelde me slecht en wist even niet zo goed wat te doen.

Ik had een uitnodiging nodig, maar ik hoefde niet lang te wachten, want binnen een paar minuten kwam een man me halen en nam me mee naar zijn plaats.

Zo meissie, zei hij, ik wil jou wel even vermaken hoor. Hij trok me op zijn schoot en even voelde ik me er helemaal bij horen. Toch bleef de sfeer heel ongemakkelijk en het werd pas makkelijker op het moment dat er seks bij kwam kijken. Ik wist me nog niet te redden in sociale situaties, maar ik wist wel wat ik moest doen met het lichaam.

De man begon aan me te zitten en ik liet het gewoon gebeuren. Ik zag de andere 2 meisjes ook op iemand zijn schoot zitten en ook hun zaten aan ze. Er werd door anderen ondertussen doorgepraat met af en toe gelachen.

Ik werd op een gegeven moment geduwd naar onder de tafel en wist nu wat ik moest doen. Ik probeerde de broek open te maken en aan mijn taak, voor mn gevoel, te beginnen. Ik had geleerd hoe en wanneer wat te doen en hoe vervelend ik het ook vond, ik was blij dat het duidelijk was wat ik kon doen, dat gaf rust.

Deze dagen gingen we deze kamer in en uit en soms bleven we uren, gewoon als gezelschap en soms moesten we juist weg.  De zaal viel dan stil en er werd dan gekeken naar ons, de broeken gingen dicht en de bewaker die bij de deur stond coachte ons de zaal uit.

ś avonds werd er gedronken en gelachen en liepen we rond. We deden wat ze wilden, van seks, tot drinken, tot gewoon op schoot zitten, als volwassen gezelschapsdames bij volwassen mannen.

Ik was in slaap gevallen op de schoot van 1 van de mannen die tussen mijn benen steeds aan het wrijven was. De alcohol, het werk en de tijd hadden zn tol geeist en de warmte van zijn lichaam was slaapverwekkend, ook al deden zijn vingers me soms pijn.

Opeens werd ik opgetild door dezelfde man en meegenomen naar een kamer. Hij legde me op bed en ging naar de badkamer. Ik hoorde hem naar de wc gaan en zijn tanden poetsen en heen en weer lopen, maar ik deed net alsof ik niet wakker was. Het bed was koud en maakte me nog wakkerder.

Hij kwam naast me liggen den deed de dekens over me heen. Hij wurmde zijn grote naakte lijf tegen me aan en begon me te strelen. Hij zei niets en ik deed alsof ik nog sliep. Hij ging half op me liggen en begon mijn nek te zoenen. Toen hij begon te praten, merkte ik dat hij niet mijn taal sprak, het was een andere man dan waar ik op schoot in slaap was gevallen en ik schrok van het besef dat ik niet wist wie hij was. Van schrik deed ik mijn ogen open en ik keek hem aan. Ik herkende hem wel van 1 van de andere mannen, wat me enigszins ruimte gaf, maar gedachten werden al snel overschaduwd door zijn handelen.

Hij begon sneller te ademen en greep tussen mijn benen en duwde ze uit elkaar. Hij wurmde zichzelf tussen mn benen en drong binnen. Ik ging uit. Mijn hele lichaam ging uit en stond op narcose-slaapstand en alles gebeurde langs me heen. Nog suf van de slaap en stijf van de angst en uit van de pijn.

Hij plofte naast me neer toen hij klaar was en viel heel snel in slaap. Ik moest heel nodig naar de wc, maar ik durfde niet uit bed te gaan uit angst voor dat het nog een keer zou gebeuren. Ik bleef liggen en viel uiteindelijk weer in slaap.

Ik werd wakker van de wekker en hij ook. Hij keek me lachend aan en ging douchen. Hij kleedde zich aan en zei wat dingen in een andere taal, liep door de kamer en ging na veel kijken de kamer uit. Daar was ik, alleen. In een kamer waar ik niet wilde zijn. Een blaas zo vol dat ik het bijna niet meer op kon houden en een heel zeer lichaam.

Toen ik zo beroerd was van mijn blaas, nam ik de proef op de som en ging naar de wc. Wat was ik bang dat hij weer terugkwam en dat ik nu iets deed wat echt niet mocht.

Ik rende gauw weer terug naar bed en deed net of ik nog hetzelfde lag als de hele nacht.

Het duurde voor mijn gevoel uren voordat er iemand kwam. Ik hoorde deuren dichtslaan in de kamers ernaast. Mijn maag kreeg honger en ik had een enorme dorst. Had ik nou maar wat water gedronken uit de kraan, toen ik in de badkamer was. Wat was ik stom geweest. Maar ik lag hier in bed en durfde weer niet eruit te gaan en water te gaan drinken. Ik had dan ook weer moeten plassen en dan had ik weer hetzelfde probleem gehad. Ik bleef liggen en dutte af en toe even in.

Het duurde vreselijk lang, maar op een gegeven moment hoorde ik gepraat aan de deur en de bewaker van de vorige dag kwam de kamer binnen.

Ben je nou nog niet aangekleed, zei hij. Lig je nou de hele dag in je bed?

Je bent niet eens gedouched, zei hij, toen ik bloot uit bed stapte, met mijn jurk voor me gehouden. Ga douchen.

Ik liep naar de badkamer en ging douchen. Hij zei dat hij straks terugkwam en ik dan klaar was en aangekleed en ik knikte. Wat was het water lekker. Ik dronk het warme water uit de douche en waste me schoon zoals opa me had geleerd en kleedde me aan. Ik wachtte geduldig op een stoel in de kamer. Ik waagde het niet te spelen of te lopen, ik wachtte, zoals het hoort.

Die middag, het was ondertussen middag, mochten we mee-eten in de vergaderruimte met de mannen. Ondertussen gingen de gesprekken al wat makkelijker door zonder op ons te letten en er kwamen 3 meisjes bij en 1 jongen. We deden wat ze wilden en hielden gezelschap en na een tijdje mochten we ook even ontspannen in een zwembad op de bovenste verdieping.

We zwommen naakt, we hadden natuurlijk geen zwemkleding mee. Tijdens het zwemmen werden we uit het water geroepen en kregen een soort cocktail drankje en het maakte me licht in mn hoofd.

Ik werd er niet dronken van, maar wel wat stoned, maar ik miste hierna geen tijd.

2 meisjes raakten wel wat van het padje af en ik probeerde ze een beetje alert te houden, maar dat lukte niet heel erg. Ze waren duidelijk minder gewend. 1 meisje was een stuk ouder dan mij, ik denk een jaar of 12 en die andere was ongeveer even oud denk ik. In ieder geval even groot als ik.

De mannen kwamen er ook bij en het liep uit tot een soort feestje met samen zwemmen, drinken en soms seks. Het ingewikkelde was dat het zowel leuk als heel vervelend en intimiderend was, wat heel veel verwarring gaf.

We werden verzocht ons op te frissen en aan te kleden. We gingen allemaal naar dezelfde ruimte en werden geholpen met kleding en make up.

Een meisje was nog steeds van het padje af en ik zag gebeuren dat ze steeds minder geholpen werd om alert te blijven en normaal te doen. De jongen was heel stil en zei bijna niets, maar was wel alert.

We kregen wat te eten en hadden nog steeds wat vrije tijd. Hierna werden we gehaald en meegenomen naar een andere ruimte. De sfeer was omgedraaid van gezellig en feestelijk naar zakelijk en serieus en we werden gelijk minder vrolijk en enthousiast. We werden stil en bang en afwachtend. Ik zag dat bij iedereen gebeuren en was ergens blij dat ik zag dat hun dat ook voelden.

Geen titel

Er kwam een sessie. Ik herkende het gelijk.

Omdat me dat overviel ging het eerste stuk volledig langs me heen. Ik zag en voelde, ik proefde en rook, maar het kwam niet binnen bij mij. Ik observeerde en liep erlangs ipv dat ik er deel vanuit maakte.

Er werd een man binnengebracht. Hij stribbelde tegen, maar was duidelijk ook onder invloed of gesedeerd. Hij reageerde langzamer en vreemder dan andere mensen zouden doen. Ons werd opdracht gegeven om hem te steken met de messen die we in onze handen geduwt kregen, maar er was 1 maar… hij mocht niet snel dood. Degene die dit het slechtste deed, zou straf krijgen.

We staken hem in zijn benen, zijn voeten, zijn armen en zijn buik, maar niet bij zijn hart. Een meisje stak zelfs in zijn gezicht. De man gilde het uit en maakte zo’n naar geluid, wat gekmakend was.

Langzaam verloor hij het bewustzijn tot hij out was. We moesten hem laten liggen en 1 meisje kreeg de taak om steeds even zijn armen te voelen of die veranderde.

We moesten in een kringetje en er werd een oordeel geveld over ons ‘steken’.

De stress die dit gaf was zo enorm groot, ik was zo overtuigd dat ik het zo slecht had gedaan dat ik dacht dat ik elk moment eruit werd gehaald. Ze zagen de angst en speelden ermee. Ik was hun speelbal. Van bijzondere maitresse overgeheveld naar speelbal. Ik voelde me verraden.

Tot mijn verbazing werd een ander meisje gekozen. Als donderslag bij heldere hemel, werd ze opeens aan haar voeten getrokken en onderuit gehaald en naar achteren getrokken. Ze viel zo plat op haar gezicht en gilde terwijl hij haar naar zich toe trok. Hij ging op haar zitten en wurgde haar. Toen hij losliet kon ze weer ademhalen en een ander pakte haar van hem over. Hij verkrachte haar terwijl hij haar wurgde en ze moesten lachen. Toen ze daar zo dood lag, moesten we 1 voor 1 laten zien hoe wij haar ook verkrachten. De sperma aan me vingers en volle overgave om niet hetzelfde mee te maken. Ik ging in standje uit en deed wat ik dacht dat ik moest doen. Het duurde zo lang.

Op een gegeven moment zei een meisje die de man in de gaten moest houden dat zijn armen harder werden. Ze stopten met het meisje en zeiden dat ze even pauze hielden.

1 man kon zich niet inhouden en nam het jongetje even mee een hoek in en deed hem pijn. Hij kwam glimlachend terug en de jongen heel verdrietig.

Deze momenten zijn momenten die heel vaak voorkwamen. Momenten waarin ik hoopte dat ik niet degene was die vermoord zou worden. Dat het een ander zou zijn. Momenten waarin ik egoïstisch werd en mijn eigen hachje wilde redden. Momenten waarin ik iedereen iets aan kon doen als ik er zelf beter van werd. Ik leerde te doen datgene waardoor ik kon overleven. Dat was mijn redding, of juist mijn hel?

Er zijn meer momenten geweest waarin ik schuldig ben gemaakt aan het vermoorden van anderen. Ik kan ze niet op 1 of 2 handen tellen en voel me er verschrikkelijk over, maar het is wat het is.

Waartoe is een mens in staat, dat hij alles opzij kan zetten om het slechtste te doen wat een mens kan bedenken? De ogen, de gezichten, die zal ik nooit vergeten, die zijn voor altijd gebrand in het binnenste van mijn ziel.

Buitenland, slang

We were around 8. We have had a tough day with the men and the feast in the evening ended in a sexorgy with the girls and men. Het was zoveel en zolang. In that moment sister came, they where with 3 together having sex with Simone at the same time. Sister[2] came and took over and did the rest with the other men, till almost everyone was done.

After this, they brought a snake into the room. The snake was a big one with yellow/brown color on it and a landscape pattern.

They wanted to play with it and us and before I knew it was also inside of me. Because I reacted very shocked they laughed and were talking about what to do with it. Just let her sleep with it, someone called, so they did that. I needed to go to bed and the snake was pushed inside me again. It was moving a lot to try to come out and he pulled it out of me again. He came back with 4 men and said look and pushed it in me again.

Someone took his knife from his belt and cutted the snake in half. Look what I can, he said and he pushed the other side of the snake in my bottom. You stay like this and sleep till tomorrow morning. If you are laying like this you are okay, if not, we will haunt on you and shoot you dead. Do you hear me?

They left. I layed there with those 2 pieces inside me. I couldn’t move, afraid of coming out of me and I would never be able to push it back inside. It was so hard and strong.

After a while the other girls came back, talked to me, but I couldnt talk back, afraid of what they thought of me, when they saw what was going on. In the night, I needed to go to the toilet and it became worse by time. I felt sicker and painfuller and after hours of thinking how to go, I couldnt find a solution. Somehow it could flow around the snake’s tale and my bed went dirty. I could smell myself so awful.

My morninglight, the men came into the room, took the sheets off me and found me still laying in bed with the snake inside of me, but with a very smelly, dirty bed. They said it was awful and walked away. The men who pushed the snake inside of me, C, pulled me out of bed to walk to the shower. The snake was still inside and didn’t fall down.

Under the shower, he only made the cold water flow and walked away. I knew I couldn’t turn the switch to warmer water and just cleaned me under the shower. While he came back, he saw the snake hanging and bow down and pulled it out of me. It hurted so badly, I felt it for weeks.

When I was clean, he took me to another room and pushed me inside. A few men, the guards, were there drinking coffee. He said, playtime and went away.

Ze duwden me op de tafel en verkragte me. Alles deed nog zo ontzettend zeer, dat ik uit ging en niks meer voelde. De man kwam weer binnen en deed ook mee en liet me daarna weer achter met de 2 bewakers. Ik was zo moe en het maakte me niet meer uit wat ze deden. Gewoon uit, alles was goed.

Nadat ze klaar waren, kreeg ik een stoel en duwden ze mn hoofd naar voren. Er lag coke op de andere tafel en ze lieten het me opsnuiven. Ik voelde me even heerlijk en gaf ze een zoen. Zomaar ongevraagt uit het niets. Ik stond op en strompelde naar mn kamer. Ik was lallig en de andere meisjes keken me raar aan. Ze vroegen of het oke  ging met me en ik deed mn duim grappig omhoog. Prima im so fine en ik viel op mn nog vieze bed en viel in slaap.

Buitenland martelingen

Kooien, op tafels. We zitten er in. Naakt.

Als ik de zijkanten of de bovenkant raak krijg ik een schok. Ik kan me amper bewegen, er is gewoon weg geen ruimte.

Volwasse mannen praten. Ze zitten daar op een rij, praten met elkaar serieus en lachen soms als ze iets lekkers voor mij of 1 van de andere kooien houden. Ze lachen nog harder als we het probere te pakken en dan een schok krijgen.

Maar als hij een koekje voor me houd en ik zeker weet dat ik het zou kunnen pakken, kan ik de verleiding niet weer staan. Liever pijn dan nog langer honger en dit zien. Ik red het niet, ik kom tegen de stang aan en schrik. Hij haalt het koekje weg, het is me straf. Had ik maar beter mn best moeten doen. Ik had allang uit de kooi gekunt als ik had getoverd of zo. Ik weet niet maar verzinnen doe ik helemaal niet. Ik zit daar en wacht en kijk en soms nemen mn basale gevoelens het over en probeer ik mn honger te stillen.

Honger is kiling. Dat moet uit en na een tijdje ben ik er murw voor.

5 dagen. Ik kreeg geen eten meer sinds het vliegtuig, aleen soms water. Ik weet waneer ik water krijg en de keren dat ik naar de wc mag pak ik me kans. Dorst is killing.

Stukken van een lichaam. Zo’n honger. De koekjes snoep en broodjes gaan steeds mis, shock, maar met het vlees komt er geen shock. Ik zie iedereen zwichten. Als je het 3 keer goed doet en netjes op eet, mag je er uit.

1 kooi is leeg. Zij is het.

Het rook heerlijk. Ik had honger. De geur is niet vreselijk aleen jaloers makend als je honger heb en dan krijg je bij goed gedrag een stukje. En als je mee werkt,  word je vrij gelaten en mag je naar de training. Schuldig. Laten zien dat je ales wilt vergeten en veilig bent. Uit gaan.

Bevalling

Het was kerstavond. Ik was ś ochtends al naar de huisarts geweest. Hij meette mn bloeddruk, voelde even hoeveel ontsluiting ik had en benoemde dat het niet echt aan het starten was. Hij vond het niet erg, ik help wel een handje zei hij en hij deed zijn broek open. Sperma bevorderd de ontsluiting zei hij, dus een medische ingreep oke. Ik knikte.

Hierna kreeg ik 2 pillen mee en de tijdstippen dat ik ze moest nemen. Ik zette een wekker, zodat ik er zou zijn en zou weten wat er moet gebeuren en nam trouw de pillen in. Misschien raar, maar ik dacht er niet overna om ze niet te nemen. Het moest gewoon zo.

Tegen de tijd dat ik de 2de moest nemen, begon ik harde buiken te krijgen en voordat ik naar de meeting ging, ging ik eerst nog even langs de huisarts. Ik werd weer getoucheerd en kreeg een prik in mijn been. De harde buiken werden weeën en autorijden kon ik niet meer. Ik belde ome 1 en liet me ophalen.

Lekker bezig meissie, zei hij. Er waren veel mensen bij de meeting en ook veel kinderen deze keer. Ik zou dit doen, zodat een ander deel met rust gelaten zou worden. Nog 1 keer bevallen en 1 keer mee naar de groep en dan zou ik alleen nog sekswerk doen, dat was de deal. Ik vond het een prima deal. Duidelijk en zoals ik het wel wilde. De laatste keer dat het andere deel hier was stortte ze volledig in en ze zou het niet meer redden om met dit leven door te gaan, dus dit was de oplossing.

Ik beviel op de steen, voorin de zaal, nadat een tienermeisje ook was bevallen. Het kindje lag al in de berg in het vuur en mensen waren euforisch. Ik ging mee in de sfeer, beviel alsof het niet heel veel uitmaakte en liet het meenemen. Ik maakte alleen 1 fout, ik keek. Ik zag dat het een jongetje was, dat had ik niet moeten zien.

Het geluid kon ik toen niet horen, ik was verstomd en doof, maar nu hoor ik het huilen nog, de hele week al door. Het kleine stemmetje maakt veel indruk en doet iets diep van binnen. Het maakt dat ik pijn wil, weg wil, verdoven. Pillen, misschien wel spuiten en gewelddadige seks met een groep zou dit nu verzachten. Zo zou ik het normaal oplossen.

Naar nu:

De waarheid onder ogen zien.

Zo vaak heb ik mezelf zwak gevonden. Zo vaak een watje die het weer niet vol kon houden. Zo vaak was ik degene die het niet goed deed, het niet kon en weer niet sterk genoeg was.

Ik vertel dat wanneer ik bewusteloos raak mijn lijf het opgeeft. Dat is het echte opgeven en het niet meer aankunnen. We praten kort over een herinnering, waarbij ik door meerdere mannen verkracht ben en niet meer wil opstaan. Willen, ik was te moe. Ik koos ervoor om te blijven liggen en me niet gelijk te gaan douchen. Ik moest bijkomen.

Dat alles in me zei dat ik het niet meer trok, was niet belangrijk. Ik had mezelf een schop onder mijn kont kunnen geven en kunnen gaan douchen. Pijn of geen pijn. Ik gaf het op.

Het feit dat ik niet bewusteloos was, maakte dat ik een keuze had.

Ik kan mezelf niet zien als een zielig 6 jarig meisje, net door 6 mannen verkracht. Ik zie een zwak meisje die te moe is geworden en de ballen niet heeft op te staan en zich te gaan fatsoeneren. De straf die opa me daarvoor geeft vind ik terecht. Ik heb het verdient. Het klopt, ik ben een lui, vies varken….

Ik kom tot de ontdekking dat ik er nog lang niet ben….

Strijd, een dag in 2020

Elke dag is een gevecht. Elke dag een gevecht om het juiste te kiezen, om na te denken over wat ik denk, of ik veilig ben of niet. Elke dag is het noodzakelijk alert te blijven op hoe stabiel ik van binnen ben en of ik dreigingen aankan. Of ik niet automatisch ergens op reageer en of ik toch van binnen iets gemist heb, wat mij in gevaar kan brengen.

Mailtjes komen bijna dagelijks binnen met fotoś van mezelf, waarop ik dingen doe die ik niet wil. Waar ik me schuldig over voel en me voor schaam. Maar ze zijn er. Elke keer weer de angst, waar zullen deze foto’s nog meer binnenkomen.

De filmpjes die soms in mijn werk mailadres verschijnen, het brengt me zoveel angst.

Mailtjes die opeens verdwijnen, telefoontjes die ik krijg, maar te snel switch zodat ik niet  besef wie ik aan de telefoon gehad heb, mensen die langs lopen en me seinen, terwijl alleen dieper verstopte delen van binnen weten wat die zeggen. Mijn hele leven is continu een schip in de storm en ik moet alle zeilen bijzetten om het roer recht te houden. En ook lukt het me al maanden, jaren, het gevaar is elke dag aanwezig.

Ik ben zo moe van het strijden. Zo uitgeput van het gevecht van elke dag. Maar ik moet door. Ik ben geen opgever, niet meer. Het opgeven heeft me niks gebracht, het heeft me alleen meer ellende gegeven op sommige momenten. Ik ga door, hoewel ik nog niet weet hoe. Voor vandaag weet ik dat ik de avond wel red, morgen kan ik nog niet overzien. Er is teveel, teveel waar ik tegenop zie en teveel wat er gebeurd. Ik kijk naar vandaag, morgen weer opnieuw.

Gevoelens loodsen

A storm in my head, turning around

Not allowed to tell, smashing with my thought

Een storm in mijn hoofd, als een tornado aan de gang

Geen toestemming om te vertellen, het maakt mij volledig in wanhoop.

De contradictie in mijn hoofd, hun woord tegen het jouwe

Maakt me in de war, een grote dikke knoop.

De vrijheid voelend, heel dichtbij, maar is het wel voor mij?

In een kooi gevangen, een millimeter beweging maakt me slachtoffer meer en meer

Elke schok die mijn beweging geeft, laat elke hoop nog meer varen.

Overgeven is het enige wat nog kan, ik ben niet meer

Niet meer het meisje die ik wilde bewaren.

Ik had de vrijheid even gevoeld, bijna aangeraakt, maar het was niet voor mij.

Het bittere vlees geeft mij bevrijding, maar dit is niet wat ik wil

Toch zwicht ik voor elke opdracht, want in mijn hoofd wordt het steeds meer stil

Zij zijn machtig, ik een cel, niet eens in staat om te voelen

Ik was dat meisje met gedachten en gevoel, geworden zonder wil

De vrijheid is niet meer voor te stellen, het is weg, nooit meer voor mij.

Van niets meer waard tot een bak vol schaamte, de pijn is al niet eens meer reëel

Hopend dat dit het laatste is wat ik doe, grijp ik haar naar de keel

Verlost van angst, verlost van pijn, jaloers is wat er boven komt drijven

Verlangend naar de dood, is de vrijheid die ik voel

De vrijheid is de dood, ik ga het proberen, de enige kans voor mij.

Hangend aan het plafond als tiener, mijn dood tegemoet

Het plafond kan mij niet houden, ik doe ook niets goed

De pillen waren te veel om allemaal weg te krijgen en na 2 dagen in coma wist ik toch in leven te blijven

Mijn enige uitweg is na nog meer pogingen bekeken, ik ben een nietsnut gebleken

De vrijheid van de dood is niet voor mij, nooit meer blij

Het hoertje dan maar, dat is wat ik kan spelen

En naar de roze buurt ging ik mezelf bevelen

Ik bedelde om werk, alsjeblieft, maar de eigenaar raakte buiten zinnen

Ga ergens anders spelen klein kind, werd me toegeschreeuwd, ik wilde alleen maar werken daar binnen.

De vrijheid van pijn had ik altijd en nu kon ik het niet vinden, ik kan werkelijk niets.

20 jaar verder, een leven geleefd zoals hun het wilden, bewegen binnen hun grillen

Alles kon ik doen, overal kon ik bewegen, zolang ik hun gehoorzaamden, werd er ook gezwegen

Een leven van duidelijkheid, geen angst voor de toekomst zolang ik maar luisterde en bleef zweven,

Totdat de orde verstoord werd. Hun en mijn binnenste begon te beven.

Ik voel een kiertje vrijheid, maar te moeilijk voor mij. Laat me maar hier, het is oke.

Toch schreeuwt de belofte van Yeshua door alles heen. Ik maak af wat ik begon, liet me niet alleen.

Omver geblazen lag ik daar in die kerk. De Geest deed zijn werk.

Zoekend, weglopen, keer op keer terug. De duisternis begon te bewegen, te trekken ik kon niet terug.

Opnieuw 2 levens, misschien wel meer. Zoekend naar rust, vrijheid en de winnende heer.

Twijfels, angsten, mijn brein was continu in strijd, voor vrijheid.

Totdat de stok van Mozes omhoog geheven werd, niet meer alleen, de strijd is niet kort.

Maar alleen maar 1 kant kan winnen, van deze duistere grillen.

De paarden worden verslonden, de banden schieten 1 voor 1 kapot

Demonen beginnen te wijken, woorden beginnen te stromen, komen van het slot

De vrijheid is Yeshua, het licht en het leven. Mijn keuzes zijn nu aan Hem gegeven.

[1] Dit lijkt strijdig met wat 2 paragrafen hierboven staat, waar Esther vertelt dat er veel momenten waren dat ze kon genieten van de aandacht van oma en de ruimte om de boerderij. Dit komt doordat de persoonlijkheidsdelen die hier schrijven, nauwelijks herinneringen hebben aan fijne momenten bij opa en oma. De delen die dat andere stuk schreven, hebben die positieve herinneringen wel bewust meegemaakt.


[2] Simone en Sister zijn persoonlijkheidsdelen van Esther die in deze situatie ieder een deel van de verkrachtingen voor hun rekening nemen