Waarom ik Esther geloof

Mw. drs. A. Terpstra-van Hijum, GZ-psycholoog, 16 februari 2021

Samenvatting

‘Waarom geloof je wat Esther je vertelt?’ is de vraag die mij keer op keer in wordt gesteld, als ik vertel over mijn behandeling van Esther, die zich losmaakt uit een groot netwerk van georganiseerd ritueel geweld. Ik begrijp die vraag wel. Een jaar of vijftien geleden zou ik wellicht dezelfde vraag gesteld hebben. In dit artikel wil ik deze vraag zo concreet mogelijk beantwoorden. Na de inleiding en mijn inzichten over waarom het geloven van iemand als Esther voor ons kennelijk zo moeilijk is, volgt een lange lijst van redenen waarom ik Esther geloof. Allereerst de redenen die direct voorvloeien uit de behandeling, daarna zeken die ik de afgelopen ruim 3 jaar rondom Esther zelf heb meegemaakt, die haar verhaal bevestigen. Tenslotte ga ik kort in op getuigenissen van andere slachtoffers en hoe die Esthers verhaal ondersteunen. Helaas zijn er een aantal redenen die ik niet kan vermelden, onder meer omdat zij zo specifiek zijn dat de privacy van Esther er direct mee in gevaar komt. Maar ook zonder deze redenen is de lijst al lang.

Mijn diepe hoop is dat dit artikel eraan bijdraagt, niet alleen dat slachtoffers geloofd worden, maar ook dat er van alle kanten helpende handen zullen komen om dit afschuwelijke onrecht te ontmaskeren en een halt toe te roepen.

Inleiding

Waarom wij slachtoffers als Esther maar niet willen geloven

Nuancering

Waarom ik Esther geloof: redenen vanuit de behandeling

Waarom ik Esther geloof: externe aanwijzingen

Waarom ik Esther geloof: getuigenissen van anders slachtoffers

Inleiding

Veel mensen hebben als kind of als volwassene wel eens ervaren hoe naar het is als je iets niet (of wel) gedaan hebt, en je wordt niet geloofd, wat je ook zegt of hoe hard je ook roept. Het maakt je machteloos en boos en als het frequent gebeurt of om belangrijke dingen gaat, beschadigt het je relaties met de mensen die je niet geloven.

Voor Esther, en vele slachtoffers van ritueel misbruik,  is dit het verhaal van haar leven. Op honderden manieren werd zij van jongs af aan getraind om nooit te praten. Door langdurig, herhaald, doelgericht zeer ernstig misbruik en marteling op zeer jonge leeftijd, ontwikkelde zich bij Esther een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS): de persoonlijkheid splitste zich in meer identiteiten met ieder een eigen ‘ikbesef’, die geheel of ten dele geheugenverlies hebben ten opzichte van elkaar. In dit artikel spreek ik overigens in het vervolg van ‘persoonlijkheidsdelen’, andere auteurs gebruiken hiervoor ook wel de term ‘alters’ of ‘persoonlijkheden’. 

De DIS maakte het voor haar nog veel moeilijker om hulp te vragen bij haar omgeving. Als zij in het gewone leven dan toch iets liet vallen over het misbruik en op die manier – tegen alle zwijggeboden in – een noodkreet liet horen, werd dit door de volwassenen om haar heen afgedaan als fantasie.

In haar tienertijd gaat Esther in behandeling bij de RIAGG vanwege – volgens de brief van de RIAGG aan de huisarts – lichamelijke klachten waarvoor geen medische verklaring is gevonden. Daarnaast wordt de hulpvraag van de ouders kritiekloos overgenomen in deze bief, zonder nuancering of toevoeging: ‘Ouders vragen bij aanmelding om onderzoek naar de achtergrond van de onware verhalen die Esther hen vertelt’.

Anderhalf jaar en zelfmoordbriefjes en een weglooppoging later, schreef een kliniek voor kinder- en jeugdpsychiatrie, waar Esther werd opgenomen, als ‘reden van opname’:  ‘klinische observatie in verband met een mogelijke dissociatieve stoornis NAO. Patiënte vertelde allerlei fantasieverhalen (over verkrachting, zwangerschappen en mishandeling), was van huis weggelopen en schreef suïcidebriefjes waarvan ze het bestaan later ontkent’. Het is schokkend om te zien hoe de GGZ niet eens de mogelijkheid lijkt te hebben overwogen, dat haar verbijsterende verhalen waar zouden kunnen zijn. Terwijl zij wel een dissociatieve stoornis overwogen. Ook toen al, het laatste decennium van de vorige eeuw, was het– ondanks de recent ontketende memory war[1] –mainstream gedachtengoed in psychologenland dat een dissociatieve stoornis alleen ontstaat als gevolg van vroegkinderlijk zeer ernstig en langdurig trauma. Dit maakt het nog minder te begrijpen dat zij Esthers verhalen niet serieus genomen hebben.

Waarom wij slachtoffers als Esther maar niet willen geloven

De misdaden waarover slachtoffers van ritueel misbruik zoals Esther vertellen, zijn zo gruwelijk dat de wereld liever niet gelooft dat dit bestaat in onze westerse beschaving. Het zijn misdaden op het niveau van IS en Jozef Mengele, maar dan doelgericht, langdurig, met grote regelmaat en met het expliciete nevendoel de wereld over het bestaan van deze misdaden zand in de ogen te strooien. Daarbij komt dat in het getuigenis van velen van hen, waaronder Esther, (zeer) hooggeplaatsten een prominente rol spelen in het netwerk. Die vervolgens hun invloed als minister, politicus, rechter, advocaat, professor, journalist, politie/recherche-chef of professor misbruiken om deze misdaden toe te dekken. Zoals Esther verteld, zijn deze hooggeplaatsten niet per ongeluk op deze posities terechtgekomen. Zij helpen elkaar aan deze posities en middels onderlinge chantage (foto’s van pedosexuele misdrijven van elkaar) zijn zij ertoe veroordeeld elkaar ten koste van alles te steunen.  Dit zaagt de poten onder onze gehele visie op onze redelijk rechtvaardige en redelijk veilig geachte democratische rechtsstaat vandaan. Er is een omwenteling nodig in ons denken over onze samenleving, een paradigmashift. Er was heel veel bewijs nodig voordat het merendeel van de mensen in de 16e eeuw tot het inzicht kwam dat de aarde rond is en niet plat, zoals men tot dan toe had geloofd. Helaas geloofde het merendeel van de mensheid pas in het bestaan van de holocaust nadat deze voorbij was. Wat is er nodig om onze ogen te openen voor het extreme onrecht van ritueel misbruik en de krachten daarachter?

Nuancering

Dat ik Esther geloof,  betekent niet dat ik denk dat Esther zich in geen enkel detail kan vergissen (zie punt 5, waar blijkt dat zij zich vergist heeft in haar leeftijd).

Als ik zeg dat ik Esther geloof, bedoel ik dat ik geloof dat wat zij vertelt over haar verleden, werkelijk is gebeurd. En dat wat zij vertelt over wat er gebeurt met haar in het heden, ook waar is. Ook als zij op detailniveau vergissingen zou maken.

Ik nodig je als lezer uit met me mee te denken in wat ik tegenkwam tijdens mijn behandeling van Esther en waarom ik haar getuigenis over deze gruwelijke misdaden geloof. Allereerst de redenen die direct samenhangen met de behandeling.

Waarom ik Esther geloof: redenen vanuit de behandeling

De drie jaren dat ik Esther nu intensief behandel (vanaf februari 2018), waarbij ik gaandeweg de meest gruwelijke verhalen over misbruik in een netwerk hoor, kan ik samenvatten in een paar woorden: authentiek, consistent en ondersteund door externe aanwijzingen dat haar getuigenis klopt. Hieronder een concretisering vanuit behandelperspectief

1. Principes van traumaverwerking gaan ook bij Esther op.

In traumaverwerking, of dit nu gaat via schrijven, gesprekken, EMDR of een ander hulpmiddel, gaat het erom dat alle schuld(gevoel), angst, machteloosheid, pijn, woede schaamte of welke emotie dan ook, recht in de ogen wordt gekeken en in het lichaam wordt gevoeld. Alle gedachten en gevoelens die dan los komen hebben de ruimte en aandacht nodig. Pas dan verdwijnen nachtmerries, flashbacks, onevenredige emotionele reacties op dagelijkse gebeurtenissen die gevoelsmatig gelinkt worden met het trauma en andere traumagerelateerde klachten.

Bij Esther is dit in de basis niet anders. Door de geheugenmuren tussen persoonlijkheidsdelen en door de persoonlijkheidsdelen die geconditioneerd zijn om dit proces te saboteren, is het boven water halen van alle elementen van een herinnering een heel complex en tijdrovend proces. Maar als deze eenmaal boven water zijn, is het ‘old school’ traumaverwerking. En blijkt elke keer opnieuw dat in de ogen kijken van de verschrikkingen de saboterende persoonlijkheidsdelen tot rust brengt, de persoonlijkheidsdelen dichter bij elkaar brengt en de stress in het lichaam weer afneemt.

2. Wat Esther vertelt, is en blijft intern consistent.

Het levensverhaal van Esther is ontzettend ingewikkeld, maar steeds intern consistent. Ik zal een voorbeeld noemen. Zoals eerder beschreven (link) is het naamdragersdeel dat zich Esther noemt de eerste 1,5 jaar in therapie niet aanwezig. Als ik haar na 1,5 jaar voor het eerst ontmoet heeft zij totaal geen weet van haar enorme trauma’s. Het enige dat zij weet is dat zij uren, dagen, soms weken tijd helemaal kwijt is. Als ze in het therapieproces gaat meedoen, gaat ze dromen over haar herinneringen. De inhoud van de dromen die ze met me deelt en opschrijft, komt overeen met herinneringen die ik – in andere bewoordingen, maar met dezelfde inhoud op detail – eerder van andere persoonlijkheidsdelen al gehoord had. En die die persoonlijkheidsdelen vaak ook al hadden opgeschreven

Een ander voorbeeld: vanwege de gelaagdheid van de persoonlijkheid moeten herinneringen vaak meerdere keren door een verwerkingsproces: eerst door dieper in het bewustzijn verstopte persoonlijkheidsdelen en als de ergste emotionele lading eraf is, alsnog door hoger gelegen delen. Deze hebben soms ook weer een eigen stuk van de herinnering of eigen aspecten. Dit spreekt nooit eerder vertelde herinneringen tegen, maar breidt deze vaak wel uit.  Denk daarbij aan een oude overheadprojector. Elk (bij deze herinnering betrokken) persoonlijkheidsdeel is als het ware een sheet waarop een deel van de totale afbeelding staat. Door het op elkaar leggen van sheets ontstaat het totale plaatje. Bij ‘plaatje’ moet dan niet alleen gedacht worden aan het visuele ‘filmpje’ van de herinnering, maar ook aan geur, smaak, geluiden en emoties en lichamelijke gevoelens.

3. Onbegrijpelijk gedrag naar mij toe wordt logisch naarmate ik meer weet.

Gedrag van persoonlijkheidsdelen dat ik aan het begin niet kan plaatsen, wordt duidelijker en heel goed te begrijpen naarmate delen mij meer durven vertellen.

B.v. plotseling oplaaiend acuut wantrouwen van persoonlijkheidsdeel Ilze. Ogenschijnlijk zonder aanleiding gooit ze regelmatig plotseling weer alle deuren dicht: ‘ik praat niet meer met je, je praat met anderen over mij, je bent niet eerlijk e.d.’ Wat ik ook zeg, het lukt me ineens niet meer om haar te helpen om te vertellen wat er aan de hand is en waarom ze zich zo plotseling voor me afsluit.

Achteraf, dagen maar soms pas weken of maanden later, laat ze soms iets vallen van wat er toen speelde. Het gaat dan eigenlijk altijd om de cult die pogingen deed onze fragiele vertrouwensband te torpederen: door haar in te laten bellen in een zogenaamd gesprek waar ik rapporteer aan de cult; een (deep fake?) video-opname van mij waar ik de media dingen vertel over haar gedwongen misdaden, een ‘foto’ die ze kreeg van mij waar ik sta te praten met één van haar daders.

Een ander voorbeeld van gedrag dat voor mij in eerste instantie onbegrijpelijk is, is een kinddeel dat in verkrampte houding schiet met de handen over de oren, zichzelf heen en weer wiegend. Als een wat ouder kinddeel mij vertelt dat zij het geluid van de zaag heeft onthouden, waarmee een groter deel een ander kind moest bewerken, kan ik begrijpen wat ik eerder zag.

4. Ik word meteen gecorrigeerd, als ik een detail verkeerd heb onthouden

Ik ben er alert op om helemaal niets zelf in te vullen, maar alles uit persoonlijkheidsdelen zelf te laten komen. Regelmatig komt het voor dat ik van een persoonlijkheidsdeel A. al iets gehoord heb over een bepaalde herinnering. Als ik vervolgens met persoonlijkheidsdeel B over dezelfde herinnering of recente gebeurtenis praat, herhaal ik soms iets dat ik van deel A heb gehoord om B over de drempel te helpen om haar stuk te gaan vertellen. Als ik iets verkeerd heb onthouden, wordt ik direct gecorrigeerd, b.v. ‘nee opa stond niet toen die man mij op bed vasthield, opa zat op een stoel in de hoek. ‘

5. Huisartsendossier bevestigt op meerdere punten wat Esther mij veel eerder al vertelde

Na 2 jaar therapie verandert Esther van huisarts en vraagt daarbij haar (dikke) dossier op. Wat ze me eerder verteld heeft over een politie-aangifte, weglopen van huis en klinisch opname op tienerleeftijd, blijkt allemaal te worden bevestigd door dit dossier. Afgezien van een niet helemaal kloppend jaartal: Esther was volgens het huisartsendossier toen 14 en niet 12 jaar, zoals ze mij vertelde.

Wat ook klopt zijn de frequente wegrakingen, waar ze al heel lang last van heeft waarover zij vertelde.  Uit het dossier blijkt dat zij in de vroege adolescentie, maar ook later (ook nog als zij bij mij in behandeling komt) soms plotseling wegvalt. Zij reageert dan niet meer als er tegen haar gepraat wordt. Beschreven wordt dat haar bovenlichaam schokt, haar benen enigszins, de tong vaak tussen de tanden, ogen gesloten of half open, verder is het lichaam slap. De frequentie is in een bepaalde periode tot 10 keer per dag en de aanvallen kunnen een kwartier tot uren duren.

Zij blijkt hiervoor meerdere keren bij de EHBO te zijn geweest en is eenmaal een langere periode opgenomen geweest op een speciale afdeling hiervoor. Conclusie was ‘pseudo-epileptische aanvallen’ en jaren later op een neurologie-afdeling ‘functionele wegrakingen’[2].

6. Het bestaan van meerdere persoonlijkheidsdelen zie ik met eigen ogen

Lang niet alle switches tussen persoonlijkheidsdelen kan ik waarnemen. Het switchen tussen volwassen persoonlijkheidsdelen gaat vaak heel subtiel en leidt ik vaak vooral af uit wat de delen met wie ik in gesprek ben, wel of niet weten. Kinddelen die plotseling getriggerd worden is een ander verhaal: in acute paniek plotseling opspringen en in een kastje wegduiken op een manier die er pijnlijk uitziet; vervolgens kan ik een tijdlang niet doordringen tot dat deel; een deel dat plotseling in elkaar duikt, letterlijk met de handen in het haar en volkomen lege blik voor zich uit staart en acuut in paniek blijkt van het tikken van mijn klok;  een deel dat met een duim in de mond angstig heen en weer wiegt en alleen met knikken en schudden iets kan aangeven, zijn maar enkele voorbeelden van kinddelen die zeer authentiek overkomen. Daarbij komt dat de partner soms dezelfde persoonlijkheidsdelen tegenkomt, met gelijksoortig gedrag.

7. De behandeling heeft effect

Last but not least: de behandeling heeft effect. Het ‘wegraken’, dat bij de start van de behandeling nog regelmatig gebeurde, neemt geleidelijk af in het eerste jaar en is daarna nagenoeg verdwenen Conversiesymptomen nemen af. De frequentie en ernst van zelfbeschadiging (snijden in de armen, dijbenen en in de liezen) neemt af en stopt na het tweede behandeljaar vrijwel helemaal.

Er wordt met vallen en opstaan steeds beter van binnen samengewerkt. Dit maakt dat Esther als ‘geheel’ steeds minder vatbaar wordt voor de leugens en manipulaties van de cult. Automatische reacties van persoonlijkheidsdelen, aangeleerd tijdens marteling, stoppen na verwerking. Hierdoor wordt steeds minder gereageerd op bevelen van leden van de cult die middels knipperende autolichten, mails, mannen buiten die via vingertaal opdrachten geven, worden overgebracht. Met als gevolg veel minder nieuwe trauma’s als verkrachting en nieuwe marteling.

De samenwerking tussen persoonlijkheidsdelen maakt ook ‘gewone dingen’ zoals bijvoorbeeld een dag ziekmelden mogelijk,  als het echt even niet gaat. Aan het begin van de behandeling was dit ondenkbaar omdat de delen die werkten dat niet konden verdragen. Nu deze delen meer weten van de worsteling van andere delen die worden belaagd door de cult, lukt het hierin flexibeler te denken. Ook het vermogen te voelen en genieten van meerdere ‘grote’ delen neemt toe. Kunnen genieten van groen en zon buiten is een nieuwe gewaarwording. Na bijna 3 jaar behandeling zie ik voor het eerst echte tranen.

Naast al deze redenen waarom ik Esther geloof, die voortvloeien uit de behandeling, zijn er ook vele externe aanwijzingen dat haar getuigenis klopt.

Waarom ik Esther geloof: externe aanwijzingen

1. Dreigmails met martelfoto’s en teksten die ik ontvang en de angst die dat bij Esther oproept

Ongeveer een jaar nadat Esther bij mij in behandeling komt, ontvang ik een mail met een doodsbedreiging als ik haar niet binnen 3 dagen loslaat. In de 2 jaren daarna ontvang ik met enige regelmaat soortgelijke teksten, later met foto’s in toenemende graad van gruwelijkheid: een foto van het gezicht van een kennelijk aan verwondingen overleden vrouw, foto’s van sexuele martelingen, een naakte vrouw vastgebonden aan een stalen bed met een emmer voor de ontlasting, naakte vrouwen in allerlei posities opgehangen aan bomen of met het hoofd in de grond, een doodskist, een bloederige foto van een gruwelijk verkrachtte vrouw, foto’s van een meisje dat verkracht wordt door een hond, foto’s van een vrouw geheel in plastic gewikkeld, op de geslachtsdelen na, een tiener in doodsangst in een celachtige ruimte, een meisje (lookalike van mijn dochter) met een vleeshaak in haar hals opgehangen, een vrouw gespietst op een paal etcetera. Daarbij – meestal in rijmvorm – dreigende teksten als ‘wie van jouw kinderen zal ik kiezen?’. Vanwege de gruwelijkheid – en om geen reden tot censuur te geven – kan ik verreweg de meeste hier niet plaatsen. Een aantal ervan zijn gezien door 2 journalisten, Wierd Duk van de Telegraaf en Hans Zuurman van het Nederlands Dagblad.

Daarnaast krijg ik een aantal dreigmails met duistere illustraties en één met een animatiefilmpje van een stripachtige figuur die iemand onthoofd, die ik hier wel kan publiceren zonder risico op censuur.

Bij sommige persoonlijkheidsdelen van Esther roept het feit dat ik dergelijke mails ontvang, extreme angst op. Pas in de loop van de maanden ga ik beter begrijpen waarom. Er zijn een aantal redenen

  1. De angst dat ik ‘zie wie zij echt is’ (een hoer, wat eindeloos in allerlei toonaarden tegen haar is gezegd) en daarom haar zou afwijzen of stoppen met hulp. 
  2. De angst dat er foto’s worden gestuurd waar zij seks heeft of moet verkrachten of vermoorden. Ze vertelt me hoe de cult steeds dreigt dit te doen. Ook hier enorme schaamte, schuldgevoelens en de angst dat ik stop met helpen als er dergelijke foto’s aan mij gestuurd worden
  3. De angst dat ik naar de politie zal gaan als ik daderfoto’s van haar zou krijgen. De cult lijkt hier een aantal keren actief op aan te sturen, als zij een week lang elke dag foto’s sturen in toenemende gruwelijkheid.
2. Dreigmails met martelfoto’s en teksten die mensen uit het steunnetwerk verderop in de behandeling toegestuurd krijgen en de enorme angst die ook dit bij sommige persoonlijkheidsdelen van mijn cliënte veroorzaakt

De angsten van deze delen zijn dezelfde als hierboven, maar nog intenser omdat de beelden nu naar meerdere mensen gaan, die zij minder goed kent dan dat ze  mij kent. Die ook minder van haar weten dan ik inmiddels weet en nog geen zicht hebben op de gruwelijk kwaadaardige en sadistische methoden waarin zij tot mededader is gemaakt.

Bovendien gooit de cult er steeds een schepje bovenop. Vaak ontvangt zij een mail met dezelfde titel als wij, maar met een andere foto. Bijvoorbeeld de titel is ‘jouw schuld’. Esther ontvangt een daderfoto van zichzelf. Het netwerk en ik krijgen met dezelfde titel de genoemde foto (zie hier) van een peuter met de suggestie dat deze verkracht is en dat dat onze schuld zou zijn.

Soms ook is het directer. Een mail naar netwerkvrienden met een foto en de titel: ‘zondig toch?’ heeft expliciet de tekst:

Als dit nou het enige was, maar helaas.
Moord en doodslag daarvan is zij de baas.
Een lieverdje is zij echt niet, ik heb bewijs daar van.
Ilze zal ik het sturen? Of word je nu bang?”

Elke keer opnieuw is er de enorme angst dat deze keer de cult wel echt een foto van haar heeft gestuurd. Misschien niet naar allemaal, maar dan wel naar eentje. Elke keer opnieuw is het persoonlijkheidssysteem hierover dagenlang in grote onrust. Ik spreek af met de netwerkvrienden dat iedereen de mails naar mij doorstuurt. Ik kijk alle bijlagen na en vertel aan Ilze precies wat er in elke mail stond en welke foto daarbij zat. Dit helpt een beetje

In mei 2020 zet de cult een mailoffensief in: ruim een week lang krijgt het vriendennetwerk, de partner van Esther en ikzelf bijna dagelijks mail met duistere teksten en foto’s of satanische symbolen. Een peuter die knabbelt aan een schijnbaar afgehakte hand, een lijk in ontbinding, een peuter in een bos, een man in het zwart gekleed met mes dreigend ernaast, etc. Het begint met ‘dag 7’ en telt af naar de ‘final day’. Hierbij wordt soms een dag overgeslagen en wordt niet elke dag de mail naar het hele netwerk gestuurd. Dit is duidelijk bedoeld om het wantrouwen en de angst van het Ilze-persoonlijkheidsdeel extra te voeden: waarom heeft netwerkvriend Kevin vandaag niks doorgestuurd aan Aline terwijl alle anderen wel een mail hebben gehad? Houdt hij iets achter? Heeft hij iets anders gekregen dan de anderen? Is hij daarmee nu op weg naar de politie?

Rond Halloween 2020 proberen ze nogmaals een dergelijk mailoffensief, ditmaal 14 dagen lang. Het begint op 18 oktober, een mail met de titel ‘door jou nummer 1’, een foto van een meisje van een jaar of 4 dat de keel is doorgesneden en de tekst ‘elke dag 1 zolang jij haar tegenhoudt’. Daarna dagelijks een mail met ‘door jou nummer 2’ t/m ‘door jou nummer 14’ op 31 oktober. Steeds een foto van een gruwelijk gemarteld mens erop, van foetus tot volwassene in allerlei posities.  

Het psychologische spel dat met deze gruwelijke mails gespeeld wordt, is uitgekiend kwaadaardig en bijna feilloos afgestemd op de (voor hen kennelijk voorspelbare) reacties van verschillende persoonlijkheidsdelen van Esther. Van deel Ilze hoor ik ook hoe via de mail zij wordt getergd met teksten als dat het hen toch wel zal lukken te zorgen dat haar vrienden haar gaan aangeven bij de politie.

3. De vervalste mails die ik uiteindelijk onder ogen krijg, waardoor ik het wantrouwen naar de man in het steunnetwerk beter snap. Later wordt dezelfde truc toegepast met een man uit het nieuwe netwerk

Een ander type mails dat soms binnenkomt en waarvan ik pas gaandeweg de reden, vanuit cult gezien, begrijp, zijn mails met titels als: ‘feestje, doe je mee?’ of ‘reply 21.00’. Het zijn een soort uitnodigingen om met hun orgie mee te doen. Pas veel later begrijp ik dat zij deze mails gebruiken om een fakemail in elkaar te zetten richting Ilze. Dit lijkt dan een doorgestuurde mail van b.v. mannelijk netwerklid Folkert die bevestigend of onderdanig reageert naar de cult dat hij zeker zal komen. De cult stuurt dit dan ‘ter info’ door aan Ilze met de uitnodiging om dan en daar (locatie in codetaal) met eigen ogen te komen kijken dat dit echt waar is.

Wat er dan gebeurt binnen het persoonlijkheidssysteem van Esther, is dat haar Ilzedeel in paniek raakt: er is iemand in haar netwerk die in de macht van de cult is! Dat Folkert zo aardig leek en hielp zegt niks, dat deden haar ooms immers ook en zovele anderen. Die ook als blad aan een boom konden omdraaien. Ze durft dit niet met andere persoonlijkheidsdelen te delen en houdt deze informatie binnen haar ‘geheugenmuren’. Er sijpelt wel iets door naar andere delen, maar meer in een diffuus unheimisch gevoel naar Folkert wat zij verder niet kunnen plaatsen.

Ik merk ook dat de houding naar deze persoon is verandert. Kleine fouten (te laat reageren, net niet de goede toon), die altijd lastig zijn, worden nu wel heel groot. Pas als Ilze de moed opbrengt om de vervalste mail aan mij door te sturen (die er inderdaad heel echt uitziet), vallen de puzzelstukjes bij mij weer op hun plek. Als Ilze verhuist en we op de nieuwe plek een nieuw netwerk proberen op te bouwen, wordt een soortgelijke truc geprobeerd met een ander mannelijk netwerklid. Deze keer durft Ilze veel sneller open kaart te spelen over de vervalste mail die de cult haar heeft gestuurd, en is die kou relatief snel uit de lucht.

4. De pil-testende instantie kent de drugs waarvan een deel van Esther aangeeft dat ze dat 24 jaar dagelijks via de cult gebruikte , niet goed.

In het begin van de behandeling blijkt een deel van Esther vanaf jonge leeftijd (8 jaar) verslaafd te zijn gemaakt aan pillen (link naar behandelartikel). Als we met veel moeite een weg vinden om deze anoniem te laten testen (2018), blijkt het om 2 CB-fly te gaan. De persoon die het test, schrijft hier het volgende over:

‘Over de verspreiding van het middel is niet heel veel te zeggen. Het middel komt al lang in Nederland voor en was tot 1997 legaal. In dat jaar werd het op lijst 1 geplaatst en wordt het verkocht in het illegale circuit. 2C-B is géén veel voorkomend middel en wordt zeer veel minder vaak gezien dan XTC, cocaïne of cannabis. 2C-B wordt vooral door jongeren gebruikt als onderdeel van een groep middelen die als NPS (Nieuwe Psychoactieve Substanties) worden gecategoriseerd, hoewel 2C-B als illegaal middel daar formeel niet onder valt.

In dit geval gaat het om 2C-B fly, een nog veel minder voorkomende variant van dit middel; ik had het middel in de afgelopen 15 jaar dat ik bij (naam instantie) betrokken ben nog niet eerder in deze variant gezien.

Het feit dat het om zo’n onbekend middel gaat, maakt het waarschijnlijker dat dit verstrekt wordt door een club buiten de ‘gewone’ handel in drugs om. Omdat ook na afbouw van het middel het verlangen ernaar soms extreem groot is, besluiten een aantal persoonlijkheidsdelen van Esther op enig moment als noodmaatregel via internet 2 CB-fly te bestellen. Dit om te voorkomen dat het kwetsbare persoonlijkheidsdeel door craving teruggaat naar de cult. Deze pillen blijken een teleurstelling in vergelijking met de cultpillen: ze werken minder krachtig en anders.

De literatuur geeft aan dat het gaat om een drugs, horend tot de groep psychostimulantia, die normaliter incidenteel wordt gebruikt. Er is geen informatie te vinden over de effecten of eventuele ontwenningsverschijnselen als dit middel decennia dagelijks wordt gebruikt. Wel is terug te vinden dat het middel ook sexuele verlangens vergroot.  De psychiater die de afbouw begeleid, merkt op dat de angst en de emotionele pijn fors  toenemen tijdens het afbouw traject.

5. Huisartsdossier laat een levenslang patroon zien van een scala aan ogenschijnlijk onsamenhangende lichamelijke klachten, die bij betrekken van traumageschiedenis begrijpelijk worden

Het huisartsendossier laat zien dat Esther in de loop van haar leven  een scala aan allerlei klachten heeft, zoals perioden van voortdurend vaginaal bloeden, hernia’s, wegvallen en flauwvallen, problemen met de ontlasting, urineweginfecties als dreumes en peuter, gehoorproblemen, problemen in het bewegingsapparaat (neuroloog: ’complex  beeld zeker met oog op leeftijd en geen tumor in de voorgeschiedenis’) en vroeggeboortes.

Uit allerlei onderzoeken[3] is inmiddels bekend dat chronisch vroegkinderlijk en herhaald trauma door verandering in immuun- en hormoonsysteem allerlei lichamelijke gevolgen heeft, ook op de lange termijn. Herhaalde urineweginfecties, vaginaal bloeden en problemen met ontlasting zijn niet vreemd als je regelmatig vaginaal en anaal verkracht wordt. Onverklaarbare problemen in het bewegingsapparaat zijn goed te begrijpen als conversie, waarbij het brein ten gevolge van extreme stress tijdelijk of blijvend het functioneren van lichaamsfuncties blokkeert.

6. Huisartsdossier laat meerdere ambulante ggz behandelingen en meerdere perioden van klinische opnames zien, die passen bij DIS en doorgaande traumatisering

Opvallend is dat in het huisartsendossier al op jonge leeftijd de mogelijke diagnose Dissociatieve stoornis NAO wordt genoemd (14 jaar) evenals de diagnose conversiestoornis (15 jaar, 17 jaar).  De laatste wegens de extreme wegrakingen die in een bepaalde periode zelfs uren kunnen duren. Helaas geeft het dossier er geen blijk van dat op enig moment is ingezet op uitgebreid onderzoek naar DIS en een daarop aansluitende behandeling. Wat wel opvalt is de veelheid aan verschillende psychiatrische diagnoses en de totaal verschillende visies die behandelaars hebben op wat er aan de hand is. Een gegeven dat bij cliënten met DIS veelvuldig voorkomt. De klinische opnames betreffen een langdurige opname op 14 jarige leeftijd nadat zij van huis is weggelopen en er zelfmoordbriefjes zijn gevonden; op 16-jarige leeftijd een opname van een week in een ziekenhuis wegens trekkingen bij koorts, gediagnosticeerd als conversie; op 17 jarige leeftijd een opname van ruim twee weken voor onderzoek wegens het wegvallen, na een aantal spoedopnames tijdens een vakantie in het buitenland.

7. Indirect ben ik zeer regelmatig getuige van auto’s die haar -meestal met knipperende lampen – op de bumper volgen of bij haar werk met knipperende lampen langdurig geparkeerd staan

Ik ben telefonisch aanwezig als auto’s volgen en met lampen seinen en krijg soms direct foto’s of een korte filmopname toegestuurd.

Vaak geeft ze al rijdend nummerborden door van auto’s die met knipperende lampen achter haar rijden, vaak gaat het om auto’s met merken als Tesla of Mercedes. Als ik haar onverwacht een keer met videobellen begeleid ipv telefonisch, zie ik een minuut of 20 de knipperende lichten van een volgende auto zelf in beeld.

8. Ook haar man stuurt mij foto’s toe van volgende auto’s als hij samen met Esther onderweg is

Ook de partner is soms aanwezig in de auto als seinende auto’s volgen. Soms stuurt deze hiervan een filmpje of foto. Dit gaat een aantal keren ook om auto’s waar op de zijruit of voorruit een code is geschreven die voor persoonlijkheidsdelen van Esther betekenis heeft.

9. Esther of haar partner stuurt mij foto’s van mannen die om het huis rondhangen of op haar werkplek

Regelmatig appen zeer angstige persoonlijkheidsdelen mij over daders die rondhangen voor het raam op het werk of op het bankje in het park tegenover huis. Daarbij maken de daders soms vingersignalen die betekenis hebben voor deze persoonlijkheidsdelen. Als ik – wat niet altijd lukt – toestemming krijg van dit deel om deze informatie te delen met een ‘hoger’gelegen dagelijks leven deel, blijkt dit altijd te kloppen. Soms durft dit ‘hoger’ gelegen persoonlijkheidsdeel een foto te maken. Altijd blijkt te kloppen wat ik eerder van het angstige deel hoorde: de plek waar de persoon stond of hoe deze eruit zag.

10. Ik constateer zelf met vrij grote zekerheid dat een auto haar doelbewust volgt.

Na een avondafspraak loop ik met cliënt mee naar haar auto. Vanaf mijn kantoor kan zij 2 routes volgen richting haar huis. Op het moment dat zij vertrekt, zie ik een geparkeerde auto zich losmaken uit de rij auto’s, hij draait snel 180 graden om en rijdt met grote snelheid achter Esther aan. Haar partner begeleidt Esther op de app tijdens de reis naar huis, om veiligheidsredenen. Inderdaad blijkt Esther te worden gevolgd door een auto met knipperende lichten. Zij geeft het nummerbord door; als ik het kenteken google, blijkt het model auto te kloppen met de auto die ik achter haar aan zag rijden.

11. Ik neem opvallend vreemd gedrag waar bij sommige mannen als ik met Esther op straat of in een horecagelegenheid ben.

Omdat rond mijn kantoor een cultlid blijkt rond te hangen als zij mij bezoekt (het vreemde gedrag van deze persoon neem ik zelf waar), spreken wij een aantal keren af in een McDonalds of een andere horecagelegenheid of in coronatijd zelfs eenmaal op een parkeerplaats. Daarbij neem ik opvallend gedrag waar bij ‘willekeurige voorbijgangers’. Ik zie bijvoorbeeld twee mannen binnenkomen in de McDonalds waarvan één zich zonder aanleiding naar ons omdraait en secondenlang met kille ogen indringend naar Esther staart. Dit herhaalt zich als hij vertrekt. Ik zie een vrachtwagenchauffeur op de parkeerplek indringend naar de auto kijken waarin wij zitten en dan naar de lucht staren, dit herhaalt zich.

12. de portemonnee met drugs die ik in mijn tuin vind op 22 april 2019. Als ik gaandeweg de behandeling meer leer over de werkwijzen van de cult begrijp ik waarom die portemonnee daar lag en waarom erin zat wat erin zat

Portemonnee, de intitialen rechts onderin zijn van de foto geknipt

Onze tweewekelijks afspraken zijn altijd op dezelfde tijd en dag. Als onverwachts een afspraak niet doorgaat, gaan mijn man en ik op maandag 22 april 2019 in onze tuin werken. Mijn man vindt, netjes onder de poot van een hek langs het aangrenzende pad, een knalrode portemonnee die vol blijkt te zitten met allerlei soorten drugs. Wij zijn hoogst verbaasd: wie laat er nu zo opzichtig een voorraad drugs achter voor een ander? Het pad ligt ingeklemd tussen onze tuin en de achterkant van een politiebureau, dat is uitgerust met camera’s. Het valt me op dat de portemonnee precies op de plek ligt waar beide politiecamera’s erop gericht staan. Ik begrijp er niets van, totdat mijn oog valt op de initialen op de portemonnee: die van Esther.

Een persoonlijkheidsdeel zit op dat moment midden in de afkick van 2B-fly, maar tot mijn verbazing zitten die pillen er juist niet in. Esther herkent wel de portemonnee als van haarzelf, ze was deze al jaren kwijt.

Gaandeweg de behandeling krijg ik meer zicht op de manier waarop de cult haar vertrouwen in mensen die haar helpen, probeert te ondermijnen. Ze proberen mij naar haar toe in een kwaad daglicht te stellen (ik praat met de pers over haar, praat achter haar rug om met mensen van de cult over haar, etc., zie punt 3). Deze actie past daar ook in. Ik denk dat hun plan A was om gebruik te maken van een zwak moment van Ilze, het persoonlijkheidsdeel dat juist toen aan het afkicken was. Ik vermoed dat de bedoeling was om haar na vertrek bij mij een sms of iets dergelijks te sturen waar ze drugs voor haar hadden klaargelegd, nl. op de rand van mijn tuin. Als zij die vervolgens was gaan halen, hadden ze haar later gedreigd dat ze filmbeelden hadden van haar en gedreigd die naar mij te sturen als zij niet naar hen toe zou komen of zou stoppen met komen bij mij, etc. Toen ik deze hypothese later aan Ilze voorlegde, zei ze dat ze in dat geval zeker nooit meer had durven terugkomen bij mij.

De cult laat graag weinig aan het toeval over, dus ik vermoed dat er ook een plan B was: als ik de portemonnee zou vinden, zou het mij de indruk geven dat Esther een polydrugsgebruiker is en een leugenaar. Wellicht zou dat twijfel zaaien bij mij aan haar bedoelingen en zou ik mijn handen van haar aftrekken.

13. De doos die op haar werk bezorgd werd, waar een vinger van haar zoon in zou zitten

Op 28 juli 2020 heb ik een persoonlijkheidsdeel van Esther in grote paniek s avonds op de app. Het gebeurt vaker dat de cult dreigt haar volwassen zoon, die ook in de cult verstrikt zit, te martelen als zij niet gehoorzaamt aan een opdracht om te komen. Deze keer sturen ze haar een foto van een afgehakte vinger. Het zou een vinger van haar zoon zijn, die morgen op haar werk bij haar bezorgd zal worden.

De angst is zo groot dat het me niet lukt om dit persoonlijkheidsdeel te helpen de last te delen met andere persoonlijkheidsdelen van binnen. Geruststellen, dat dit een te risicovolle actie voor de cult is en dat die foto vast niet van zijn vinger is, helpt ook niet echt.  Ik spreek af dat ik de volgende ochtend langs haar werk zal rijden, als de post geweest is. Als ik de volgende ochtend langs haar werk rijd, blijkt dat er inderdaad bij de receptie een doos op haar stond te wachten. De angst is enorm. De doos blijkt leeg, op een geprinte foto van een lijk in ontbinding na.

14. de moordpoging (zie brief aan daders) waarna ik Esther ophaal op de parkeerplaats, en Esthers reactie daarop

Op 3 december heb ik Esther rond 17.00 aan de telefoon terwijl zij op weg is van werk naar huis. Ineens hoor ik ‘neeeeeeee’ en wordt de verbinding verbroken. Pas na enige tijd krijg ik weer contact met Esther en vertelt ze mij hoe er geprobeerd is haar te vermoorden.

Als ik Esther uiteindelijk vind op de parkeerplaats waar ze is achtergelaten, blijkt dat ze door het trillen van haar lichaam niet meer zelf kan rijden. Haar ‘normale’ vermogen na een trauma om acuut te switchen naar een ander persoonlijkheidsdeel, die van niets weet, werkt niet meer. Net als ieder ander mens die met een mes bewerkt en bijna vermoord is, is haar lijf in shock en kan even niet meer functioneren.

15. De foto’s die de partner mij ’s avonds stuurt van de wonden daarvan (ingekerfde cultsymbolen op buik, rug en bil).

Omdat ik weet hoe groot de schaamte is en hoe moeilijk het al voor Esther is om mij toe te staan haar te helpen na de moordpoging, vraag ik Esther niet ter plekke om mij haar wonden te laten zien.  ’s Avonds stuurt haar partner mij foto’s van de wonden: omgekeerde kruizen en een omgekeerd kruis in een driehoek. Ongeveer een week later laat Esther mij zelf het litteken op haar buik zien.

0. Tenslotte: er is geen enkele reden haar niet te geloven

Ik ontmoet in Esther een intelligente, goed verzorgde vrouw met een prima baan en een mooi gezin, dat zij samen met haar partner runt. Zij heeft op het oog een goed leven, prima sociale vaardigheden, ziet er goed uit en heeft alles wat het leven de moeite waard maakt. Ik kan geen enkele reden verzinnen waarom zij doelbewust met een onvoorstelbaar complex gruwelijke geschiedenis zou bedenken, waarbij zij uren per dag besteed aan het worstelen daarmee en opschrijven ervan. Ten koste van een heleboel leuke en fijne dingen die ze daardoor niet kan doen met de mensen van wie ze houdt. Daarbij zou ze ter ondersteuning allemaal mannen moeten inzetten om mij, haar partner en een collega de indruk te geven dat er op haar gelet wordt. Dit zou ze vrijwel op dagelijkse basis moeten regelen, jarenlang.  Ze zou zichzelf, mij en haar steunnetwerk mails moeten sturen met gruwelijke foto’s van martelingen en daarna extreem goed moeten faken dat zij volslagen in paniek is over wat ze zelf ontvangt en over het feit dat ik en anderen dit soort mails krijgen.

Overigens, Esther is niet het enige slachtoffer dat dreigmails krijgt. ook in de uitzending van Argos over ritueel misbruik vertelt de schoonmoeder van Marinke over  dreigmails die Marinke ontvangt die ze niet zelf kon sturen. 

Als Esther alles zelf verzint, zou ze bovendien auto’s moeten inzetten die haar volgen met knipperende lichten, meerdere malen per week, jarenlang. Dit alles zonder financiële middelen, want zij en haar partner kunnen van twee parttime banen net rond komen, maar daar is alles ook mee gezegd.

Ze zou de moordpoging op haar in elkaar moeten hebben gezet, inclusief de doodsangst die ik zag en voelde toen ik haar op de verlaten parkeerplek vond. Ze zou de wonden waarvan ik de foto’s en bij één het litteken zag, zelf moeten hebben toegebracht. Dat is wel heel erg lastig op je rug.

Ze zou moeten verzonnen hebben dat ze verslaafd was of wel verslaafd zijn geweest aan een in Nederland behoorlijk onbekend middel. Ze zou vanaf tienertijd het ‘wegvallen’ gefaked moeten hebben, maar wel zo geloofwaardig dat allerlei artsen er waarnemingen over opgeschreven hebben en ze er zelfs een langere periode voor is opgenomen geweest. Daarna moet ze bewust hebben gekozen om, gaandeweg de therapie bij mij, daarmee te stoppen.

Ze zou zeer overtuigend amnesie (geheugenverlies) moeten faken tussen een enorm complex systeem van persoonlijkheidsdelen, alle stukjes herinnering (welke stukje bij welk deel hoort etc) minutieus moeten onthouden, wat mij met een uitgebreid dossier al nauwelijks lukt. Dat zou ze 3 jaar lang op een volledig consequente manier moeten volhouden naar mij, en naar haar partner al 7 jaar. Wat partner mij over bepaalde persoonlijkheidsdelen vertelt, die bijvoorbeeld er ’s nachts even zijn, past namelijk altijd bij wat ik van deze delen al weet of is daar in elk geval niet strijdig mee.

Kortom, zoals C.S. Lewis in zijn beroemde Narniakronieken de Professor laat zeggen tegen 2 kinderen die denken dat hun zusje liegt over het bestaan van het land Narnia, wat de beide andere kinderen zelf niet gezien hebben:

‘Logisch nadenken!’ zei de Professor half tegen zichzelf:’Waarom leren ze die kinderen op die scholen niet logisch denken? Er zijn maar drie mogelijkheden in dit geval. Of je zusje liegt, of ze is gek, of ze vertelt de waarheid. Jullie weten dat ze nooit liegt en het is duidelijk te zien dat ze niet gek is. Dus moeten we op dit moment, en zolang we verder geen bewijzen hebben, wel aannemen dat ze de waarheid vertelt.”

En dan zijn er daarnaast nog de vele, vele getuigenissen van andere slachtoffers die het verhaal van Esther bevestigen. 

Waarom ik Esther geloof: getuigenissen van anders slachtoffers

Esther is zeker niet de enige die vertelt over satanisch ritueel misbruik. In mijn directe omgeving als hulpverlener ken ik direct of indirect 13 personen die geschiedenissen vertellen die opvallende overeenkomsten vertonen met die van Esther. Het gaat hier om cliënten van directe collega’s waarover ik in intervisieverband meedenk, slachtoffers of naasten die contact met mij zochten na mijn interview in het Nederlands dagblad en mantelzorgers die op de één of andere manier een zorgtaak hebben richting een slachtoffer. Ik hoor overeenkomsten als het gaat om de trauma’s waar deze mensen mee worstelen, waaronder gedwongen worden toe te kijken bij moord of zelf te moorden, dood door steniging, naakt door het bos moeten rennen als klein meisje terwijl rijke mensen op je jagen, kleine kinderen die worden opgehangen, beschrijving van een martelinstrument dat ik herken van één van de foto’s die ik bij wijze van dreigmail ontving, traumatische reacties bij het zien van bepaalde bekende personen op de televisie, etc.

Op de jaarlijkse symposia van het Kenniscentrum Transgenerationeel Geweld spreek ik daarnaast collega’s die vele cliënten behandelen met soortgelijke verhalen. Argos deed onderzoek en kreeg in korte tijd respons van maar liefst 140 slachtoffers van georganiseerde pedosexueel en ritueel misbruik.  Dat is alleen al in Nederland. Ook internet zijn meerdere getuigenissen te vinden van slachtoffers van ritueel misbruik uit allerlei westerse landen, waarvan sommige opvallende overeenkomsten vertonen met wat Esther mij vertelt.

Misschien zijn niet al deze getuigenissen waar, ik ken deze mensen niet persoonlijk. Het is een feit dat één van de tactieken van de satanscult, in navolging van de slang in de Hof van Eden,  is het zaaien van verwarring door waarheid en leugen te vermengen. Het zou me verbazen als de satanscult niet ook zelf getuigenissen op internet heeft gezet die echt lijken, maar bij nader onderzoek niet (kunnen) kloppen. Een uiterst geslepen tactiek om de getuigenissen die wél waar zijn, ongeloofwaardig te doen lijken.

Ook internationaal, als ik het werk lees van collega’s, herken ik veel van de cultstrategiën die zij tegenkomen bij het helpen van hun cliënten. Noemenswaard is Ellen Lactor, een amerikaanse therapeute die zeer goede artikelen schrijft over gedwongen misdaden in de context van georganiseerd ritueel misbruik, zie http://endritualabuse.org/.

Er staat een artikel op haar website, http://endritualabuse.org/empirical-and-forensic-evidence-of-ritual-abuse/ waarin zij een indrukwekkende opsomming geeft van vele onderzoeken die in de loop van de jaren in allerlei landen in West-europa gedaan zijn onder soms grote groepen kinderen en volwassenen die vertellen over ritueel misbruik. Sommige in de context van kinderopvangcentra, andere in de context van intergenerationeel ritueel misbruik. De overeenkomsten in de vele vele getuigenissen en de aantal kinderen en volwassenen waar dit over gaat, zijn schokkend.

Kortom, alle reden om Esther en andere slachtoffers te geloven en een grote, stevige en vasthoudende helpende hand toe te steken. Welke journalisten, politici, rechters, advocaten, collega-therapeuten zijn bereid zich hierin te verdiepen en hun steen bij te dragen aan het stoppen van dit extreme onrecht in onze westerse beschaving?


[1]                     https://www.thecut.com/article/false-memory-syndrome-controversy.html

[2]                     Voor algemene informatie over wat verstaan wordt onder een funktionele wegraking, zie https://www.stichtingfns.nl/

[3]                     zie bijvoorbeeld de volgende samenvatting https://ggz.nl/deskundigen-aan-het-woord-vroegkinderlijke-chronische-traumatisering