Verwerkingsweekend

6 oktober 23, nabij Den Bosch

Verwerkingsweekend. Een weekend dat ik af en toe plan om door zware herinneringen heen te kunnen gaan, waarbij ik gewoon moet kunnen schreeuwen en gillen, zonder dat mijn kinderen schrikken en ik mij hoef te schamen. Mijn doel deze keer was om veel te slapen en daarnaast proberen om al mijn woede eruit te laten. Woede en haat die ik de laatste maanden meer en meer leer voelen en accepteren en die er nu uit moet, voordat het in bitterheid gaat veranderen. Ik had drukke dagen gehad en nu was ik onderweg naar de plek waar ik rust en ruimte voel om dit te durven doen.

De rit was best rustig, vrij weinig achtervolgingen door cult. Halverwege de rit liet iemand me weten dat ik een afspraak was vergeten. Een hele belangrijke afspraak waarbij de veiligheid van iemand anders meespeelde, dus in mijn ogen belangrijk genoeg om toch even te stoppen. Om even veilig te appen, parkeerde ik de auto bij een drukke benzinepomp. Vroeger had ik een rustige, voor mijn ogen, een veilige plek gekozen, maar mensen in mijn omgeving leerden me allemaal dat drukke plekken veiliger zijn, want daar kunnen meer mensen zien wanneer er iets raars gebeurt. Dus daar stond ik op een hele drukke parkeerplaats.

Ik kwam bij een tankstation en koos een drukke plek uit waar veel auto’s heen en weer gingen, mensen uitstapten voor pomp en wc. Ik deed de deur op slot en de muziek aan voor wat afleiding van mijn angsten voor onbekende plekken waar ik geen overzicht heb en stuurde rustig mijn berichtje. Ik was best trots op mezelf dat ik een drukke plek had uitgekozen en de deur op slot had gehouden. In het verleden deed ik dat vaak niet omdat ik juist afgelegen plekken als veiliger voelde, maar ik leer steeds meer denken als een ‘gewoon’ mens dan als iemand uit de cult. Na een korte tijd werd het super heet in de auto door de zon en mijn app gesprekje duurde iets langer dan ik had gepland en heb ik het raam een stukje opengedraaid. Ik wilde weer gaan rijden en op dat moment stond H naast de auto met een pistool in mijn nek. En daarna tegen mijn slaap. Zijn arm paste ruim door het gat van het raam, heel erg dom om zover open te draaien, nu achteraf.

H. is één van de meest wrede, sadistische daders die ik ken. Vanaf dat ik een klein was is hij ingezet om mij te trainen in het doden van dieren en iets later van mensen, en hij heeft mij op allerlei extreme manieren regelmatig (m.n. seksueel) gemarteld vanaf die leeftijd. Hij is één van vele daders die tot op vandaag mij regelmatig achtervolgt met als doel mij te intimideren en om, als mijn aandacht even verslapt, mij te pakken te nemen. H. is een dader die via het criminele circuit verbonden is met de cult en die met tbs opgenomen is geweest.

H. zei een paar woorden als ‘gore kut hoer, open’. Ik verstijfde doordat hij hier plotseling stond en ik me even veilig had gewaand. De grond zakte onder mijn voeten weg en ik was direct overtuigd dat ik er geweest was. Ze wilden me al lang pakken buiten de deur thuis en nu was hij hier en toen deed ik het raam verder open. Hij zou me toch wel vermoorden. Elke gedachte dat andere mensen het zouden kunnen horen als hij zou schieten kwam totaal niet in me op, ik gehoorzaamde, hij was 1 miljoen keer groter en sterker dan ik. Het raam ging open en H. deed toen zelf van binnenuit direct de deur open. Toen moest ik naar de achterbank klimmen. Tijdens het overklimmen kreeg ik een knal tegen mijn hoofd. Ik dacht dat hij me ging vermoorden en ging op de achterbank liggen en gaf het op. Ik was overtuigd van mijn naderende dood en lag te wachten op wat er ging gebeuren. Hij ging achter het stuur en reed weg. Tijdens het rijden belde hij met iemand, hij zei dat hij eraan kwam. Ik zei tegen hem dat alles wat ik ooit verteld heb naar buiten gebracht zal gaan worden als ik dood ben en hij dit niet tegen kan houden, ook info over een bepaald persoon heb ik genoemd. We hebben 5 á 10 min gereden naar een verlaten landweggetje. Daar stond een andere auto. De auto’s stonden naast elkaar en H. deed de deuren van de achterbank van de 2 auto’s open. ik lag op de achterbank en H. kwam er bij. Hij zei ‘kijk je …… is er ook’. Dit is een familielid dat nog een kind is. In de andere auto zag ik een man met het kindje op schoot zitten op de achterbank. Ik voelde me zo vreselijk door dat kleine mannetje te zien die ik ook hoor te beschermen, maar wat zijn hele leven al niet lukt. H. begon mijn kleding stuk te snijden. Toen hij mijn broek uitdeed, liet hij geld zien en zei dat hij bij deze me betaald had en stopte het in mijn kontzak.  Hij scheurde het verder stuk en trok de rest uit, op sokken en bh na. Toen begon hij te snijden. Hij deed het heel erg langzaam en had bij elk stukje iets te zeggen. Met een stanleymes sneed hij in mijn huid nieuwe symbolen, maar door de enorme adrenaline en de overtuiging dat hij me ging villen, kwam de echte pijn niet aan. Hij wilde dat ik het goed voelde en zag dat ik uit stond en deed er een schepje bij. Hij ging me eerst verkrachten terwijl hij mijn benen om hoog deed en sneed met het mes in mijn billen. Lekker nauw zegt hij dan, terwijl hij bezig is en duidelijk geniet van het verkrachten. Hij pakte ondertussen iets van het dak en duwde het in mijn mond en met zijn vingers duwde hij het achter in m’n keel. ‘Slikken kutwijf’ zei hij. Ik voelde capsules door m’n keel gaan, ik denk 2, maar ik ging er toch al vanuit dat hij me zou vermoorden dus was er niet heel erg door van slag. Hij gaf me water om te drinken en goot daarna mijn bidon die tussen de stoelen lag buiten leeg en deed t flesje water van hem erin. Hij zei dat deze vanavond nog leeg moest zijn en ik knikte. Ik besefte niet eens dat hij daarmee zei dat ik nog bleef leven. Toen draaide hij me om en ging daar verder. Hij sneed in mijn rug terwijl hij aan het verkrachten was. Sneed Symbolen in mijn rug met veel betekenis. Woorden als afvallige, kuthoer, hellrider, bitch, alles wat hij kon bedenken kwam langs. Toen leek het of hij me met rust liet. Opeens kwam die andere vent. Duwde me in een zithouding en hij kroop achter me. Hij ging op de bank liggen en ik moest op mijn rug op hem liggen. M’n klein familielidje moest paardjerijden op mijn buik terwijl die man me verkrachte. Toen ging H. naaien. H. was met naald en draad van onder aan het naaien terwijl die andere vent aan het verkrachten was van achteren, waardoor H. af en toe mis stak. M’n kleine familielid zag wat H. deed, omdat hij richting H. zat en H. liet hem zien hoe hij aan de draadjes kon trekken die hij net in mijn schaamlippen had gemaakt en hoe hij er mee kon spelen. Dit liet hij een tijdje gebeuren. Het voelde echt een eeuwigheid. Ondertussen hield de man een stanleymes tegen mijn keel. Beide kanten hij wisselde een keer.

Ze haalde m’n kleine familielid eraf en zeiden zeg maar dag tegen je …(familienaam). Ik dacht dat ik nu doodging en dit ons afscheid was. Het kleine ventje zwaaide. De man was toen ook uitgestapt en ze reden weg…. Ik wist niet goed wat er gebeurd was. Het ging zo snel, ik dacht dat ze me gingen vermoorden en nu gingen ze weg…. Ik was totaal in de war en werd enorm bang door opeens alleen te zijn, daar op dat landweggetje. Ik zag het mes op de grond van de achterbank liggen, toen ik bezig was mijn kleren te zoeken. Toen zag ik de auto terugrijden.

Het pistool was in de handen van H. en hij trok me uit de auto terwijl de man m’n kleine familielid vasthield voor zijn benen. Hij pakte mijn hand, zette het pistool erin en hij hield mijn hand vast en hield het naar het kleine mannetje gericht. Zal ik hem doden of X. werd er gevraagd (X. is een ander, volwassen familielid van mij). Ik kon niks zeggen en keek in de kleine oogjes van het mannetje die er niks van snapte.

(Hier hoort een stukje te staan die een groot vriendennetwerk weet, maar die we helaas niet kunnen publiceren om meerdere redenen. Wel kunnen we zeggen dat het kleine mannetje hier levend uit is gekomen.)

Ze reden weg. Ik was verbluft en wist niet wat te doen. Ik was naakt, op bh en sokken na en was ook bang dat anderen me zouden zien en politie zou komen, maar het was hier echt stil. Ik ging opstaan maar het deed van onder zo zeer dat ik het open moest maken. Ik zocht het mes op in de auto en maakte de hechtingen van onder weer los. Ik wist niet zeker of ik elke hechting had gehad maar later bleek dat wel zo te zijn. Het waren er 4. Ik heb snel m’n broek en kleren aangedaan. Ik deed mijn vest eroverheen aan omdat m’n kleding stuk was en mijn bh zichtbaar was, wat ik pas besefte toen ik het aanhad en ben snel weggereden. Ik wist alleen niet waar naartoe. Ik was heel bang dat iemand me zo zou zien, dat politie langs zou komen rijden of dat ik het bewustzijn zou verliezen. Ik raakte in paniek.

Een stuk verder heb ik aan de kant de auto gezet om de telefoon te zoeken maar was zo van slag dat ik die niet kon vinden. Ik kon wel de veilige telefoon vinden waarmee ik met Aline app, maar die heeft geen internet als mijn gewone telefoon er niet is, dus besloot ik te appen naar Aline en een Mac Donalds te zoeken voor internet. In de verte zag ik politie rijden en ik raakte nog verder in paniek. Mijn gezicht en lijf en kleding zat onder het bloed, mijn camera’s van de auto waren eruit getrokken en de losse snoeren gingen half voor mijn gezicht, ik zou opvallen. Ook lag het mes in de auto, omdat ik die na het lossnijden van de hechtingen op de achterbank had gegooid. Onderweg bleek dat toch de berichtjes verstuurd werden en dus ergens lag wel m’n telefoon.

Ik appte met Aline, ik vond ‘t zo erg dat ik met niemand verbinding kon krijgen. En dan heb je verbinding en is iemand zover weg. Ze was al in de auto en reed in mijn richting maar was nog meer dan een uur van me verwijderd.

Ik was nog helder genoeg dat ik op weg was naar de plek waar ik het weekend zou verblijven en besefte dat die plek dichterbij was dan terug naar huis rijden, maar het was nog zo’n groot stuk rijden, dat mijn paniek nog groter werd. Aline hield me erbij op de app en zei datgene wat me motiveerde door te rijden, niet te stoppen, hoewel ik zo graag wilde stoppen en uit wilde en niks meer willen weten, horen en zien, maar ik moest door. Ik vond deze rit zo ongelofelijk zwaar, dat het me bijna niet lukte. Niemand dichtbij, niemand die binnen 10 minuten o.i.d. hier kon zijn en ik was zo onveilig en ik had zoveel pijn en ik raakte steeds waziger in mijn hoofd. Mijn denken ging trager en ik merkte op dat ik 2 keer op de andere weghelft belande en soms half de vluchtstrook pakte. Er gebeurde iets met me waar ik geen controle over had en het was doodeng.

Aline hield me erbij en zorgde dat ik richting de al geplande bestemming ging en toen ik besefte dat ik daar naartoe aan het rijden was, brak er andere paniek los. Op die bestemming stonden 2 mensen op me te wachten die me zouden opvangen en bij me zouden blijven, zodat ik veilig was op deze plek. Deze mensen vertrouwde ik al jaren, maar hadden me nog nooit in deze staat gezien. Altijd als er vroeger iets gebeurde, camoufleerde ik alles, moffelde het bewijsmateriaal weg en lachte vrolijk alsof er niets aan de hand was, want met Esther gaat het namelijk altijd goed. Nu was mijn broek gescheurd, mijn kleding was stuk, ik had snijwonden in mijn nek en mijn gezicht was besmeurd met bloed. Ik kon het alleen wegmoffelen als ik langs een benzinepomp zou gaan en daar me zou wassen en omkleden…. Wat een strijd om me zo te gaan tonen aan mensen.

Ik was te wazig om echte keuzes te maken en liet me leiden door Aline en reed door. Eenmaal aangekomen wist ik me geen houding te geven, maar bij de eerste knuffel na aankomst braak ik. Het ging niet meer. We liepen naar de plek waar we zouden blijven en ik wist niet meer wat te doen. Wilde m’n kleren uit, me wassen, en heel erg veilig opgesloten in een kleine plek zitten en kroop onder de douche. Ik voelde me zo intens vies, maar ook zo wazig en afwezig, dat ik even alles losliet. Hierna weet ik alleen nog flarden. Ik ben dagen op en af wakker geweest en er is veel gebeurd, maar mijn geheugen heeft enorme grote gaten.

Ik ben nu ruim een week verder en langzaam beginnen mijn klachten te verbeteren. De grote vraag is, wat heb ik in hemelsnaam gehad en wilden ze me dood laten rijden, me vergiftigen als zelfmoord of juist niet? Ergens hoop ik op deze vraag nooit een antwoord te krijgen.

De afgelopen maanden zijn intens qua achtervolgingen, aan de deur komen, infiltreren op andere manieren en mijn familie en vrienden pesten. Ik leer steeds meer te delen en te vertellen en weet dat ik erboven zal blijven staan, omdat ik dit samen met Yeshua doe. Mijn strijdbaarheid is alleen maar groter om andere overlevers te helpen. Dat is zeker! Daarnaast weet ik wel dat Hij met ze afrekent, nu of ooit, maar dat gebeurt, wat een rust geeft mij dat.

Naschrift van Aline

Toen ik in de gaten kreeg dat Esther van de radar verdwenen was, viel er een enorme steen op m’n maag en ik was ervan overtuigd dat ik haar niet meer terug zou zien. Ik probeerde het hoofd koel te houden en mij niet over te geven aan gedachten wat voor gruwelijkheden cult op dit moment allemaal met haar aan het doen kon zijn. Intussen kreeg ik meldingen vanuit het vriendennetwerk dat er cultmails binnenkwamen, met titels als ‘een laatste blik‘ en ‘nog 60 minuten’ vergezeld van bijlagen met (zou later blijken) afschuwelijke martelfoto’s. Ik zette via de afgesproken stappen de gebedsgroepen aan het werk via berichten op de gebedsapps, vroeg mijn man de visite af te bellen die over 15 minuten op de stoep zou staan, zocht het protocol op dat ik met Esther heb afgesproken voor dergelijke situaties en ging samen met mijn man in de auto op weg richting de plek waarheen ik wist dat ze onderweg was. Na enige tijd zag ik tot mijn enorme verbazing en opluchting een bericht van Esther binnenkomen op mijn app en was even kwaad op mezelf dat ik niet direct in de auto was gesprongen zodat ik nu een stuk verder op weg zou zijn, nu moest ik nog meer dan een uur rijden. Ik zocht naar de juiste woorden om haar te helpen om veilig op de plek van bestemming te komen en vroeg niet wat er gebeurd was. Ik wilde nu geen emoties naar boven halen die ze misschien net met alle macht een beetje had weggeduwd. Eerst moest ze op bestemming aankomen. Mijn spanning zakte pas echt toen dat gelukt was.

Ik was niet voorbereid op wat ik aantrof toen ik aankwam: Esther lag voor het oog in coma op de grond in de douche, met de kraan nog aan. Ze zat onder de ingekraste cultsymbolen. Was ze in coma, of was het toch een heel klein persoonsdeel dat niet mee geïntegreerd was dat ik nog niet kende dat in deze crisis het bewustzijn had overgenomen? Ik wist het niet. Ik begon te praten, ze leek een klein beetje bij te komen, hoestte en probeerde met haar vinger in haar keel te duwen. Het duurde even voor ik me realiseerde wat ze mogelijk aan het doen was. ‘Had ik toen ik met haar aan het appen was, maar meer vragen gesteld over wat er precies gebeurd was’, schoot er door me heen. Ik pakte haar hand en vroeg haar om me door middel van knijpen ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen op mijn vragen. Ik vroeg of ze pillen had moet inslikken en kreeg meerdere keren een ja. Ze pakte mijn hand en bewoog die naar haar mond. Ik dacht te begrijpen wat ze bedoelde en stak mijn hand zover mogelijk in haar keel. Ze werkte mee waaruit ik begreep dat dat inderdaad de bedoeling was, ze probeerde te kokhalzen. Het werkte ook na meerdere pogingen niet. De partner van Esther, die ik inmiddels aan de telefoon had, bedacht om een bevriende arts te bellen. Ja natuurlijk, waarom kwam ik daar zelf niet op. De arts wist me te vertellen dat gezien de tijd die inmiddels verlopen was, dit geen zin meer had. Haar lijf zou het gif zelf moeten afvoeren door veel te drinken en ze had nog wat andere tips. Mijn man ging op zoek naar een apotheek in de buurt om dat geregeld te krijgen, terwijl ik op geleide van de instructies van de arts haar pols opnam. Inmiddels was Esther iets aanspreekbaarder en zocht naar haar waterflesje, dat ook in de douche stond. Ik hielp haar met drinken, dat was heel belangrijk nu, had de arts me net verzekerd.

Al veel eerder had Esther aangegeven nooit naar het ziekenhuis te willen in zo’n conditie en ook nu gaf ze dat heel duidelijk non-verbaal aan toen ik dat toch voorstelde. We wisten dat Esther hiervoor meerdere redenen had: ziekenhuissituaties bevatten heel veel triggers aan martelsessies in speciaal daarvoor ontworpen martelkamers. In de loop van haar herstelproces woog dat aspect echter steeds minder zwaar. Belangrijker was de diepe overtuiging van Esther dat cult ook haar ‘personeel’ heeft in ziekenhuizen, net als bij politie. En dat als ze daar nu heen gebracht zou worden, dat zeker haar dood zou worden middels b.v. een spuit die het laatste zetje zou geven. Ook mijn verzekering dat ik geen moment van haar zijde zou wijken, maakte geen verschil. In overleg met haar partner besloten we om ook nu Esthers uitdrukkelijke wens hierin te respecteren.

Toen het na enige tijd en creativiteit gelukt was om Esther op bed te krijgen, volgde er een spannende nacht. Afwisselend zakte ze weg en schoot haar lijf in lichamelijke herbelevingen. Om haar daar doorheen te helpen raakte ik in gesprek met wat toch meerdere nog afgesplitste persoonsdelen bleken te zijn. Ik kreeg flarden te horen van wat er die middag gebeurd was, afgewisseld met flarden uit het verleden. Eén deel vertelde me hoe ze als heel klein meisje door H. werd dichtgenaaid van onder. En dat ze nooit in slaap mocht vallen. En als ze dat toch deed dan trok hij aan de touwtjes zodat ze wakker schoot. Als straf kwam hij dan met zijn ding in haar mond. Hoewel ik al heel veel heb gehoord was ik opnieuw verbijsterd door zoveel intense kwaadaardige wreedheid tegen een meisje van drie. Maar, vertelde dit persoonsdeel, H. deed ook lieve dingen. Ze kreeg soms zomaar geld van hem. Ik maakte uit haar verhaal ook op dat ze ook gister geld had gekregen. Dit werd bevestigd toen ik later die dag Esthers bebloede en gescheurde spijkerbroek wilde opvouwen en er geld uit haar broekzak viel. Ik vroeg me af of dit ‘slapende’ persoonsdeel de reden was dat dader H. de afgelopen maanden meerdere keren een hele lange tijd pal voor het kamerraam van Esther was gaan staan, terwijl hij met een dwingende blik oogcontact probeerde te maken.

Een ander deel vertelde me over een bijzondere cultgroepje waar ik nog niet eerder van gehoord had waar dader H. ook deel van uitmaakte. Het doel van de groep was om een bepaalde zeer hooggeplaatste persoon te beschermen. Dit persoonsdeel (die zichzelf als jongen ervaarde) had als opdracht altijd deze persoon te beschermen en stelde daar een eer in. Hij werd als kind ingezet bij moorden die in opdracht van deze hooggeplaatste persoon werden uitgevoerd. Ik probeerde aan te sluiten bij het verleden waar deze persoonsdelen nog in leefden en hen zoveel mogelijk te laten vertellen over wat ze hadden meegemaakt en hun gevoelens daarbij toe te laten. Eigenlijk een veel te zware inspanning voor Esthers totaal uitgeputte lijf dat misschien wel doodging maar ik wist geen andere weg. Esther als volwassen persoon kreeg ik niet te spreken en slapen ging toch niet omdat de spontane lichaamsherbelevingen van de persoonsdelen dat verhinderden. Alleen af en toe zakte ze  even heel diep weg, wat ook weer eng was. Als ik de kans kreeg probeerde ik haar wat te drinken te geven, maar dat lukte maar mondjesmaat. Ik wist hoezeer Esther eraan gehecht is haar eigen gefilterd regenwater te drinken dat ze altijd meeneemt in haar waterflesje. Dus ik gaf haar daaruit te drinken, en geen kraanwater.

Tegen de ochtend dacht ik Esther een paar keer te spreken die aangaf dat ze dacht dat ze doodging en het niet zou redden.  Ikzelf was op dat moment hoopvoller. Niet veel later begreep ik van het hele jonge kinddeel dat zij van dader H. de opdracht had gekregen om haar flesje leeg te drinken. Langzaam drong tot me door dat ik mogelijkerwijs haar vergiftigd water aan het geven was, en ik verweet mezelf dat ik dat niet zelf had bedacht. Dat het niet slim is om een doodziek iemand te laten drinken uit een fles die haar vijand mogelijk in handen heeft gehad… Toen Esther nog iets later een aantal keren in een hele vreemde spasme schoot, begon ik echt te vrezen voor haar leven. De arts die meedacht van afstand gelastte me om nu echt naar het ziekenhuis te gaan, maar opnieuw in overleg met Esthers partner besloten we haar uitdrukkelijke wens te blijven respecteren. Wel nam ik op een moment dat Esther wat helderder was, een filmpje op waarin zij fluisterend antwoord gaf op mijn vraag waarom ze niet naar het ziekenhuis wilde. Als bewijs voor alle betrokkenen dat we naar haar uitdrukkelijke wens en overtuiging gehandeld hadden, als Esther toch zou komen te overlijden. Ook overwogen we om haar partner en kinderen te laten komen, maar ook daarvan gaf Esther aan dit niet te willen. Het was voor haar onverdraaglijk en misschien wel het laatste duwtje de verkeerde kant op als haar kinderen haar zo zouden zien, zo maakt Esther duidelijk. Haar partner, Esther en ik spraken af dat we ook deze wens zouden respecteren, maar als er rond een bepaalde tijd geen verbetering zou zijn dat dan partner en kinderen alsnog zouden komen.

Tot mijn grote opluchting knapte Esther de uren daarna gaandeweg op, ze was als volwassen deel meer aanwezig en verdere spasmes bleven uit. De pijn werd echter juist voelbaarder nu de gedissocieerde persoonsdelen niet meer op de voorgrond stonden. Niet alleen de pijn van de verwondingen, maar ook de pijn in heupen en andere lichaamsdelen door de onmogelijke houdingen waarin Esthers lijf geforceerd was tijdens het gewelddadige verkrachten. De arts, die besloten had om te komen nu we toch niet naar het ziekenhuis gingen, kwam langs en hielp met pijnmedicatie. Een lastige afweging, omdat Esthers ademhaling te laag was en bepaalde pijnmedicatie dit nog verder kan verlagen.

Toen die vertrokken was, vroeg Esther mij wat er precies was ingekerfd op haar rug. Ze had er last van en had de indruk dat dit het cultsymbool was van een bepaalde cultgroep. Ze herinnerde zich dat H daar heel langzaam, secuur en doelbewust mee bezig was. Ik tekende op papier na wat ik zag en Esther herkende dit inderdaad als symbool van een bepaalde groep. Ik vertelde haar wat een deel van haar mij afgelopen nacht had verteld over een bepaalde groep en vroeg of dat bij elkaar hoorde. Dat riep inderdaad herkenning op bij Esther en een proces van verwerking en uiteindelijk integratie van de persoonsdelen begon, dat met tussenpozen een dag later klaar was. De dagen erna kwamen er gruwelijke herbelevingen boven rond dader H. die nog niet eerder aan de orde waren geweest. Deze kunnen we om meerdere redenen hier helaas niet publiceren.

Inmiddels zijn we een week verder. Cult heeft nu weer recente foto’s van Esther waar zij in hun handen is. Foto’s waarmee ze andere hulpvragers, die Esther samen met het team van Friends of Esthers probeert te helpen, kunnen intimideren en alle moed kunnen ontnemen. Dit is één van de redenen dat Esther gekozen heeft haar verhaal hier te publiceren.

Hoe het nu met Esther gaat, heeft ze zelf beschreven. Niet eerder heb ik van zo dichtbij gezien, gehoord en gevoeld, direct nadat het gebeurd was, wat een intense pijnen, lijden en verschrikking deze cult teweeg brengt. De afgelopen jaren, ook voor haar grote integratie oktober 2022, hoorde ik het steeds sneller als er iets gebeurd was door cult. Maar altijd achteraf als zij zich weer enigszins herpakt had. Voor de grote integratie kon ze extreme pijn, ook van dichtgenaaid zijn en zeer gewelddadig verkracht zoals nu, op zo’n manier laten dragen door persoonsdelen, dat zij 5 minuten later gewoon weer aan het werk was alsof er niets gebeurd was. Meestal hoorde ik dan pas vele dagen later bij stukjes en beetjes wat er gebeurd was.  Die tijd is gelukkig definitief voorbij. Op die manier omgaan met extreme pijn is na de grote integratie niet meer mogelijk. Doorgaan of er niets gebeurd is ook niet.

Maar hoeveel Esthers, en trouwens ook hoeveel Ezechiëls lopen er rond in Nederland die gewoon hun werk doen, voor hun kinderen zorgen, hun huishouden doen, terwijl hun hart en lijf aan alle kanten bloedt? Wat is er nodig om hen de vrijheid te geven om net als Esther de waarheid te durven spreken en niet meer zo gruwelijk alleen te lijden?