Negende brief GGZ-behandelaarsgroep: herhaalde noodkreet van GGZ-behandelaarsgroep: Mislukt onderzoek commissie Hendriks maakt onafhankelijke second opinion noodzakelijk!

27 februari 2024

Geachte Kamerleden,

In oktober 2023 hebben we aan alle toenmalige Kamerleden een brief gestuurd, die u onder dit schrijven aantreft. Het betreffende overleg van de commissie Justitie & Veiligheid (hierna: J&V) waar onder meer het onderzoek van de commissie Hendriks naar georganiseerd sadistisch misbruik besproken zou worden, is verplaatst naar a.s. woensdag 6 maart 2024. Inmiddels is de samenstelling van de Tweede Kamer aanzienlijk gewijzigd. Om deze reden, en als herinnering voor reeds zittende Kamerleden, sturen wij onderstaande brief opnieuw. Wij vragen u dringen, in het bijzonder hen onder u met J&V in hun portefeuille, terdege kennis te nemen van deze brief.

De absolute noodzaak van een onafhankelijke second opinion naar georganiseerd sadistisch kindermisbruik is onlangs nog onderstreept door de merkwaardige zet van de VPRO/HUMAN, op 9 december j.l., om uiterst zorgvuldig gemaakte documentaires geheel offline te halen. Terwijl het juist deze documentaires zijn geweest die in 2020 aanleiding waren voor een motie, die vroeg om onafhankelijk onderzoek naar dit gruwelijke misbruik.

Een gerechtelijk vonnis ‘…in combinatie met de kritische blik van nu waarmee de hoofdredactie van HUMAN en VPRO tegen de afleveringen aankijkt, heeft ons doen besluiten om de uitzendingen over ritueel misbruik en het bijbehorende dossier volledig offline te halen. Met de wijsheid van nu hadden we, ondanks de overtuigende getuigenverklaringen in deze uitzending, hogere eisen moeten stellen aan hard bewijs’, aldus is te lezen op de website van de VPRO. Dit is temeer schrijnend, omdat de VPRO eerder al besloot het onderzoek naar ritueel misbruik stop te zetten en daarmee zelf de weg naar verdieping van ondersteunend bewijs had afgesneden. Zo werd één van de ondertekenaars van deze brief (AT) in 2020 door onderzoeksjournalist Sanne Terlingen benaderd, om een kort interview op te nemen over de dreigmails met martelfoto’s die zij destijds ontving vanwege haar hulp aan een slachtoffer. Echter gaf Terlingen kort tevoren aan, dat de geplande opname niet mocht doorgaan ‘van hogerhand’. Dit had juist een begin kunnen worden van het verzamelen en uitzenden van aanvullend ondersteunend bewijs. Overlevers, wier vertrouwen keer op keer op een verschrikkelijke manier is beschaamd, hebben veel tijd nodig om voldoende vertrouwen op te bouwen in een onderzoeksjournalist, om met zeer kwetsbare, beladen en persoonlijke informatie over de brug te durven komen. Die tijd is onderzoeksjournaliste Terlingen niet gegund.

In feite bevatten de offline gehaalde uitzendingen een knap staaltje onderzoeksjournalistiek over een maatschappelijk cruciaal thema: misbruik van de meest wrede soort, van kinderen en volwassenen. Het leveren van ‘hard bewijs’ is nooit de taak van journalisten geweest. Zoals de code van de Nederlandse Vereniging van Journalisten terecht stelt: “Een betrouwbare en pluriforme journalistiek is van het grootste belang voor de democratische samenleving, die niet goed kan functioneren zonder geïnformeerde burgers en een vrije uitwisseling van ideeën. In die open samenleving komt de journalist het recht op vrije nieuwsgaring toe, én de verantwoordelijkheid het nieuws waarheidsgetrouw, onafhankelijk, fair en met open vizier te brengen.”

De documentaire van Argos loog er niet om. Diverse slachtoffers (overlevers) kwamen daarin aan het woord en deelden overtuigende getuigenissen met ondersteunend bewijs zoals glas dat in een vagina werd aangetroffen. In het onderliggend onderzoek (dat niet in zijn geheel is uitgezonden) wijzen meerdere overlevers onafhankelijk van elkaar niet alleen dezelfde locaties aan, maar ook dezelfde daders. Bij een grote groep daders wordt duidelijke overlap gevonden, waarvan 27 personen onbekend zijn in de media. Bij bekende daders is er alleen uitgegaan van overlap als meerdere personen deze noemen in verbinding met dezelfde locatie én met dezelfde bizarre specifieke seksuele voorkeur. Het gaat dan niet om iets als ‘seksuele voorkeur voor jongens’ maar om bizarre voorkeuren als (fictief voorbeeld) ‘houdt ervan aubergines in de vagina te doen. (zie voor bronvermelding deze eerdere brandbrief van behandelaarsgroep, noot 4). Hoewel de documentaire door de VPRO offline is gehaald, is deze o.a. hier nog terug te kijken.

Samengevat: deze zaak mag nooit in de doofpot! Er ís ondersteunend bewijs en echt (lees: onafhankelijk en grondig) onderzoek kan niet meer wachten! Wij vragen u daarom nogmaals en met klem om van onderstaande brief en hierboven genoemde documentaire kennis te nemen en u hard te maken voor een onafhankelijke second opinion. Het is de hoogste tijd dat de waarheid aan het licht komt er een einde komt aan deze gruwelijke praktijken!

De in oktober verzonden brief treft u hieronder aan, in de bijlage vindt u alle eerder verzonden brieven. Wij zijn graag beschikbaar om nadere toelichting te geven.

met vriendelijke groet,

De groep van 20 GGZ-behandelaars

Mw. drs. A.S. Terpstra-van Hijum (contactpersoon)

GZ-psycholoog BIG

0206190923/ 0650870283

De overige ondertekenaars vindt u onderaan de volgende brief

8e brief groep van 20 GGZ-behandelaren, verzonden oktober 2023

Betreft:

Noodkreet van de GGZ-behandelaarsgroep van 20 behandelaren, in reactie op de Kamerbrief (hierna: de Kamerbrief) d.d. 30 juni 2023 getiteld ‘reactie onderzoeken Georganiseerd sadistisch misbruik en Landelijke Expertisegroep Bijzondere zedenzaken’. Dit is de 8e brief van deze behandelaarsgroep sinds april 2020 over de absolute noodzaak van werkelijk onafhankelijk onderzoek naar georganiseerd sadistisch kindermisbruik. Zie voor eerdere brieven www.lichtopsrm.com onder ‘overheid en justitie’.

Geachte leden van de Commissie van Justitie en Veiligheid en andere volksvertegenwoordigers van de Tweede Kamer,

Op 26 oktober a.s. zullen in de vaste Kamercommissie van Justitie en Veiligheid bovengenoemde Kamerbrief en beide rapporten worden besproken. De brief is getekend door de Minister van Justitie en Veiligheid en door de Minister van Rechtsbescherming en combineert een reactie op het rapport van de Commissie Hendriks met een reactie op het WODC-onderzoek naar de LEBZ. Los van de inhoudelijke tekortkomingen is de tekst van de brief een nogal diffuus geheel. Het wollige taalgebruik maakt dat zaken moeilijk concreet te duiden zijn. Elke verontwaardiging t.a.v. de uitkomsten van de onderzoeken maar ook elk gevoel van urgentie, ontbreekt volledig. We zijn zeer teleurgesteld op een zestal punten die wij hieronder zullen toelichten.

Op grond daarvan en op grond van onze eerdere brieven, roepen wij u als volksvertegenwoordigers op om geen genoegen te nemen met de opgeleverde rapporten en actie te ondernemen die leidt tot een onafhankelijke second opinion voor beide onderwerpen (georganiseerd sadistisch seksueel misbruik en LEBZ). Deze oproep geldt in het bijzonder de volksvertegenwoordigers die lid zijn van de Commissie van Justitie en Veiligheid, waar beide rapporten op 26 oktober besproken zullen worden. Het is nú of (net als in 1994) waarschijnlijk decennialang de doofpot.

Inhoudelijk zien we, zoals aangegeven, een zestal punten waarop de kamerbrief ernstig tekortschiet of zelfs foutieve informatie bevat:

  1. Fundamentele punten van kritiek op onderzoeksopzet volledig genegeerd

De Kamerbrief gaat volledig voorbij aan de fundamentele punten van kritiek op de commissie Hendriks, die vanaf het begin zijn aangegeven. Onder meer de feiten dat

  • de commissie onder toezicht en controle van het ministerie van Justitie stond (wat wantrouwen opriep bij overlevers, die aangaven juist ook daar daders te kennen)
  • er wantrouwen is jegens persoon dhr. Jan Hendriks o.a. wegens zijn merkwaardige uitlatingen over gebruik van kinderporno bij behandeling van pedoseksuele daders (Zie oa. deze brief van belangenvereniging Spotlight)
  • een deel van de vraag uit de motie (m.b.t. omvang) op voorhand buiten het onderzoek is gelaten (en er dus niet naar gevraagd is aan overlevers)

maakten dat wij als behandelaarsgroep meermalen op voorhand hebben aangegeven dat dit onderzoek met grote waarschijnlijkheid geen betekenisvolle informatie over georganiseerd sadistisch misbruik zou opleveren. Leden van de behandelaarsgroep hebben aangegeven, niet te kunnen meewerken aan dit onderzoek omdat het, zonder kans op resultaat, wél groot gevaar met zich mee zou brengen voor overlevers. Dit alles is meerdere keren en in duidelijke bewoordingen aangegeven, deels ook in de Tweede Kamer. De Kamerbrief gaat hier volledig aan voorbij.

  • Fundamentele kritiek van andere belangengroepen eveneens genegeerd

De kamerbrief rept met geen woord over de vele en ernstige tekortkomingen en bezwaren die door andere Belangengroepen (SpotlightMisbruikt! en KTGG) die wel hebben meegewerkt aan het onderzoek, zijn geuit op het rapport van de Commissie Hendriks.

Hoe kan een rapport dat door alle belangengroepen in het werkveld fundamenteel wordt bekritiseerd, door de Ministers als afdoende worden beschouwd? Terwijl het hier gaat over de meest extreme misdaden tegen kinderen en andere slachtoffers?

  • Argos-documentaire wordt onderuitgehaald zonder enige onderbouwing

De kamerbrief stelt dat het Politieteam TBKK-LE ‘uitvoerig’ onderzoek gedaan zou hebben naar de zaken die de journalisten van Argos hebben aangetoond in de documentaire “Glasscherven en duistere rituelen” (juni 2020). De feiten zouden “(deels) aantoonbaar onjuist of niet door feiten ondersteund” zijn. Dit wordt gesteld zonder enige onderbouwing of concrete aanwijzing. Hoe heeft men bijvoorbeeld kunnen aantonen dat, waar meerdere slachtoffers in het onderzoek van Argos (ook intieme) details wisten te vertellen over dezelfde vermeende daders (en deze met elkaar overeenkwamen), dit niet waar zou zijn? Maar liefst veertig daders werden door meerdere slachtoffers omschreven (zie ‘glasscherven en duistere rituelen’, vanaf minuut 38.30). Zijn de slachtoffers en deze veertig vermeende daders gehoord door justitie? Waar baseren de ministers zich op om dit zo stellig te beweren en hiermee onbevangen oordeelsvorming te belemmeren?

  • Suggestie, verdraaiing en foutieve weergave van de inhoud van rapport Hendriks

De inhoud van de kamerbrief heeft de algehele tendens om de ernst van het onderwerp af te zwakken. In de kamerbrief wordt bijvoorbeeld gesteld dat “de commissie Hendriks concludeert dat georganiseerd sadistisch misbruik van minderjarigen met rituele kenmerken op basis van de onderzoeksresultaten onaannemelijk is”. Dit is feitelijk onjuist. In de slotbeschouwing stelt de commissie slechts: “Al met al zijn slachtoffers de enige primaire bron die dit soort misbruik (ritueel, red.) melden en wordt vanuit andere bronnen geen ondersteuning gevonden voor het bestaan ervan”. Daarmee wordt geen feitelijke uitspraak gedaan over de aannemelijkheid van het bestaan van misbruik met rituele kenmerken. Doordat de kamerbrief suggereert dat ritueel misbruik niet bestaat, wordt de ernst van het geheel van georganiseerd sadistisch seksueel misbruik afgezwakt. Elke vorm van ernstig kindermisbruik zou juist de grootst mogelijke aandacht, zorg, vervolgonderzoek en vooral opsporing en vervolging van daders verdienen.

Even verderop wordt gesteld: “wel acht de commissie het bestaan van georganiseerd, gewelddadig misbruik van minderjarigen waarschijnlijk”; dit terwijl de commissie er geen enkele twijfel over laat bestaan: “De Commissie constateert dat het onomstreden is dat georganiseerd en gewelddadig misbruik van minderjarigen bestaat” (pag. 47, Slotbeschouwing). We constateren verdraaiing van feiten, waarmee een volstrekt misplaatste relativering wordt opgebouwd.

  • Uiterst vaag taalgebruik rond meldpunt

Ten aanzien van het door de commissie aanbevolen meldpunt willen we als eerste opmerken dat wij hier als behandelaarsgroep niet achter staan. De kans op infiltratie door het dadernetwerk is heel groot, waarmee een meldpunt juist een schat aan informatie kan opleveren voor het dadernetwerk. Infiltratie voorkomen is uiterst ingewikkeld en vereist als eerste een klankbordgroep van overlevers met anoniem vetorecht betreffende het aannamebeleid van personeel, zie hiervoor verder onze eerdere brief, voetnoot 8.

Hier aangekomen, blinkt de kamerbrief opnieuw uit in wollig taalgebruik: wie nu precies wat en wanneer gaat doen is volstrekt onduidelijk. Er wordt in de kamerbrief geen eenduidige verantwoordelijke aangewezen die voor een bepaalde datum iets gaat opleveren. De tekst luidt: “Daarnaast wordt de wenselijk- en haalbaarheid om een centrale entree te organiseren, onderzocht. Er wordt de komende maanden met de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) en de betrokken ketenpartners (welke zijn dat?) gesproken over hoe dit vraagstuk opgepakt kan worden”. Het Duitse voorbeeld van een meldpunt van ritueel misbruik wordt ook ter discussie gesteld.

     6. Elke kritische noot op het LEBZ-onderzoek ontbreekt

Waar het rapport over de LEBZ enkele kritiekpunten in de marge naar voren brengt, gaat het volledig voorbij aan de spraakmakende casus “Lisa” uit 2015 (door de keuze van de onderzoeksperiode 2016-2021 wordt deze op voorhand uitgesloten) en aan de fundamentele vragen uit de motie (o.a. de vraag naar de wetenschappelijke onderbouwing van het werk van de LEBZ). Hebben de Ministers deze grove fouten niet opgemerkt? Als fundamentele vragen in een onderzoek terzijde worden geschoven, is een aanbeveling tot aanvullend onderzoek het minste wat we zouden verwachten.

Tenslotte vinden we het onnavolgbaar dat er geen separaat debat in de vaste Kamercommissie van Justitie & Veiligheid komt over het rapport van de commissie Hendriks (laat staan een plenair debat in de Tweede Kamer). Hoe is het mogelijk dat dit gewichtige onderwerp zo weinig aandacht krijgt. Vijf minuten spreektijd per fractie in een commissievergadering van Justitie en Veiligheid. Het is een klap in het gezicht van overlevers die zo moedig zijn geweest om te praten voor de commissie. Ons inziens is een dergelijke bejegening in een democratische zorgstaat ongehoord.

Tenzij.

Tenzij u opstaat.

Tenzij er dappere volksvertegenwoordigers opstaan die dit niet laten gebeuren. Alle honderdvijftig volksvertegenwoordigers wilden in 2020 een onafhankelijk onderzoek naar georganiseerd sadistisch misbruik. Laat uw ‘ja’ een echte ‘ja’ zijn. Vind een weg om een nieuw onafhankelijk onderzoek, een second opinion tot stand te brengen – in de eerste plaats van het onderzoek naar georganiseerd sadistisch misbruik, maar ook van het onderzoek naar de LEBZ. Want als u, met politieke macht, de waarheid niet boven water haalt, wie dan wel?

In afwachting van uw reactie,

met vriendelijke groet,

De groep van 20 GGZ-behandelaars

Mw. drs. A.S. Terpstra-van Hijum (contactpersoon)

GZ-psycholoog BIG

0206190923/ 0650870283

www.phullon.nl

aterpstra@phullon.nl

Mw. M. Beekman – de Haan,

Msc. gedragswetenschapper

Anoniem

Mw. drs. J. Boogaard-Blom,

arts-psychotherapeut BIG

Mw. A.F. Denekamp-van Toor

vaktherapeut

BCZ registertherapeut

Anoniem

Dhr. dr. R. Filius,

GZ-psycholoog-psychotherapeut BIG

Dhr. drs. J. Konstapel,

psycholoog NIP

Anoniem

Anoniem

Anoniem

Mw. drs. H. Mateboer-Selles

GZ-psycholoog BIG

Mw. drs. D. Mazzolari,

GZ-psycholoog BIG

Mw. drs. T.A. van Neerbos, 

(kinder-en jeugd) psychiater BIG

Dhr. Msc. J. Sarmiento

GZ-psycholoog BIG

Dhr. drs. J. Vreugdenhil.

GZ-psycholoog-psychotherapeut BIG

Mw. drs. C. van Voornveld-de Pender,

GZ-psycholoog BIG

Anoniem

Anoniem

Mw. drs. M. Wielart

Psycholoog/psychotherapeut BIG